zaterdag 15 februari 2020

Bomen en struiken in Tilburg-Noord; Berk





Winterbeeld van een berk.



Ad Kolen 

Een reeks artikelen over de verschillende soorten bomen en struiken die groeien in Tilburg-Noord.


Naast de vogels merel en mus is onder de bomen de berk wel de meest bekende soort. Op de Brabantse zandgronden is het van oorsprong een algemene soort. Ook op de hoogveenmoerassen die in het verleden een aanzienlijk deel van onze provincie bedekten vond deze koploper zijn plekje. Berken zijn pioniers die zich op de meest uiteenlopende plekken vestigen. Op zowel droge als natte gronden als op voedselarme plaatsen. Berken worden niet oud en ook niet erg hoog maar het zijn belangrijke voorbereiders van karige gronden voor andere boomsoorten. De lichte zaden worden door de wind eenvoudig over grote afstanden verspreidt. De jonge berken vormen al snel lage begroeiingen terwijl het afvallende blad de bodem verrijkt, waardoor andere boomsoorten ook een kans krijgen. In een notendop beschreven zijn zo, na voorbereidend werk door mossen en kostmossen, de oerbossen ontstaan die ooit, ook Nederland bedekten. 



  
          

Ruwe berk langs de Goirke kanaaldijk.


Voor deze baanbrekers is in het huidige Nederlandse landschap weinig plaats over. Voor elk stukje grond is een bestemming bedacht. Toch weten berken zich snel te vestigen op plaatsen die enkele jaren onberoerd blijven, ook in de stad. Met zijn prachtige witte schors en de zwierige elegante, vaak afhangende takken is het wel een geliefde sierboom. In Tilburg-Noord is het een boom die je niet veel in straten tegenkomt. Wel staan er op allerlei plekjes kleine groepjes tussen woningen op gazons. Ruwe berken zijn onder andere aangeplant in de Griegstraat, de Sibeliusstraat, de Stokhasseltlaan, de Ravellaan en langs de Goirkekanaaldijk. 




Berken in hoogveen in Wit-Rusland.


Berken zijn bestand tegen extreme weersomstandigheden. Winterhard als je zijn groeien ze zelfs ten noorden van de poolcirkel. Ondanks de sierlijke vormen is de berk een zeer taaie boom en buigt met harde winden mee. Ver noordelijk, in Scandinavië en Rusland vindt men wel oude (oer)berkbossen. Op de ruige toendra’s komen ook struikvormen voor. In Wit-Rusland zag ik de meest prachtige berkenbossen op de hoogvenen. Oneindige hoeveelheden spierwitte stammetjes naast elkaar, met de voeten in het water. Op hogere droge deel werd berkensap afgetapt voor allerlei doeleinden. Het licht zoete berkensap is zo drinkbaar of te verwerken tot berkensiroop en berkenbier of berkenwijn, al dan niet mousserend. 



Het aftappen van berkensap.


Berken, inheems in Nederland zijn in 2 soorten te onderscheiden. De ruwe en de zachte berk zijn nauw verwant en kruisen vaak met elkaar. Met kenmerken van beide soorten zijn deze tussenvormen dan ook moeilijk te onderscheiden. Het blad van de berk is meestal eirond tot ruitvormig (3-7cm.) met een spitse bladpunt. Berken zijn éénhuizig en éénslachtig. Dat wil zeggen dat in één huis, lees in één boom zowel mannelijk als vrouwelijke bloemen tot bloei komen. Eénslachtig wil zeggen dat de bloemen of mannelijk of vrouwelijk zijn, niet beide. De mannelijke katjes hangen, ze zijn lang en smal en verschijnen al in de zomer. Ze komen in het voorjaar tot bloei in de periode dat ook vrouwelijke bloemen ontstaan na het ontvouwen van het blad. De vrouwelijke katjes staan recht of schuin omhoog. Na de bevruchting komen de kleine gevleugelde zaden, dicht op elkaar tot wasdom tot ze door wind verspreidt worden. De mannelijke katjes worden langzaam bruin en zijn nog lang 
zichtbaar. 




Zwarte berk in de Sibeliusstraat


Naast de ’gewone’ berken zijn onder de flat ’Moleneind’ aan de Sibeliusstraat een groepje zwarte berken uit de VS aangeplant en te bewonderen. Het zijn echt prachtige bomen met een donkere schors. Even bijzonder als de Aziatisch papierberken in de Griegstraat met losse vellen schors.



Reacties naar: adkolen@kpnmail.nl

zaterdag 8 februari 2020

Een exotische eend in de Dongevallei




Fulvouz Whistling-Duck ofwel de rosse fluiteend (Dendrocygna biocolor) 



Ad Kolen

De Dongevallei is een ecologische verbindingszone die door het Tilburgse stadsdeel ’De Reeshof’ loopt. Tweemaal per maand worden alle aanwezige vogels in kaart gebracht. Tijdens de vogeltelling op donderdagochtend 6 februari 2020 is een opmerkelijke waarneming genoteerd. Een heldere fluitende roep lokt ons naar een van de kleinere plassen in het zuidelijk deel. Een eend van een iets kleiner formaat dan de wilde eend zwemt opgewonden op en neer. Hij heeft een lange nek en roept regelmatig luid. Het is mooie eend met een ’sjeik’ verenkleed en een blauwachtige snavel. De kop is bruin met een donkere kruin en zwarte ogen. De bovenzijde van het gesloten vleugeldek is zwart met subtiele toenemende bruine strepen naar de hals toe. De flanken zijn bruin met witte losse veren als afscheiding. De geelbruine hals heeft onder de kop een witte kraag met een zwarte ondergrond.


De eend is niet erg schuw en laat zich goed fotograferen. Thuis is de naam snel achterhaald. Er staat een foto van deze vogel op de voorpagina van ’’Photographic handbook of the Wild Fowl of the World ’’ van Ogilvie & Yong. Het is de Fulvouz Whistling-Duck ofwel de rosse fluiteend (Dendrocygna biocolor). Beiden geslachten fluiten, de toon van het vrouwtje is wat hoger. De naam gele boomeend wordt ook wel gebruikt, daar ze in bomen slapen. Naast op de bodem tussen de planten broeden ze ook in holle bomen. Ze wisselen elkaar af tijdens het broeden.


                 



Rosse fluiteenden leven in groepen op ondiepe meren en poelen, en in moerassen en rijstvelden. Ze zoeken, vooral 's nachts naar voedsel dat bestaat uit zaden, granen, rijst, insecten en andere kleine waterdiertjes. Het verspreidingsgebied van de rosse fluiteend is groot, ze komen voor in alle tropische zones van de wereld, Zuid- en Midden-Amerika, Oost Afrika, Madagaskar en in het zuiden van Azië.



Ze vormen een paar voor het leven en zorgen beiden voor de jongen. Bij de meeste eendensoorten staat het vrouwtje er alleen voor. Het mannetje en vrouwtje hebben het zelfde verenkleed en hun vleugels zijn tamelijk groot in verhouding tot andere watervogels.





























De rosse fluiteend is een niet-invasie exoot die als kooivogel wordt gehouden in ons land. Vanaf 2006 staan er exemplaren gemeld op waarneming.nl. In 2009 was er mogelijk een broedgeval. Vorig jaar werden 120 rosse fluiteenden gemeld, waaronder ook in onze omgeving: Den Bosch, Vught, Boxtel en Chaam. 


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl