dinsdag 3 januari 2012

Hegge(n)mus

                                                                                                                                            
Ad Kolen

Dr. Jac. P. Thijsse(1865-1945), de grondlegger van de natuureducatie en bescherming van de natuur in Nederland vernoemde in zijn vele publicaties dit vogeltje steeds als de Heggemus. In gerenommeerde vogelgidsen en –boeken staat de vogel, tot 1995, steeds op deze wijze vermeld. Volgens de woordenlijst van de Nederlandse taal moeten we sinds november 1995 deze naam echter schrijven als Heggenmus. Wijzigingen in onze taal hebben altijd tot protesten geleid. Hoewel het vrij laat is wil ik dit ongenoegen er nog aan toevoegen. Ik begrijp de meeste argumenteringen van wel of niet een ’n’ schrijven, maar vind die niet van toepassing op de naam van een vogel. Vogelaars zien de namen van de verschillende vogelsoorten eigenlijk als eigennamen. Die verander je niet zo maar! Het is juist even iets anders maar ik ben toch blij dat kolenhaard nog steeds kolenhaard is en mijn naam niet plotseling Ad Kole werd.

Foto van internet: Volwassen Heggenmus.

Heggenmus geen echte mus
Van nature ben ik een positief mens, maar nu er toch geklaagd wordt is er nog wel iets. De Heggenmus is geen echte mus en behoort niet tot de mussenfamilie; Passer. Huismus(Passer domesticus), Ringmus(Passer montanus) en Spaanse mus(Passer hispaniolensis) en nog 19 andere mussen, verspreidt voorkomend over een groot deel van de wereld, behoren tot de echte mussen. De Heggenmus is er een uit de Prunella familie. Deze familie bestaat uit 12 leden, allemaal oppervlakkig gekleurde vogeltjes, met een spitse snavel, waarvan alleen de Heggenmus in Europa leeft. Nog een vogel wat eigenlijk geen mus is heeft de Nederlands naam Grasmus gekregen. De Grasmus is samen met meerdere soorten Grasmussen, de Zwartkop, de Tuinfluiter en de Braamsluiper een ’Sylvia’. Allemaal insecteneters die hier alleen in de warmere delen van het jaar verblijven. Overwinteren doen de meeste in Afrika.

’Heckenbraunelle’
In ons omringende landen; Frankrijk, Duitsland en Engeland spreekt men alleen bij de ’echte’ mussen van respectievelijk Moineau, Sperling en Sparrow. De Heggenmus heet in deze talen Accenteur mouchet, Heckenbraunelle en Hedge Accentor. Allemaal prachtige namen overigens. Vooral in Frankrijk kunnen ze er wat van. De er op zich al schitterend uitziende IJsvogel kreeg een wel erg mooie naam; Martin-PĂȘcheur d’Europe.

’Medolisch bruintje’
De betekenis van de wetenschappelijke naam van de Heggenmus; Prunella modularis is toepasselijk ’melodisch bruintje’. Het is een onopvallend vrij donker getekend vogeltje met een melodieus liedje. De Heggenmus zingt een kort maar prettig snel liedje, vrij schel en hoog van toon, dat steeds wordt herhaald. Goed zichtbaar zingt het mannetje vanaf de top van een struik of lage boom. Al vroeg in het jaar laten ze hun liedje horen. Al voor de jaarwisseling, op 12 december zong een enthousiaste Heggenmusman zijn liedje bij mij in de straat. Half januari, nog in het donker, klonk van 2 zijden van het kruispunt, nabij mijn woonhuis, de felle korte zang van dit vogeltje. Nu al concurrentie, dit is mijn plekkie brachten ze beide ten gehore.

’Bastaardnachtegaal'
In zijn boek ’Vogelzang’(in 1938 geschreven maar pas in 1965, ter ere van zijn 100e geboortedag uitgegeven) noemt Thijsse de Heggenmus in een rijtje vogels die al op nieuwjaarsdag hun liedje laten horen. In een andere opsomming staat de Heggenmus ook vermeld. Daarin gaat het over vogels die zangvluchten maken. Zingen tijdens het vliegen hangt samen met emoties zoals vechtpartijen en andere opwindende gebeurtenissen. Vanwege het mooie melodieuze liedje heette de Heggenmus toen ook wel de Bastaardnachtegaal en in bijvoorbeeld Gelderland kom je de naam Boerennachtegaal nog tegen.

Foto van internet: Juveniele Heggenmus.
                                                                                                                                  
’Grauwke’
In dialectnamen uit Tilburg en omgevingen komen de eigenschappen van het verenkleed naar voren. Het vrij grauwe verenkleed met het blauwgrijze kopje komt terug in ’Blauwpieperke’, ’Grauwke’ en ’Blauwke’. Tijdens de zang goed zichtbaar maar verder een onopvallende vogel is de Heggenmus zeker. Op zijn roodbruine pootjes scharrelt hij aan de randen en onder struiken naar voedsel. Het is een vogelsoort die vaak onderschat wordt en in hogere aantallen voorkomt dan men verwacht. Het aantal Heggenmussen neemt gemiddeld genomen licht toe. Het totale aantal is moeilijk aan te geven, het ligt vermoedelijk tussen de 200.000 en de 250.000  broedparen. Ze profiteren waarschijnlijk van de toegenomen verstedelijking. Heggenmussen doen het goed in de stad. Tot in de kleinste tuintjes dringen ze door.