Een klein deel van de grote groep ooievaars bij Vijfhuizen en een grote zilverreiger.
Ad Kolen
Ooievaars, een veld vol!
Zondag 10 november 2024: Tijdens mijn maandelijkse vogeltelling voor de Stichting Nieuwe Warande, in het grootschalig agrarisch gebied ten noordoosten van Tilburg, vraagt een man met hond of ik de ooievaars gezien heb. "Ik heb juist een veld vol gezien, wel 150", zegt hij. "Dat is wel heel veel!" Is mijn reactie. Van de boomkwekerij aan de rand van het deelgebied Zwaluwen Bunders loop ik de richting het gehucht Vijfhuizen in het deelgebied Kouwenberg. Een weiland, noordelijk gelegen tegen Vijfhuizen, staat vol met ooievaars. Ik tel er 73 en een grote zilverreiger. Meerdere ooievaars vliegen ondertussen over me heen naar de graslanden grenzende aan de Houtsestraat. Vanaf het weiland bij Vijfhuizen is de groep zich over de omgeving aan het verspreiden. Ze worden aangetrokken door de recent gemaaide graslanden. Ik probeer een indruk te krijgen van het aantal van de hele groep. Vanaf het fietspad langs de Houtsestraat doe ik een snelle telling. Ze zijn steeds in beweging, dus snelheid is geboden. Het totaal komt op 155 ooievaars. Mogelijk zijn het er wat meer! De man heeft dus gelijk!
Vanaf het weiland bij Vijfhuizen is de groep zich over de omgeving aan het verspreiden.
De Nieuwe Warande is een landelijk gebied dat ligt in het noordoosten van de gemeente Tilburg, ruwweg tussen de dorpskern van Udenhout en het stadsdeel Tilburg-Noord. Bestaande uit de deelgebieden Vijfhuizen, Quirijnstok, Kouwenberg, Zwaluwenbunders en Hazennest. Het wordt omlijnd door de Kalverstraat in het westen, de Houtsestraat in het noorden, de Waalwijkse weg in het noordoosten en de Waalwijksestraat, die samen met de Kraan de oostgrens vormt. In het zuiden wordt de grens gevormd door de spoorlijn Tilburg - Den Bosch en de Burgemeester Bechtweg. Het gehele gebied heeft een oppervlakte van ongeveer 570 ha. De Stichting Nieuwe Warande wil de duurzame toekomst veiligstellen van dit gebied. https://www.stichtingnieuwewarande.nl
In deze omgeving worden nagenoeg het hele jaar ooievaars gezien. Vele daarvan zijn afkomstig uit de kolonie wilde ooievaars die zich in het Safaripark Beekse Bergen heeft gevestigd. In mei 2024 is het gehele park geteld met een drone en zijn maar liefst 67 ooievaarsnesten opgespoord! Zo’n 200 jonge ooievaars zijn in 2024 in deze kolonie geboren. Gewoonlijk trekken alle jongen voor overwintering naar Afrika. Meestal verplaatsen zo’n 20 ooievaars zich niet naar het zuiden en worden regelmatig in de winterperiode ten noorden van Tilburg en bij de vuilnisstortplaats De Spinder gezien. Grote aantallen ooievaars worden meestal tijdens de trek, in augustus tot in september, gezien. Dan gaat het soms om meer dan honderd exemplaren.
Een hoog aantal als 155 ooievaars in november is naar mijn weten niet eerder aangetroffen in het betreffende gebied ten noorden van Tilburg. Het is niet waarschijnlijk dat het nu om trekvogels gaat. Te laat, te koud, ooievaars zijn geen goede vliegers en hebben opstijgende warme lucht, thermiek, nodig om zich over grote afstanden te kunnen verplaatsen. Toch zijn er geen waarnemingen, in orde van deze grootte, gemeld via waarneming.nl. Mogelijk toch doorgevlogen trekkers, of is de groep uiteen gevallen?
De nabij gelegen grote regionale vuilstortplaats is een aantrekkingspunt voor soms flinke aantallen ooievaars. Dat is echter meestal bij extreme weersomstandigheden. In het begin van dit jaar, hebben zich in een periode met vorst en sneeuw, ruim 70 ooievaars verzameld bij de vuilnisstortplaats van Tilburg om nog wat eetbaars te bijeen te garen. In die periode hebben zich op meerdere plaatsen in het land grote groepen verzameld, daar waar nog voedsel de vinden was. Meerdere kranten vermeldde dit fenomeen.
Ooievaars bekijken in de winter in ons land is geen uitzondering meer. Tegenwoordig blijft 35% van de broedvogels (1300 broedparen in 2020) overwinteren in Nederland. Ooievaars maken gebruik van de omstandigheden, ze foerageren op plaatsen waar het voedsel gemakkelijk te vinden is zoals bij dierentuinen, particulieren en ooievaarsstations. Tijdens zachte winters kunnen ooievaars redelijk gemakkelijk hun kostje bij elkaar scharrelen. Bij meer vorst en sneeuwval worden ze afhankelijk van vuilnisstortplaatsen en vuilnisverwerkingsbedrijven. Sinds 2001 organiseert de stichting STORK STORK: Ooievaars in Nederland landelijke wintertellingen om het aantal overwinterende ooievaars vast te stellen. Van deze tellingen in januari zijn de aantallen de laatste jaren: 986 in 2022, 915 in 2023 en 953 in 2024.
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl