dinsdag 30 januari 2024

Vreemde vogels



Vreemde vogel; Hollandse kuifeend

 

Ad Kolen


Vreemde vogels


Ik wandel veel in Tilburg en omgeving, vooral om vogels te tellen en broedvogels te inventariseren. Naast de gebruikelijke inheemse vogelsoorten en de tijdelijk verblijvende winter- en zomervogels ontdek ik soms vreemde vogels. In onze omgeving komen veel exoten voor. Exoten zijn planten- en diersoorten die niet op eigen kracht Nederland bereikt hebben. Ze zijn direct of indirect door toedoen van de mens hier terecht gekomen. Exotische vogelsoorten als de nijlgans en de grote Canadese gans zijn inmiddels geen vreemdelingen meer. Ze hebben zich hier gevestigd en breiden flink uit. Ook uitheemse vogelsoorten als Mandarijneend, Carolina-eend, Indische gans en zwarte zwaan verblijven hier als broedvogel, maar de aantallen blijven tot nu toe beperkt. Deze noemt men niet-invasieve exoten.


De halsbandparkiet, een papegaaiachtige die oorspronkelijk uit tropisch Afrika en Zuid-Azië komt, is in Nederland ook geen vreemde vogel meer. Deze vogelsoort komt in meerdere steden in de Randstad en ook in andere grote plaatsen in ons land massaal voor. De soort heeft uiteindelijk ook Brabant bereikt. Sinds 2020 verblijven ze zelfs in Tilburg, vooralsnog in lage aantallen.


De grote Canadese gans wordt lokaal als een plaag gezien. Bewoners van het stadsdeel de Reeshof in Tilburg spreken van overlast. Naast de hinder die de exoten veroorzaken en de mogelijke bedreiging voor inheemse soorten is het toch wel bijzonder te zien dat ze zich hier weten te vestigen. Ze handhaven zich en weten zich voort te planten. Er zijn tal van exoten die dat hier niet kunnen. Deze ontsnappen bijvoorbeeld als kooivogel, maar kunnen niet echt overleven in onze omgeving en verdwijnen weer.




























Een echte ’vreemde vogel’ is door mijn pas na meerdere waarnemingen op naam gebracht als een vrouwtje ringtaling (Callonetta leucophrys). Daarna is ze nog 14 keer gezien in de Dongevallei in de periode van 2017 tot 2020. Deze exotisch taling heeft ongeveer het formaat van onze wintertaling en wordt ook wel roodschoudertaling genoemd. De ringtaling wordt veel als siervogel gehouden en ontsnapt nogal eens. In de Vogelatlas (Sovon, 2018) staat deze vogelsoort als eventuele broedvogel in Nederland vermeld. Diverse broedgevallen zijn bekend in een park in Dortmund (D).




Rosse fluiteend



Een bijzonder ’vreemde vogel’ zie ik éénmaal in februari 2020 in de Dongevallei: de rosse fluiteend (Dendrocygna bicolor). Door de heldere fluitende roep merkte ik deze fraaie eend op. Hij is iets kleiner dan dat de wilde eend en heeft een lange nek. Het is mooie eend met een ’sjiek’ verenkleed en een blauwachtige snavel. De kop is bruin met een donkere kruin en zwarte ogen. De bovenzijde van het gesloten vleugeldek is zwart met subtiele toenemende bruine strepen naar de hals toe. De flanken zijn bruin met witte losse veren als afscheiding. De rosse, of ook wel gele, fluiteend is een niet-invasieve exoot, die in ons land vaak als kooivogel wordt gehouden. Vanaf 2006 tot in dit jaar staan er exemplaren gemeld op waarneming.nl. In 2009 was er mogelijk een broedgeval. Het verspreidingsgebied van de rosse fluiteend is groot. Hij komt oorspronkelijk voor in alle tropische zones van de wereld: Zuid- en Midden-Amerika, Oost Afrika, Madagaskar en in het zuiden van Azië.


