zaterdag 20 oktober 2012

Rode wouw trekt over Tilburg



Zicht vanaf de Meierijbaan op de stadsrand waarover vandaag tenminste 5026 vogels trokken!


Ad Kolen

De Vogeltrektelpost; 'Viaduct Meierijbaan, Tilburg' was goed bezet deze ochtend. Zeven leden van de Vogelwerkgroep KNNV Tilburg hadden het druk met het herkennen en tellen van de grote aantallen overtrekkende vogels. Door het beperkte licht, heel de morgen half zwaar bewolkt, viel het niet mee alle vogels als soort te determineren.

Wat betreft de Spreeuwen (3730) was dat niet zo moeilijk. Gedrag, aantal en silhouet van Spreeuwen(Sturnus vulgaris) zijn op grote afstand te herkennen. Bij andere lijsterachtige is het vaak wat moeilijk. Een fiks aantal (336) werd als 'Lijster specie' genoteerd daar door het slechte zicht en de geluidshinder van de nabij gelegen A-58 de soort niet met zekerheid gedetermineerd kon worden. Maar naar alle waarschijnlijkheid waren het merendeels Koperwieken (Turdus iliacus).

Bij de vinkachtigen was er een soortgelijk probleem. Met zekerheid konden 562 Vinken (Fringilla coelebs) gedetermineerd worden. Uit dezelfde familie konden nog 21 Kneuen (Carduelis cannabina) op naam gebracht worden maar de rest (108) werd als 'Vink specie' opgeschreven.

In het 2e tel uur, van 09.00 u. tot 10.00 u. werd al op verre afstand een grote vogel opgemerkt. Intensief wordt gekeken naar deze niet alledaagse verschijning. Een  roofvogel....., diep gevorkte staart, een Rode wouw (Milvus milvus)?

Dichterbij komende kon dat met zekerheid vastgesteld worden. De vogel vliegt, in een rechte lijn, op behoorlijke hoogte over de zuidoost rand van Tilburg(Armhoefse akkers, het Leypark en de Blaak.) naar het zuidwesten.

Nog een roofvogelsoort wordt als echte trekker herkend, een Slechtvalk (Falco peregrinus.) De Slechtvalk is voor Tilburgers een bekende met al sinds 2005 broedende vogels op de woontoren 'Westpoint' in het centrum. Daarom werd deze dan ook op grote afstand herkende aan zijn gespierde uiterlijk.  Met hoge snelheid vervolgde deze zijn weg over de stadsrand in zuidwestelijke richting. Daarnaast werd nog een ter plaatse jagend exemplaar van deze soort gezien.

Met 5026 waargenomen trekkende vogels was het een goede trekdag voor deze post. Gisteren telde ik hier in mijn uppie in 3 uur 1670 vogels. Er is dus volop trek, morgen ben ik er weer vanaf 08.00 u.




Voor meer details van de waarnemingen op Trektelpost; Viaduct Meierijbaan, Tilburg zei www.trektellen.nl .


Na de telling, werden rond 15.00 u.  vanaf een nabij gelegen terras door Johan Wofs 9 Trekkende Buizerds boven de trektelpost gezien!


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl



                          

vrijdag 19 oktober 2012

Verslag Vogeltrekdag



Het 1e half uur van deze trekdag was het nog donker en stil.


Een verslag van de Openbare Vogeltrekdag georganiseerd door de Vogelwerkgroep KNNV Tilburg op zondag 14 oktober 2012, 07.00 u. - 16.00 u. op het viaduct over het Wilhelmina-kanaal aan de Meierijbaan (Oude Eindhovense weg) in Tilburg.



                               Foto: Inge Radstake.


Een mooie doch koele dag met duidelijke trek !                   
                             
Ad Kolen

’s Morgens om half zeven op de fiets vanuit Tilburg Noord richting de Meierijbaan rijdende werd het al duidelijk dat de voorspelde doorbreking van de regenperiode een feit was.

Enkele uren daarvoor goot het nog! Op dat moment glinsterden echter de sterren tussen de brekende wolken door en vanaf het viaduct was het laatste stukje van de afgaande maan te zien. Het werd een frisse maar mooie dag met wisselende, meest lichte bewolking en veel zon (80%.) Een matige, soms krachtige wind waaide uit het zuidwesten en de temperatuur begon laag bij 4°C. en liep op tot 12°C.

De opzet van de jaarlijkse Vogeltrekdag is om aan de Tilburgers te laten zien wat ‘Vogeltrek’ is en daar zo veel mogelijk over te vertellen. Waardoor het ‘vogelen’ en de Vogelwerkgroep meer bekendheid verwerven. Meerdere leden van de Vogelwerkgroep en enkele bevriende andere vogelaars stonden in totaal 34 bezoekers te woord die korte maar vaak ook langere tijd op de trektelpost verbleven.


                               Foto: Inge Radstake.

Het 1e half uur van deze trekdag was het nog donker en stil. Ook de rest van het 1e tel uur waren er nog weinig activiteiten waar te nemen. Daarbij lag de temperatuur nog behoorlijk laag ook. Tussen 07.00 u. – 08.00 u. werden slechts 7 vogels geteld die in de trekrichting, van noordoost naar zuidwest vlogen. Het ging om 2 Vinken en 5 Zwarte mezen.

In het 1e uur en nog even daarna werden wel veel Kokmeeuwen gezien (842 ex.) Die komen van het industrieterrein Loven aan de oost rand van Tilburg. Ze brengen er de nacht door op de daken van grote bedrijfshallen. In de ochtendschemering gaan zo op zoek naar voedsel en verplaatsen zich dan veelal langs het Wilhelminakanaal in zuidelijke richting. In grote en kleine groepen, soms in lange slierten, trokken ze deze morgen over het viaduct om tegen de avond terug te keren. Dit gebeuren valt onder de noemer ’slaap- / voedseltrek’ niet tot wat mijn gewoonlijk onder vogeltrek verstaat; het verplaatsen van de broedgebieden naar de overwintergebieden, of omgekeerd.
Pas het 2e uur kwam de trek wat op gang. Nog niet heel veel,158 vogels in een uur, meest Vinken en Graspiepers.

Het 3e uur was er pas sprake van echte trek, 437 vogels trokken voorbij. Het 4e uur steeg het aantal nog iets en trokken 457 vogels voorbij. Tijdens het 3e en 4e uur lagen de aantallen het hoogst. Daarna halveerden ze weer en namen verder af. Spreeuwen en Vinken overheersten op deze dag.

Iets voor het 6e tel uur, tegen 12.00 u. ontstond er roofvogeltrek. In totaal werden 22 Buizerds gezien en later op de dag nog eens 2. De bijna permanent schijnende zon veroorzaakte thermiek (kolommen opstijgende warme lucht,) waarvan deze grote vogels profiteerden om op te stijgen. Plaatselijk zagen we Buizerds vrij snel hoogte winnen terwijl ze nauwelijks gebruik maakten van hun vleugels. Op grote hoogte zweefden ze daarna weg in zuidwestelijke richting.

De aantallen:                                          
Tussen 07.00 u. en 16.00 u. werden op deze dag 1680 naar zuidwesten of westen trekkende vogels geteld. Niet alle waargenomen vogels konden als soort gedetermineerd worden. Deze werden als familie; Lijster specie(41), mees specie(29), vink specie(48) of als zangvogel; zangvogel specie(48)   genoteerd. Van de ook ter plaatse voorkomende Slechtvalk en Grote gele kwikstaart werden van elk soort ook een exemplaar duidelijk in de trekrichting vliegende gezien. Verder werden de volgende aantallen genoteerd; Aalscholver(167), Boomleeuwerik(4), Buizerd(24),  Graspieper(76), Grote gele kwikstaart(1), Houtduif(2), Huiszwaluw(4), Keep(6), Kneu(8), Koolmees(3), Koperwiek(7), Merel(1), Pimpelmees(7), Putter(2), Rietgors(1), Sijs(6), Sperwer(3), Spreeuw(634), Veldleeuwerik(21), Vink(520), Witgatje(1), Zanglijster(17) en Zwarte mees(7.)


                                Foto: Ad Kolen.

Vogelrijke omgeving:
De telpost, aan de rand van Moerenburg is op zich al een vogelrijke omgeving. Vanaf het viaduct werden in de directe omgeving als niet trekkende vogels, buiten de steeds over het kanaal op en neer pendelende gaaien, o.a. genoteerd: Canadese gans(19), buizerd(5), Torenvalk(1), Slechtvalk(1), Witgat(1), Turkse tortel(1), IJsvogel(1), Groene specht(1), Grote bonte specht(2), Grote gele kwikstaart(3), Goudhaan(1), Staartmees(17), Pimpelmees(1), Boomklever(3), Boomkruiper(1), Sijs(15). Bont zandoogje(1.) Vandaag werd, voor de derde keer binnen enkele weken, een Zware specht gezien die vanuit zuidoostelijke richting in noordwestelijke richting de stad in vloog.

Het viaduct:
Het viaduct over het Wilhelminakanaal is een onderdeel van de Meierijbaan die van 1950 tot eind 1971 deel uit maakte van Rijksweg 63 (Breda-Tilburg-Eindhoven). Na de ingebruikneming van de nieuwe Rijksweg 58 werd de weg afgesloten voor alle gemotoriseerd verkeer.

Vanaf circa 1990, of mogelijk nog eerder gebruiken Tilburgse vogelaars jaarlijks in oktober deze plek om langs de stad trekkende vogels te bekijken en te tellen. Vanaf 2000 is er de jaarlijkse Openbare vogeltrekdag van de Vogelwerkgroep. Sinds 1994 loopt er over de Meierijbaan een fietspad naar Moergestel.

Het viaduct werd in 1941 aangelegd. Kort na dolle dinsdag in september 1944 bliezen terugtrekkende Duits soldaten de betonnen brug over het Wilhelminakanaal, van de nog niet voltooide Meierijbaan, op.

Hoewel het geen spectaculaire trekdag was en er geen bijzondere dingen gezien werden was het toch weer zeer de moeite waard. De kijkers en de tellers maar ook overige de belangstellende hebben duidelijk het fenomeen vogeltrek kunnen ervaren. Met een stevige zuidwesten wind op kop vlogen veel vogels tamelijk laag en konden ze, vooral vanaf het 2e deel van de ochtend, door het mooie zonlicht, ook goed gezien worden.

Al met al een geslaagde dag, waarop tussendoor werd bijgepraat en van alles uitgelegd!


Foto: Arnold van Rijsewijk.
Kijk voor een overzicht van de waarnemingen op deze vogeltrekdag op www.trektellen.nl .
ook alle eerdere waarnemingen op het viaduct zijn daar terug te vinden onder trektelpost 'Viaduct Meierijbaan, Tilburg.'


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

 

donderdag 11 oktober 2012

Vliegenzwammen



Langsteelfranjehoed (Psathyrella conopilus)

Ad Kolen

Tijdens mijn vogeltelling vandaag in de Dongevallei nog al wat paddenstoelen van diverse soorten tegengekomen. Het is nu prachtige zonnig weer maar de voorgaande week was het behoorlijk koud, maar met nog vorstvrije nachten. Dus perfect paddenstoelenweer. Meerde soorten niet zo 1-2-3 op naam kunnen brengen. Een groepje kleintjes op dunne steel dacht ik te herkenen als Mycena’s. Maar het blijken volgens kenners Langsteelfranjehoeden (Psathyrella conopilus) te zijn. En natuurlijk die rode met witte stippen; vliegenzwammen, wie kent ze niet. Er staan er tientallen, prachtig mooi met uitgespreide hoed of nog hele kleine rond bolletjes.


Een typische groeiplaats van de vliegenzwam(Amanita muscaria), onder berken.



De vliegenzwam(Amanita muscuria) is een algemene soort die je ieder jaar wel in groepen tegen komt van juni tot in oktober. De groeiplaatsen vindt je in allerlei bossen en open plekken onder bomen. Vaak staan ze onder berken waarmee ze in symbiose leven.




Deze samenlevingsvorm (mycorrhiza) is voor beide soorten profijtelijk. De paddenstoel tapt koolhydraten en vitamines af terwijl de boom geholpen wordt met de opname van mineralen en allerlei andere belangrijke stoffen.




De vliegenzwam wordt in allerlei kinder- en sprookjesverhalen liefelijk afgebeeld.

Op een grote paddenstoel,
Rood met witte stippen,
Zat kabouter Spillebeen,
Heen en weer te wippen.
Krak, zei toen de paddenstoel,
Met een diepe zucht,
Allebei de beentjes,
Hoepla in de lucht!




De tegenstelling is echter meer waar, het is een gevaarlijk type, hij is giftig. Het gif is een zenuwgif dat de werking van een echte ’drug’ heeft met allerlei ups en downs van roes en waan. Bij allerlei oude volken en culturen was de soort bekend om zijn hallucinerende werking en werd ingezet bij verschillende rituelen en cultische gebruiken.


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

dinsdag 2 oktober 2012

Met hangende pootjes!



 


Afbeelding verschillende pootvormen uit: De Wereld van de Vogels van C.Perrins & Ad Cameron.



Ad Kolen

Met hangende pootjes opzitten wordt honden geleerd om iets eetbaars af te dwingen. Het spreekwoord; ”Met hangende pootjes terug komen.” Heeft de betekenis, zich nederig opstellen als iemand gedwongen is zijn tegenstand op te geven. Hoewel hiervan synoniemen bestaan, zoals met ’hangende oortjes’ en met ’hangende wieken’, stellen vogels die vliegen met hangende poten zich gewoonlijk niet nederig op.

Uitzondering:
Een uitzondering is misschien de Boompieper (Anthus trivialis) die met stijve vleugels en hangende pootjes zijn parachuteachtige baltsvlucht uitvoert. Met als 1e opzet een vrouwtje te verleiden met hem te paren. Grauwe gorzen (Miliaria calandra) worden ook vaker met hangende pootjes gezien. De Kwartelkoning (Crex crex) heeft een fladderende vlucht met bengelende poten, staat in de vogelgidsen. Over langere afstanden vliegen ze echter met opgetrokken poten en recht vooruit. Roofvogels als Bruine kiekendief (Circus aeruginosus) en Slangenarend (Circaetus gallicus) laten de poten hangen tijdens hun jachtvluchten. Zo hangen hun vangwerktuigen gereed voor gebruik. Ook Visarend (Pandion haliaetus) en Zeearend (Haliaeetus albicilla) steken de klauwen al vooruit als ze aan een duikvlucht naar vis of een andere prooi beginnen. Verder zie je niet zo vaak vogels met hangende poten.

Grutto heeft erg lange poten:
Meestal steken de poten van vogels tijdens het vliegen onder de staart naar achter. Pas juist voor het landen worden ze uitgestrekt, vaak naar voren gericht. Eenden gebruiken hun vooruitgestoken poten met zwemvliezen als waterskiën om op te landen. Soms zijn vogels aan de lengte van hun poten te herkennen. Bij de meeste stellopers liggen die tijdens het vliegen onder de staart verborgen. De oplettende vogelaar weet dat bij de Bosruiter (Tringa glareola) de poten duidelijk buiten de staart uitsteken en bij het Witgatje (Tringa ochropus) nauwelijks. Beide vogelsoorten hebben een wit gatje (stuit) en lijken bij slecht zicht erg op elkaar. Kemphanen (Philomachus pugnax) vliegen met ver achter de staart uitstekende poten en die van Grutto’s (Limosa limosa) zijn zo lang dat ze een duidelijk herkenbaar onderdeel van het vliegbeeld vormen.

Zwarte poten met gele tenen:

Ook aan de kleur van de poten zijn vogels soms te herkennen. Solitaire vliegende zilverreigers zijn niet altijd op naam te brengen. De poten kunnen echter uitsluitsel geven. Zowel Grote- als Kleine Zilverreigers (Egretta garzetta & Casmerodius albus) hebben donkere poten. Van de Kleine zijn de tenen echter opvallend geel. Tijdens de vlucht is dat meestal wel te zien. Het verschil van donkere en lichte gekleurde poten bij de sterk gelijkende soorten Tjiftjaf (Phylloscopus collybita) en Fitis (Phylloscopus  trochilus) is vaak niet zo goed te zien. Deze vogeltjes zijn erg bewegelijk en de kleuren van de poten wijken soms af. Afgaan op de zang is hier een betere manier om te determineren.

Vogelpoten zijn anders:
Vogelpoten zijn heel anders gebouwd dan mensenbenen, ze bestaan uit 3 belangrijke delen. Het korte dijbeen is vrijwel onzichtbaar tussen al de veren. Dit bovenste deel is geheel omgeven door spieren. Het zwaartepunt concentreert zich zo op het midden van het lichaam, belangrijk i.v.m. het vliegen. Het middelste deel heeft enige gelijkenis met ons kuitbeen, maar is toch heel anders. Het onderste deel tarsus, loopbeen of poot genoemd is eigenlijk een beenstuk dat gevormd wordt door de bovenste voetbeenderen. In werkelijkheid is het dus te vergelijken met delen van onze enkel. Het zichtbare naar achteren buigend gewricht is dus niet de knie. Tussen het dijbeen en het middelste deel van het vogelbeen vinden we, bedekt met veren dus de knie.

Bijzondere eigenschap:
Het onderste deel van het been heeft bij veel vogelsoorten een bijzondere eigenschap. Vanwege het efficiënter vliegen zijn de spieren van het onderste pootdeel gereduceerd. De kracht wordt uit de spieren boven in de poot gehaald via een ingenieus systeem van pezen en katrollen. Om veilig te kunnen landen hoeven ze alleen de poten te buigen. De buigpezen spannen zich en de tenen klemmen muurvast om een tak. De gespannen pezen houden de tenen om de tak geklemd en de vogel blijft op zijn plaats, zelfs tijdens het slapen. Ze moeten dan ook eerst rechtop gaan staan, om de spieren te ontspannen, voor ze weer weg kunnen vliegen.



Afbeelding onderste pootdeel uit: De Wereld van de Vogels van C.Perrins & Ad Cameron.



4, 3 of 2 tenen:
Vogels hebben 4 tenen, de 5e is in de loop van de evolutie verdwenen. De achterteen is bij veel vogels afwijkend en daardoor een bijzonder kenmerken. Bij sommige soorten is deze hoger geplaatst (bij de reigers) of ontbreekt helemaal (Drieteenspecht -Picoides tridactylus-.) De echte loopvogel, de Struisvogel (Struthio camelus)  heeft nog maar 2 tenen, waarvan er een kleiner is dan de andere. De tenen en de loopbenen van vogels bevatten schubben, overblijfsels van hun verre voorouders, de dinosauriërs.

Aangepaste poten:
Vogelpoten zijn aangepast aan de leefwijzen van de verschillende vogels. De meeste zangvogels hebben pootjes die aangepast zijn om de tenen om een tak te krullen. Roofvogels hebben klauwen met sterke nagels om een prooi te grijpen. Vogels die in moerassen leven hebben lange poten met lange gespreide tenen om over de waterplanten te lopen. Eenden hebben vliezen tussen de tenen, echte zwemvoeten. Een tussenvorm om te zowel goed te kunnen lopen als te zwemmen hebben Meerkoeten met hun gelobde tenen. Veel op de grond verblijvende hoenderachtige vogels zoals Fazanten- en Patrijzensoorten leven van zaden en hebben sterke poten, geschikt om het voedsel van de bodem te krabben.

Meerkoet met gelopde tenen en een Tafeleend met zwemtenen,
 die echter merendeels onder het lichaam verborgen liggen.

Met wat fantasie zie je de krielkippen van de kinderboerderij aan voor Bankiva-hoenders (Gallus gallus) die al krabbende naar zaden zoeken aan de bosranden van Zuid-Oost Azië. Onze krielkip heeft gelijkenis met dit kleurige kleine hoen, de wilde voorouder van gedomesticeerde kippen.