zaterdag 16 september 2023

Aalscholver in het Wilhelminapark



















Een jonge aalscholver op een tak van een oude katsuraboom (Cercidiphyllum japonicum) in het Wilhelminapark in Tilburg. 
Deze boom wordt ook wel koekjes- of broodboom genoemd vanwege de heerlijke geur tijdens de bladval in september.
(Foto: Joost Werkhoven).


Aalscholver in het Wilhelminapark

” Hoe bijzonder kan zo’n aalscholver hier zijn? ”


Ad Kolen

Op zondag 10 september 2023 ontvang ik een e-mailbericht van Joost Werkhoven met de tekst: ”José, Arnold en Joost zagen verbaasd deze vogel in het Wilhelminapark”. Met toevoeging van bovenstaande prachtige foto.

 Bomenkenner Joost Werkhoven geeft die dag een rondleiding langs de bijzondere bomen van het jubilerende Wilhelminapark, 125 jaar bestaat het park! Het Wilhelminapark en ook het Leypark zijn de mooiste parken van de Tilburg volgens Joost, beiden ontworpen door zijn favoriete tuinarchitect Leonard Springer.

 

De vogel op de boven de vijver hangende tak van een oude katsuraboom is een jonge aalscholver die zijn vleugels droogt. Als vogelaar weet je dat de aalscholver in zijn jeugd een lichte borst heeft en dat de aalscholver zijn veren moet drogen na het vissen. De afwijkende constructie van de vleugelveren van de aalscholver en het niet invetten daarvan zorgen dat geen lucht in de veren achter blijft. Dat helpt ze bij het snel achtervolgen van vis onder water. Maar daardoor worden de vleugels wel kletsnat. Dat maakt het heel zwaar om vanuit het water direct op te vliegen. Wat ze dan ook nauwelijks doen, ze proberen eerst de veren wat te drogen. Soms doen ze dat zelfs drijvend op het water door de vleugel enige tijd omhoog gestoken te houden.


















In een tweede e-mailbericht merkt Joost op: ”Hoe bijzonder kan zo’n aalscholver hier zijn, nooit eerder hebben wij hier een aalscholver gezien.”


Het is bijzonder dat zo’n grote watervogel zo ver de stad indringt om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Hoog over de stad vliegende is de vijver in het Wilhelminapark maar een grote druppel tussen de bebouwing. Toch weet de vogel dit plekje te vinden. Tilburg heeft maar weinig wateren in het centrum en directe omgeving maar in steden met grachten vist de aalscholver tot midden in het centrum. Op kleine vijvers zoals hier in het Wilhelminapark verschijnen ze al vroeg in de ochtend om ongestoord te kunnen vissen. Vaak vist de aalscholver alleen of met enkele soortgenoten. Op groter vaak troebele water vissen ze gezamenlijk. In een lijn jagen ze de vissen voor zich uit. Door steeds over elkaar heen te vliegen kunnen ze de opgejaagde vissen grijpen. Deze effectieve methode zag ik voor het eerst tientallen jaren terug op het IJsselmeer. Ook op de plas van het Noorderbos zie ik dat in de winter gebeuren als tientallen overwinterende aalscholvers er gezamenlijk foerageren.

 

De aalscholver is honderden jaren vervolgd. De slechte waterkwaliteit speelde ze gedurende het midden van de vorige eeuw ook flink parten. Na het invoeren van bescherming namen de aantallen aalscholvers toe, ook de verbetering van de waterkwaliteit pakt aanvankelijk positief uit voor de soort. Regelmatig komt de discussie weer naar boven van de vermeende concurrentie met de beroepsvisserij. Ook vanuit de sportvisserij wordt geklaagd. Zelfs op Europees niveau wordt er nu over gesproken!

Aalscholver weer onder vuur in Europees Parlement | Vogelbescherming

Vogelbescherming Nederland zet daar wetenschappelijke kennis tegenover!

De aalscholver eet vissen van 15-40 cm, voornamelijk de soorten die veel voorkomen. De afname van de voedselrijkdom, sinds eind jaren 1970 neemt de fosfaatbelasting van de wateren in Nederland af. Dit heeft een effect op de totale visstand. Hierbij neemt de biomassa aan vis af wat ook effect heeft op het aalscholverbestand. In de laatste 12 jaar neemt de aalscholver gestaag af, met minder dan 5% per jaar. In 2020 werden 16.500 paar geteld, dat is een derde minder dan in 2010 (bron van  trends en aantallen: Sovon Vogelonderzoek Nederland).































Het wennen aan mensen en de afname van vis in bepaalde wateren maakt dat de aalscholver op zoek gaat naar rijke viswateren als vis- en parkvijvers. Daar worden jaarlijks tonnen lokvoer en brood voor de eendjes in gegooid. Daar doen veel vissen het goed en worden zelfs terug gezet (soms gewond). Ondanks het troebele water in het Wilhelminapark is de vijver toch aanlokkelijk voor de aalscholver om er te vissen!


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl




















Een volwassen aalscholver langs de Maas in Maastricht met op de achtergrond de Basiliek O.L.V. Ter Zee.



woensdag 13 september 2023

Zwarte ooievaar op trek

 


De jonge zwarte ooievaar gezien op 16 augustus in De brand bij Udenhout.


Zwarte ooievaar op trek



Ad Kolen

Vroeger was de zwarte ooievaar een broedvogel in Nederland. Nu verblijft hij alleen korte periodes tijdens de trektijd in ons land. Een jaarlijks terugkerend fenomeen, waar de aantallen van toenemen. Maar toch is de Ciconia nigra een spaarzame verschijning. Dat komt door het verdwijnen van ooibossen uit Nederland.


























De jonge zwarte ooievaar die 3 dagen in september verblijft op een weiland ten westen van het Noorderbos, onder 'de rook' van de TV-toren.



De meeste zwarte Ooievaars uit Noord- en Oost Europa overwinteren in Afrika, merendeels in het midden en het oostelijk deel van Afrika, zuidelijk van de Sahara. Door onder andere het uitbreiden van het broedareaal van de zwarte ooievaar richting West-Europa, lijken ook meer vogels in West-Afrika te gaan overwinteren. Soms al in juli en tot in oktober ondernemen ze deze reis. Overal in Nederland worden ze dan waargenomen, de meesten in augustus en september.

























Volwassen zwarte ooievaars zijn kleurrijke verschijningen (Madjarovo-Bulgarije 2017).


De zwarte ooievaar is iets kleiner dan de ooievaar maar heeft dezelfde vorm. De volwassen vogel heeft een meest zwart verenkleed met een paarse en groene metaalglans, de buik is wit van kleur. De stevige snavel is rood, de poten zijn lang en rood. De jonge vogel heeft grijsgroene poten en snavel. Klepperen met de snavel zoals de ooievaar doet deze soort niet of nauwelijks. Het nest van takken is groot en wordt ieder jaar opnieuw gebruikt. Door het steeds aanvullen en uitbreiden wordt het nest erg groot. Het voedsel van de zwarte ooievaar bestaat onder andere uit amfibieën, vis, kleine zoogdieren en jonge vogels die gevangen worden in besloten landschappen met vochtige weiden, moerassen of in ondiepe wateren.

























Een bewoond nest van een zwarte ooievaar (Chloepin Buda - Belarus 2010).



Het bijzondere verschijnsel van de trek van de zwarte ooievaar is ook in onze omgeving te bewonderen. De vogels die we in Nederland voorbij zien komen of er kort verblijven komen vooral uit Denemarken, Noord-Duitsland, Polen en Tsjechië. Op 16 augustus van dit jaar verblijft er één in het uitgestrekte moerasgebied De Brand bij Udenhout. Het is een jong exemplaar. Ook de vogel die tot nu driemaal gezien is in een weiland, grenzende aan het Noorderbos is een jong (9, 10 & 12 september 2023). De in voorgaande jaren in De Brand waargenomen exemplaren zijn, voor zo ver ik het gezien heb, ook jonge vogels. Dat was op 26-7-2020, 20-09-2019 & 03-07-2018, allemaal in het najaar dus.





















In de bergen nestelt de zwarte ooievaar in holen en op richels van rotswanden (Madjarovo- Bulgarije 2017).



De zwarte ooievaar is een vogel met een extreem groot verspreidingsgebied. Hij broedt van het westen van Europa tot in het oosten van Azië. Meestal zijn het trekvogels die overwinteren in Afrika, India of China. 
In Europa broedt de zwarte ooievaar vooral in de uitgestrekte bosgebieden van het oosten van dit contingent tot in Rusland en verder. De aantallen nemen toe in Midden-Europa en ook in het westen broeden er steeds meer. De zwarte ooievaar breidt zijn verspreidingsgebied als broedvogel al jaren uit in de richting van Nederland. Vanuit de Duitse deelstaten Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen komen ze westwaarts. Tientallen paren nestelen tegenwoordig in de Belgische Ardennen. Al jaren hopen Nederlandse beleidmakers en vogelaars dat de zwarte ooievaar gaat broeden in ons land. Er worden ook steeds vaker overzomerende exemplaren in geschikte omgevingen waargenomen. Maar een broedpoging is nog steeds niet vastgesteld.

























Deze jonge zwarte ooievaar vindt veel voedsel op het  weiland ten westen van het Noorderbos. Er is volop te eten om op te vetten voor zijn verdere reis naar Afrika (12 september 2023).



Het Plan Ooievaar uit 1986, dat de basis is voor de huidige natuurontwikkeling in De Gelderse Poort, heeft tot doel de zwarte ooievaar weer terug te laten keren in Nederland. Ook van de inrichting van de Blauwe Kamer bij Wageningen is dat onder meer de beweegreden. De zwarte ooievaar is in tegenstelling tot de ooievaar een schuwe vogel die zich behalve tijdens de trek zelden buiten het bos of het moeras laat zien. Die schuwheid heb ik meerdere malen in verschillende Oost-Europese landen ervaren. Als het in België lukt, moet de zwarte ooievaar zich op den duur ook in Nederland opnieuw kunnen vestigen. Maar het ontbreken van de noodzakelijke rust in ons drukke landje zal ze zeker parten spelen, zoals dat bij de ondertussen in Nederland broedende kraanvogel, nog al het geval is.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl







Een idyllische plaatje van de Brand bij Udenhout.