Naast de ingevoerde vogelsoorten zijn het ook de vogelsoorten die door menselijk toedoen zijn ontstaan, de gekweekte vogelsoorten, die ik soms in het veld aantref. Van diverse wilde vogelsoorten bestaan ook gedomesticeerde vormen. Uit de grauwe gans en uit de wilde eend heeft men de boerengans en de boereneend gefokt. Vooral voor de eieren en het vlees en soms voor de veren. Deze vaak witte boerenhuisdieren zijn al lang niet meer nuttig en zijn losgelaten of ontsnapt. Ze vermengen zich met hun oorspronkelijke stamouders of soms met een andere soort gans of eend, en vormen samen de bonte groepen soepganzen en soepeenden.


Als tegenhanger van de Europese boerengans is in Azië en China uit de zwaangans de Chinese knobbelgans gekweekt. Deze is ook in Europa bij vogelhouders bekend. Meerdere exemplaren daarvan zijn in de loop der jaren in de Dongevallei aangetroffen. Over het hek gezet is de conclusie, want vliegen kunnen deze logge beesten niet. Ook de meeste soepganzen zijn zover gedegenereerd dat ze niet meer van de grond kunnen komen.




De bij de Noorderplas gedumpte muskuseenden.


Geliefd bij vogelhouders is ook de muskuseend. Een bonte verschijning, die er heel anders uitziet dan de donkere wilde muskuseend uit de tropische kustgebieden van Centraal- en Zuid-Amerika. De gedomesticeerde muskuseend kan vaak ook niet vliegen. Een reden om ze over het hek te zetten in de Dongevallei als men er vanaf wil. Of ze vanaf de kofferbak van een auto in het riet van de Noorderplas te drijven (vliegen kunnen ze niet), zoals ik zag in augustus 2020.


De domesticatie van de eend in Azië is een bekend feit. Ook de Egyptenaren en de Romeinen gebruikten de tamme eend voor vlees- en eierproductie. In Nederland worden al sinds de 14e eeuw half tamme eenden gebruikt om wilde eenden in de eendenkooien te lokken. Via de VOC zijn gedomesticeerde eenden uit Azië hier terecht gekomen. Met deze eenden is verder gefokt. Er bestaan dan ook tientallen tamme eendenrassen in ons land. Tot aan de twintigste eeuw zijn eenden de belangrijkste eierproducenten in Nederland. Nu worden nog vele verschillende eendensoorten als hobbydier gehouden.


Naast de muskuseend tref ik in de Dongevallei ook regelmatig een Hollandse kuifeend aan. Deze vogel kan wel vliegen en verschijnt regelmatig tussen de wilde eendensoorten. Het Nederlandse kuifeendenras behoort tot de oudste Nederlandse pluimveerassen en komt al vele honderden jaren voor. Zeventiende-eeuwse schilders als Jan Steen en Melchior d’ Hondecoeter portretteerden deze witte, bonte en wildkleurige gekuifde eenden graag op hun hoenderhofachtige schilderijen. De fokkerij van kuifeenden is in Nederland vervolmaakt. (Bron: website SHZ voor levend erfgoed). Uniek aan de Hollandse kuifeend is toch wel de grote ronde kuif op zijn kop. Deze grote ronde verenbol groeit achter op de kop bovenop een vleesbobbel.



Indische loopeenden


Sinds het midden van de zomer van 2023 zie ik regelmatig een paartje flesseneenden in de Dongevallei. Het is een opvallend beeld als ze in een kaarsrechte houding met uitgestrekte hals naar het water lopen als ze me zien. Ze kunnen niet vliegen. Met hun ronde romp en lange hals lijken het wel lopende flessen. De loopeend wordt ook Indische loopeend genoemd. Het is een ras dat in Indonesië is gedomesticeerd uit de wilde eend. Ze werden vooral op Java, Lombok en Bali gehoed in droge rijstvelden. Hun eiproductie is erg hoog, soms zelfs meer dan 150 tot 200 eieren per jaar. Het is een zeer oud ras dat meer dan 2000 jaar geleden al bestond. Er zijn veel kleurslagen van deze loopeend. Het is geen wilde vogel maar wel een cultuurhistorisch monument uit het verleden. Ze redden het hier wel even. Ze zijn zeer alert, maar dat is de vos ook!



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl