woensdag 30 augustus 2023

Noorderbos broedvogels 2023






















Restanten van de vorige bestemming van het Noorderbos, de vloeivelden, zijn op meerdere plaatsen te zien!


Noorderbos broedvogels 2023

Een goed seizoen, een stabiele trend in de reeks en stijgende aantallen


Ad Kolen


Het ten noorden van Tilburg gelegen Noorderbos is aangelegd op de voormalige vloeivelden van de stad. Eerder lagen hier uitgestrekte heidevelden, wat soms nog in de beplanting is terug te zien. Het Noorderbos is een gevarieerd gebied van 110 ha met oude en jonge bossen, graslandjes, beken, sloten en een flinke zandwinplas. De afwisseling in biotopen trekt vele verschillende soorten vogels aan.



Broedvogel Monitoring Project
Sinds de opening van het gebied in 2003 inventariseer ik de broedvogels in het Noorderbos volgens de richtlijnen van het Broedvogel Monitoring Project (BMP) van Sovon. Bij het vaststellen van territoria volgens deze methode wordt op broedgedrag van vogels gelet. Dan zijn ‘nest-indicerend, geldige waarnemingen, datumgrenzen, fusie-afstanden, territorium-indicerend en minimale eisen’ de termen die gelden als doorslaggevende factoren. Al de verzamelde gegevens worden aan het einde van het broedseizoen via automatische clustering omgezet in territoria. Deze methode, sinds enkele jaren ook door mij gebruikt, is nauwkeuriger dan het handmatige verwerken van de gegevens. In de praktijk bestaat deze inventarisatie uit 8 telronden vanaf zonsopgang tussen half maart en half juli. Alle waarnemingen betreffende broedvogels worden ter plaatse ingevoerd in de app Avimap.


Hoogste aantal broedvogels 49
Deze 21e versie van de broedvogelinventarisatie is goed voor 49 verschillende broedvogelsoorten. Samen met hetzelfde aantal in 2007 zijn dat de hoogste aantallen. Het totaalaantal vastgestelde territoria in 2023 is 309; in 2007 is dat met 210 territoria een stuk lager. Door het na drie jaar stoppen van het ’Nestkastonderzoek Noorderbos OPEN’ zijn in 2023 wat minder gegevens verzameld en valt het totaalaantal vastgestelde territoria met 309 wat lager uit dan in het voorgaande jaar met 324. Met het vaststellen van 2 territoria van nieuwe vogelsoorten voor het Noorderbos in 2023 is het totaalaantal vastgestelde territoria in de gehele telperiode op 75 gekomen. Sinds 2003 hebben dus 75 verschillende vogelsoorten het Noorderbos geschikt bevonden als broedgebied.




Het paar knobbelzwanen, brengt ondanks serieuze pogingen geen jongen groot.


Overzicht van de broedvogels in 2023 met territoria

Fuut (1), knobbelzwaan (1), grauwe gans (1), grote Canadese gans (1), nijlgans (1), krakeend (1), wilde eend (1), kuifeend (2), buizerd (2), waterhoen (2), meerkoet (3), holenduif (1), houtduif (12), koekoek (1), bosuil (1), ijsvogel (1), groene specht (1), grote bonte specht (3), middelste bonte specht (1), kleine bonte specht, (2), oeverzwaluw (5), boompieper (7), winterkoning (25), heggenmus (9), roodborst (16), roodborsttapuit (1), merel (20), zanglijster (13), Cetti’s zanger (1), bosrietzanger (1), kleine karekiet (9), spotvogel (1), grasmus (11), tuinfluiter (10), zwartkop (24), tjiftjaf (28), fitis (8), bonte vliegenvanger (2), staartmees (1), pimpelmees (8), koolmees (20), boomklever (2), boomkruiper (12), gaai (2), zwarte kraai (4), spreeuw (4), vink (23), putter (1) en appelvink (2).


Nieuwe soorten (2)
Dit jaar is er van 18 vogelsoorten één territorium vastgesteld; zie het bovenstaande overzicht om welke soorten het gaat. De Cetti’s zanger, een landelijk sterk toegenomen vogel in de buurt van water met dichte weelderige begroeiing, is een nieuwe soort voor het Noorderbos. De middelste bonte specht is ook een nieuwe broedvogelsoort in het Noorderbos. In de oudere bossen van onder andere Brabant neemt de soort al vanaf 1990 met 5% per jaar toe. In de laatste 15 jaar is de soort verdubbeld. Ook in het Quirijnstokpark is hij dit jaar gezien. De spechten doen het sowieso goed in deze omgeving. Vier van de 5 spechtensoorten van Brabant broedden dit jaar in het Noorderbos. Alleen de zwarte specht is er in 2023 niet bij. Vier keer eerder in de reeks broedde deze zwarte gigant in het Noorderbos. De groene en de grote bonte specht zijn in alle jaren van deze 21-jarige reeks broedvogel in het gebied.








De Noorderplas.


De Noorderplas, moerasgas en watervogels
De Noorderplas is gegraven voor het zand, om onder andere de noordelijke randweg om Tilburg aan te leggen. Na de opening van het Noorderbos in 2003 is aan de randen van de plas zand terug gestort om verzakking van de oevers tegen te gaan. Later hebben de zandstortingen grote vormen aangenomen. Van 2008 tot 2018 zijn grote hoeveelheden ’laagwaardig’ zand en veel slib met dikwijls plantaardig materiaal in de plas gestort. Het geheel was zeer commercieel opgezet met weegbrug en aangelegde stortwallen tot ver in de plas. Na het eindigen van de zandstortingen is het zand gelijkmatig over de bodem verdeeld en werden de oevers natuurvriendelijk ingericht. De diepte van de plas is inmiddels tussen de 3 en 4 meter geworden, wat volgens de plannen de natuurwaarde zou bevorderen. In maart 2019 is de plas opgeleverd. Ruim een half jaar erna vallen de vele bubbels op, die uit het water opstijgen. Het vele plantaardige materiaal, dat naast het zand en de vele stenen in de plas is gestort, is gaan werken. Er wordt moerasgas gevormd. Moerasgas is de benaming voor gas dat ontstaat als gevolg van zuurstofloze bacteriële afbraak van organisch materiaal. Moerasgas bestaat voornamelijk uit methaan. Tot aan het verschijnen van dit verslag gaat de gasvorming door. Het verwachte herstel van de watervogelpopulatie blijft uit. De dodaars keren niet terug. Het aantal paren futen is geslonken; tot broeden komt de soort niet meer. Ook het aantal meerkoeten en waterhoenen is sterk afgenomen. Naast de grote Canadese ganzen verschijnen maar beperkte aantallen andere watervogels op de plas. De voortdurend opborrelende gassen gaan blijkbaar niet samen met het verblijven en broeden van veel watervogels. Hoe lang gaat dit duren?












Een rietkraag ontwikkelt zich aan de zuidwestzijde van de plas. 


Riet
Ten behoeve van de ontwikkeling van riet en andere waterminnende planten zijn bij de herinrichting van de Noorderplas in het winterseizoen van 2018-2019 aan de zuidwestzijde van de plas verlaagde zones aangelegd. Door aanhoudende droogte is de groei van rietplanten maar slecht op gang gekomen. In overleg met de gemeente en de beheerder zijn de aan de plas grenzende delen waar wel langzaam maar zeker rietvegetatie ontstaat, niet gemaaid. Het huidige beeld is dat er zich nu, mede door de toegenomen regenval, een rietkraag ontwikkelt aan de zuidwestzijde van de plas. Ook op de zandplaat aan de oostkant bij de Kalverstraat is een flinke rietplaat ontstaan. Na een eenmalig maaibeurt is dit deel met rust gelaten en heeft de rietvegetatie zich kunnen ontwikkelen. Het is de locatie waar de nieuwe vogelsoort voor het Noorderbos, de cetti’s zanger, zich heeft gevestigd.


Knobbelzwaan
Er zijn maar weinig vogelsoorten waarvan je kunt vaststellen dat ze werkelijk eieren leggen en jongen uitbroeden. Het is bij de BMP methode ook niet de bedoeling om daar naar te zoeken, om verstoringen te voorkomen. Bij enkele soorten zoals fuut, meerkoet, waterhoen, verschillende soorten ganzen en de knobbelzwaan is dat wel eenvoudig vast te stellen. In 2015 heeft een paar knobbelzwanen ergens op een verborgen plekje in het Noorderbos of in de buurt eieren bebroedt en zijn daar 4 jonge knobbelzwanen uitgekomen. Aan het begin van het broedseizoen van dit jaar lijkt dit ook weer te gebeuren. Aan de rand van een rietveld, goed zichtbaar vanaf de Kalverstraat, bouwt het paar een flink nest. Het bijzonder hoge water in de plas stagneerde de bouw wel een beetje, maar het nest is wel afgebouwd. Het paar is vanaf begin april in elkaars gezelschap op de plas gezien. Het mannetje verdedigt de gehele Noorderplas als zijn territorium en verjaagt alle grote watervogels. Een soepgans die hier al jaren verblijft, moet het regelmatig ontgelden. Helaas loopt het niet goed af. Na 10 juni wordt het paar niet meer gezien! Verstoring lijkt me uitgesloten, waarschijnlijk is één of zijn beide partners nog te jong!





De herstelde oeverzwaluwwand.



Oeverzwaluw
De oeverzwaluw is ook een vogelsoort die goed te volgen is. De geheel onder opgeschoten wilgen verdwenen kunstmatige oeverzwaluwwand (een hoop zand met een verticaal front) aan de zuidrand van de Noorderplas is in 2022 op eigen initiatief door Boomrooierij Weijtmans hersteld. Helaas is de wand in 2022 niet door oeverzwaluwen bezet. In 2023 echter wel. Na wat lichte herstelwerkzaamheden door mij zijn op zaterdag 10 juni de eerste activiteiten van oeverzwaluwen vastgesteld. Uiteindelijk hebben tenminste 5 paren oeverzwaluwen gebruik gemaakt van de wand.





Oeverzwaluw - Riparia riparia.



Roodborsttapuit
Door natuurlijke wijzingen in het Noorderbos is de roodborsttapuit na pieken van 5 en 6 broedparen uiteindelijk in 2021 verdwenen. Dat wil niet zeggen dat het slecht gaat met dit bijzondere vogeltje. In het aangrenzende agrarisch gebied vinden al enkele jaren 4 tot 6 paren roodborsttapuiten een broedplek op geschikte plaatsen. Ook aan de westkant, net buiten het Noorderbos broedt al 2 jaar een paar. Het is dan ook niet onverwacht dat de roodborsttapuit terugkeert in het Noorderbos, na aanleg van een ecologische verbindingszone ten behoeve van boomkikkers en verwanten. Meer openheid en nieuwe ruigten, daar voelt de roodborsttapuit zich weer thuis.





                    Meer openheid voor padden en kikkers geeft een soort als de roodborsttapuit ook weer een kans.



Bonte vliegenvanger
Van de bonte vliegenvanger zijn vorig jaar 3 en dit jaar 2 territoria vastgesteld. Dit jaar is één paar daarvan daadwerkelijk broedende in een nestkast aangetroffen.


Stabiele basis

In de lange reeks van broedvogelinventarisaties behoren in totaal 23 vogelsoorten tot de jaarlijkse broedvogels. Naast de groene en de grote bonte specht zijn dat wilde eend, waterhoen, meerkoet, houtduif, boompieper, winterkoning, heggenmus, roodborst, merel, zanglijster, kleine karekiet, grasmus, tuinfluiter, zwartkop, tjiftjaf, fitis, pimpelmees, koolmees, boomkruiper, gaai en vink. Daarnaast zijn er soorten die er bijna jaarlijks of toch zeker regelmatig broeden zoals fuut (20x), spreeuw (20x), bosrietzanger (20x), spotvogel (19x) en nog meer soorten die meer dan de helft van de jaren van de reeks tot de broedvogels van het Noorderbos gerekend kunnen worden.


Ontbrekende broedvogels
Op het overzicht ontbreken 26 soorten broedvogels, die wel eerder in de tellingenreeks in het Noorderbos broedden, maar niet in 2023.

Dodaars, ontbreekt al sinds 2016.
Blauwe reiger, broedde 1x vorig jaar.
Mandarijneend, toevallige broedvogel in 2017.
Soepeend, onregelmatige broedvogel.
Sperwer, 1x broedvogel in 2015.
Torenvalk, in het begin van de reeks 6x broedvogel.
Patrijs, 9x broedvogel, vanaf 2009 verdwenen als broedvogel en kort daarop langzaam maar zeker uit het gehele gebied ten noorden en oosten van de stad verdwenen.
Fazant, sterk afgenomen en ontbreekt nu 2 jaar als broed- en jaarvogel. Oorzaak: het niet meer uitzetten voor de jacht in de omgeving.
Scholekster, 2x toevallige broedvogel vanuit de oostelijke agrarische gebieden.
Kleine plevier, 4x broedvogel in de tijd van de zandstortingen.
Zomertortel, 2x broedvogel, sinds 2008 niet meer waargenomen.
Zwarte specht, 4x onregelmatige broedvogel.
Witte kwikstaart, regelmatige broedvogel, 13x tot nu.
Grote lijster, 1x broedvogel in 2007.
Sprinkhaanzanger, 2x broedvogel, in 2005 en 2009.
Goudhaan, 1x broedvogel in 2016.
Matkop, onregelmatige broedvogel, 9x tot nu.
Kuifmees, onregelmatige broedvogel 3x.
Zwarte mees, onregelmatige broedvogel, 3x.
Wielewaal, onregelmatige broedvogel 3x.
Ekster, onregelmatige broedvogel 8x.
Kauw, onregelmatige broedvogel, 3x.
Groenling, regelmatige broedvogel, 13x. Sterk afgenomen naar nul dit jaar, mogelijk door ziekte.
Kneu, regelmatige broedvogel, 10x.
Goudvink, onregelmatige broedvogel, 5x.
Rietgors, broedvogel in het begin van de reeks, 3x.


Conclusie
De trend van de aantallen verschillende soorten broedvogels in de hele reeks broedvogelinventarisaties in het Noorderbos is met een gemiddelde van 43 (42,95) helemaal stabiel. De aantallen van de vastgestelde territoria, met een gemiddelde van 249 (249,38), laten een redelijk stijgende trend zien. Het aantal soorten broedvogels blijft dus gelijk en het totaalaantal broedende vogels is stijgende. De conclusie voor het broedseizoen 2023 is: ”Een goed seizoen, een stabiele trend in de reeks en stijgende aantallen”.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl







vrijdag 4 augustus 2023

Quirijnstokpark Broedvogels 2023


 

Naast van de vogels is het in het Quirijnstokpark ook genieten van de vele inlandse- en exotische bomen zoals deze bloeiende bergsneeuwklokjesboom (Halesia monticola) met een klein koolwitje.




Quirijnstokpark Broedvogels 2023

Een rijk broedseizoen



Ad Kolen



De langste dag is geweest, de dagen worden korter, de vogels verstillen. Het broedseizoen is voor de meeste vogelsoorten ten einde. Tijd om de balans op te maken van de broedvogelinventarisatie van 2023 in het Quirijnstokpark in Tilburg Noord.


Het noordelijke stadsdeel van Tilburg is in het begin van de 60er jaren van de vorige eeuw uit de grond gestampt om het nijpende woningtekort van de stad te verlichten. Het Quirijnstokpark ligt in het noordoosten van Tilburg-Noord. Het grenst aan het Industrieterrein-Oost en aan de Sweelincklaan. In de zomer van 1975 is het park in gebruik genomen. De oude boombeplanting werd zoveel mogelijk gehandhaafd. Een bosweide met houtwallen is deels intact gebleven. Het "Kluijtmansbosje" en de overstortvijver nabij het Wilhelminakanaal behoorden oorspronkelijk ook tot het park. Later is dat deel door het aanleggen van sportvelden, scholen en woningen van de rest van het park geïsoleerd. Er bleef een oppervlakte van 24 ha over. Het gevarieerde bomenbestand, bestaande uit inheemse- en exotische soorten, heeft na bijna 50 jaren prachtige vormen aangenomen en is samen met de vijver en de gazons een biotoop voor veel vogelsoorten.


Het vaststellen van de aantallen en de soorten vogels waarvoor het Quirijnstokpark geschikt is om te broeden, geschiedt aan de hand van het Broedvogel Monitoring Project (BMP) van Sovon. Tijdens elke van de 8 telronden in het broedseizoen, beginnende bij zonsopgang, worden alle gegevens van mogelijke broedvogels in de app Avimap ingevoerd.


Bij het vaststellen van territoria volgens deze methode wordt op broedgedrag van vogels gelet. Dan zijn ‘nest-indicerend, geldige waarnemingen, datumgrenzen, fusie-afstanden, territorium-indicerend en minimale eisen’ de termen die gelden als doorslaggevende factoren. Al die verzamelde gegevens worden aan het einde van het broedseizoen via automatische clustering omgezet in territoria. Deze methode, sinds enkele jaren ook door mij gebruikt, is nauwkeuriger dan het handmatig verwerken van de verzamelde gegevens. De betrokkenheid van de teller bij zijn gebied is met deze methode wel minder!


Sinds 1986 kijk ik naar vogels in het Quirijnstokpark en heb ze op verschillende manieren geteld. Vanaf 2001 zijn dat de broedvogeltellingen op gestandaardiseerde wijze volgens de BMP richtlijnen. Met enkele onderbrekingen tot nu toe in totaal 17 keer. Vanaf 2007 zijn het jaarrond tellingen (15 keer) zoals ik die ook in de Dongevallei en het Noorderbos uitvoer.


In de 17 jaar BMP-tellingen in het Quirijnstokpark zijn in totaal van 38 verschillende vogelsoorten broedterritoria vastgesteld. Dit aantal is sinds 2018 niet meer gewijzigd. Per jaar zijn er wisselingen in de soorten die hier broeden. Van 13 vogelsoorten (waterhoen, houtduif, grote bonte specht, winterkoning, roodborst, merel, zwartkop, tjiftjaf, pimpelmees, koolmees, ekster, zwarte kraai en vink) zijn al die jaren één of meer territoria vastgesteld. Tijdens 16 jaren BMP zijn territoria van holenduif en heggenmus vastgesteld.

Tijdens 15 jaren waren er territoria van boomkruiper en gaai en tijdens 14 jaren van groene specht en boomklever. Er is dus een stabiele basis van vogelsoorten die er jaarlijks, bijna jaarlijks of toch zeker regelmatig tot de broedvogels behoren. Eén vogelsoort is maar één keer vastgesteld als broedvogel: de bosrietzanger. In 2 van de 17 teljaren broedden er de grote Canadese gans, mandarijneend, spotvogel, matkop en groenling.


Van het broedseizoen 2023 is de stand opgemaakt met hoge aantallen als uitkomst. Het gaat in 2023 om 26 verschillende soorten broedvogels. Dat is vrij hoog ten opzichte van het gemiddelde over de 17 jaren van 23,1 territoria. In 2023 zijn in totaal 96 territoria vastgesteld: het hoogste aantal in deze reeks broedvogelinventarisaties. Een opsomming van de broedvogels en de aantallen vastgestelde territoria in 2023: Nijlgans (1), wilde eend (1), waterhoen (3), meerkoet (1), holenduif (3), houtduif (10), groene specht (1), grote bonte specht (1), winterkoning (7), heggenmus (2), roodborst (6), merel (8), zanglijster (3), kleine karekiet (2), zwartkop (6), tjiftjaf (7), pimpelmees (2), koolmees (7), boomklever (1), boomkruiper (5), gaai (1), ekster (3), kauw (1), zwarte kraai (2), spreeuw (6) en vink (6).


Van 4 vogelsoorten (appelvink, groenling, grote Canadese gans en de middelste bonte specht) zijn wel gegevens verzameld in het broedseizoen, maar deze zijn onvoldoende voor het vaststellen van een territorium. Mogelijk ontbreekt er voor deze soorten in het Quirijnstokpark iets om als broedgebied te kunnen fungeren. De appelvink (in lichte mate), de grote Canadese gans en de middelste bonte specht zijn vogelsoorten die het in Brabant goed doen en in aantallen toenemen. De groenling broedde maar enkele malen in het Quirijnstokpark. Wat deze laatste soort betreft is het waarschijnlijk een ander verhaal. Uit eigen waarnemingen weet ik dat de aantallen groenlingen in de omgeving wisselen en afnemen. De groenling is gevoelig voor ’Het Geel’ (trichomonose), een ziekte veroorzaakt door de parasiet Trichomonas gallinae. Deze ziekte is algemeen bekend als één van de doodsoorzaken bij duiven. Maar sinds enkele jaren is het in Nederland ook als doodsoorzaak aangetoond bij groenlingen.


Naast appelvink, groenling, grote Canadese gans en de middelste bonte specht en de al vernoemde bosrietzanger ontbreken dit jaar ook in eerdere jaren vastgestelde broedvogels als mandarijneend, sperwer, Turkse tortel, kleine bonte specht, spotvogel, tuinfluiter, fitis, matkop en staartmees.



Jonge waterhoenen, van een flink formaat al, pas in juni gezien.


Van het waterhoen zijn de nakomelingen pas in een laat stadium gezien: eind juni! Ze hebben zich goed verscholen gehouden, ze zijn dan al halfwas. De waarneming van 10 net uitgekomen pullen op maandag 3 april was het resultaat van een succesvol territorium van een paar wilde eenden. Op diezelfde dag dobbert een paar nijlganzen met 3 jongen op de vijver. Voor een aantal vogelsoorten is het ’broedseizoen’ een rekbaar begrip. Van de fuut en de houtduif is dat bekend, maar ook de nijlgans houdt zich niet aan de bekende data. Na het afsluiten van het BMP is op dinsdag 25 juli een paar nijlganzen met 8 jongen van minder een week oud aan de rand van de vijver gezien. Ook vorig jaar zag ik jonge nijlganzen buiten de reguliere broeddata (15 maart-15 juli). Al heel vroeg in het jaar, op 7 februari 2022, zag ik nijlganzen met 11 donsjongen op de vijver in het Quirijnstokpark.






















Een jonge nijlgans, in april geboren en heeft nu al bijna het formaat van een volwassen vogel.


Wisselingen in de soorten broedvogels en ook in de aantallen zijn onder andere het gevolg van de weersomstandigheden, veranderingen in het gebied en de stand van de landelijke populaties van de betreffende vogelsoorten. Geen broedseizoen is gelijk aan dat van een voorgaand jaar. De uitkomsten zijn soms voorspelbaar, maar soms ook niet, of ze zijn zelfs onverklaarbaar.


Een voorbeeld. De boomklever, een soort waarvan al jaren een stijgende trend bekend is, heeft in 2023 maar één territorium in het Quirijnstokpark. Ook in het Noorderbos is het resultaat 50% minder dan in het voorgaande broedseizoen. Daarentegen doet de andere boombewoner, de boomkruiper, het bijzonder goed. Die behaalde het hoogste aantal van 5 territoria in de reeks in het Quirijnstokpark. Ook in het Noorderbos scoort de soort met 12 territoria hoger dan ooit.


Op de meeste plaatsen in Brabant nemen de bomenminnende soorten in aantallen toe door het ouder worden van de bomen. In het Quirijnstokpark is de vink de enige soort die daar enigszins van lijkt te profiteren. Soorten als zwartkop, tjiftjaf en de mezen pimpelmees en koolmees (die eigenlijk het best floreren in eiken- of gemengde bossen) staan al jaren op een redelijk stabiel niveau. Ook vogels die graag in lage begroeiingen verblijven, zoals roodborst, heggenmus en winterkoning, vertonen geen forse stijgingen of dalingen in de aantallen. Dit heeft te maken met het onderhoud van het park. Dunningen van ouder wordende bomen en het regelmatig afzetten van lage begroeiingen geven meer openheid op de bodem en minder beschutting aan deze struweelvogels.


In 2018 is de vijver in het Quirijnstokpark geschoond en is er veel slib afgevoerd. In het zuidelijk deel is daardoor aan één oever meer openheid ontstaan, en ook is de vijver daar minder diep dan voorheen. Hierdoor is een flinke rietkraag ontstaan met aangrenzend een ruige begroeiing van allerlei planten. Een ideale biotoop voor de kleine karekiet. In 2023 broedden er dan ook 2 paren kleine karekieten in het zuidelijk deel vanaf de brug over de vijver. In drie eerdere jaren in deze tellingenreeks broedde er steeds één paar kleine karekieten in dit deel van de vijver.


Het geheel van veranderingen en invloeden in ogenschouw genomen zijn de uitkomsten van de broedvogelinventarisatie in het Quirijnstokpark in 2023 zijn goed te noemen: ’een rijk broedseizoen’ is een passende aanduiding!




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl