zaterdag 26 september 2020

De ooievaar en Tilburg



      

           Foeragerende ooievaar ten noorden van Tilburg. 



Ad Kolen

Sinds ongeveer 10 jaar wordt de ooievaar regelmatig in de buurt van Tilburg gezien en soms ook daar boven. De aantallen nemen de laatste jaren toe. Bijzonder eigenlijk daar het huidige Tilburgse buitengebied niet echt een biotoop voor de ooievaar is. In dit verhaal het hoe en waarom van dit fenomeen. Te beginnen met het indelen van de herkomst van de signaleerde vogels. De ’Safariparkpopulatie’ is het gehele jaar in de Tilburgse omgeving te zien. Daarnaast onderbreken groepen trekkende ooievaars aan het einde van de zomer hun trektocht naar Afrika ten noorden van Tilburg.


Een onmiskenbare vogelsoort
Maar eerst iets meer over de vogel zelf. Een ooievaar (Ciconia ciconia) beschrijven is eigenlijk overbodig. De soort is onmiskenbaar door zijn lichaamslengte van ruim een meter en een spanwijdte van de vleugels van ongeveer twee meter. Het bekende zwart-wit verenkleed met een forse rode snavel, lange rode poten en een flinke nek horen daar bij. Zwevende in de lucht maar ook foeragerende in een weiland kijkt nagenoeg niemand daar overheen.



                     
                      

Houdt van open natte gebieden
De Ooievaar leeft graag in uitgestrekte, vochtige, reliëfrijke weilanden met sloten en depressies, met een hoog voedselaanbod. Hooilanden en moerassen van een gelijke kwaliteit behoren eveneens tot zijn biotoop. Statig wandelend door zijn favoriete leefgebieden zoekt de ooievaar naar amfibieën, kleine zoogdieren en grote insecten. Hij vindt zijn biotoop langs de grote en kleine rivieren van ons land. De veenweidegebieden in Friesland, Zuid-Holland en Utrecht zijn ook gewild. Grote steden als Amsterdam en Den Haag raken meer in trek. De hogere delen van ons land juist niet. De Ooievaar houdt niet van bossen, hoogveen en grootschalige akkerbouwgebieden als in Flevoland en Groningen.


Omgeving Tilburg geen ideaal biotoop
Gezien de eisen die de ooievaar aan zijn leefgebied stelt is de omgeving van Tilburg momenteel geen ideaal broedbiotoop voor hem. Met de vele natte heidevelden in de omgeving was dat enkele eeuwen terug waarschijnlijk wel anders. Het meer noordelijk gelegen rivierengebied vanaf Waalwijk was zelfs talrijk bevolkt door de soort. Ten zuiden van Tilburg, tegen de grens met België aan de Regte Heide ligt het landgoed ’Het Ooievaarsnest’. Deze naam is er niet voor niets aangegeven. Door vernatting van de terreinen probeert men de ooievaar te verleiden om er terug te keren. 



    Broedende ooievaar in Safaripark Beekse Bergen.

De ’Safariparkpopulatie’ 
De huidige, min of meer vaste ’Safariparkpopulatie’ is ontstaan ín het Safaripark Beekse Bergen. De basis bestaat uit geleewiekte ooievaars die ooit in het park werden gehouden. De groep is aangevuld met wilde ooievaars die zijn aan komen vliegen. Samen zijn ze uitgegroeid tot een vaste broedpopulatie. Nu broeden er jaarlijks ongeveer 10 paren in het park aan de buitenkant op grote vogelvolières. Ook in de toppen van meerdere grove dennen worden ieder jaar een aantal nesten gebouwd. In 2020 was het broedsucces goed. Uit alle nesten vlogen 2 of 3 jongen. De groep leeft zelfstandig hoewel ze soms wel eens wat voer ’pikken’ in het Safaripark. Ze worden niet bijgevoederd. (Bron: R.Meijer-Safaripark Beekse bergen). 



   Jonge ooievaars in vrijheid geboren in het Safaripark.
                                                                                                                        
Ook in de winter 

Losse exemplaren en groepjes ooievaars worden boven Tilburg gezien. Vaak foerageren ze ten noorden van de stad. De vuilnisstortplaats ’De Spinder’ is een plek waar ze regelmatig ’snacken’. Rond de gehuchten Vijfhuizen en Kouwenberg zoeken ze graag naar voedsel op enkele niet zo intensief bewerkte weilanden. In juli en augustus van 2020 werden juist vliegvlugge jongen daar mee naar toe genomen. De zomerpopulatie bestaat uit meer dan 50 vogels, inclusief een aantal niet broedende. In augustus/september trekken de jongen en een deel van de oudervogels naar Afrika. Een beperkt deel van de groep blijft in de omgeving hangen gedurende de winter. De winterpopulatie bestaat uit hooguit 20 exemplaren. In de winter van 2019-2020 is vaak het exacte aantal van 18 exemplaren gezien.





    Ooievaars in Landschapspark Moerenburg.

Moerenburg
Ook het ten oosten van Tilburg gelegen ’Landschapspark Moerenburg’ wordt regelmatig door ooievaars bezocht. Het safaripark ligt op korte afstand daarvan. De groepen variëren in aantallen tot wel 60 stuks. Het in maart 2013 in het gebied geplaatste ooievaarsnest is helaas maar één keer door een ooievaar bezocht. (bron: B. Akkermans)






De Hilver
In de directe omgeving van het Safaripark wordt de ooievaar ook vaak gesignaleerd. Vooral tussen Diessen en Moergestel in het natuurgebied ’De Hilver’. Vanuit het landinrichtingsproject ’De Hilver’ zijn diverse maatregelen genomen om de biodiversiteit in het gebied te verbeteren (2010-2011). Beekherstel van ’De Reusel’, hermeandering van ’Het Spruitenstroompje’ en de transformatie van landbouwgrond tot natuur. Een prachtig staaltje natuurherstel gericht op weidevogels. Beheerders en vogelaars zijn echter niet blij met de ooievaars. P. Busink (2015) Schrijft in zijn inventarisatierapport daar over; ”De laatste jaren wordt het broedgebied regelmatig bezocht door ooievaars. Ze doorkruisen actief het gebied en alles wat voor de bek komt, wordt in principe opgepikt en ingeslikt. In hoeverre de ooievaar invloed heeft gehad op de reproductie van weidevogels is niet duidelijk. Wel helder is, dat weidevogels in De Hilver tegenwoordig te maken hebben met de ooievaar als serieuze predator. Bezoekende ooievaars aan het gebied worden door grutto's en kieviten fel bejegend, wat op de ooievaars weinig indruk lijkt te maken”.




Overdag naar Afrika zwevende ooievaars.


Trekvogels
De tweede categorie ooievaars die gezien worden in de buurt van Tilburg zijn trekvogels. In augustus en een deel van september trekken de in Nederland broedende ooievaars en delen van Duitse populaties weg naar hun overwinteringsgebieden in het zuiden. Het aantal waarnemingen in de trektijd is gedurende de voorbij jaren flink gestegen. Mede als gevolg van de toegenomen aantallen broedvogels. Deze trekvogels volgen de westelijke trekroute via Frankrijk, Spanje en Portugal over Gibraltar naar Noord Afrika. Hun overwinteringsgebied strekt zich over een groot deel van Afrika uit. Van Senegal, Mauritanië, Mali, Burkina Faso en Kameroen tot Tsjaad, Soedan en Kenia.



   Ten noorden van Tilburg neergestreken ooievaars om te rusten en te eten.


Overdag zwevend naar Afrika
Ooievaars zijn vrij zware vogels, met grote brede vleugels, echt vliegen is een energieverslindende bezigheid voor ze. Daarom proberen ze lange afstanden zoveel mogelijk zwevend te overbruggen. Ze laten zich opstuwen door stijgende warme luchtstromen, de thermiek. En zweven zo met weinig vleugelbewegingen naar de volgende thermiekstroming. Als het weer gunstig is kunnen ze zich per dag 7 tot 8 uur verplaatsen en ruim 200 kilometer afleggen. Tegen de avond moeten ze echter naar beneden. Ze strijken dan, uit het noordoosten komende, juist vóór de stad neer. Vermoedelijk worden ze ook aangetrokken door de vogels van de ’Safariparkpopulatie’ die zich nogal eens in deze contreien ophouden.





    Hoogte winnende ooievaars boven het Noorderbos op 6 september 2020.


Fascinerend schouwspel.
Niet altijd is het duidelijk of het om trek of om lokale vogels gaat die in grote aantallen gezien worden. Meer dan 50 ooievaars worden als trek beschouwd. Zoals op 17 augustus van dit jaar als in totaal 86 ooievaars rusten en foerageren ten noorden van de stad bij de gehuchten Kouwenberg en Vijfhuizen. Een bijzonder geval herinner ik me van de 12 verdiepingen hoge flat aan de Sibeliusstraat aan de rand van Tilburg-Noord. Waar laat in de avond meerdere tientallen ooievaars neerstreken op het dak. De volgende ochtend zijn ze al weer doorgetrokken of in de buurt aan het foerageren. Een schoolvoorbeeld van hoe ooievaars hun trektocht voortzetten heb ik op 6 september van dit jaar ervaren aan de rand van het Noorderbos. Aan het begin van een zonnige zondag, rond 11.00 u. cirkelen boven de ingang aan de Stokhasseltlaan tientallen ooievaars in de lucht. Ze draaien rondjes in tegenstelde vliegrichtingen. Ze winnen langzaam maar zeker hoogte. De gedachte aan vogeltrek komt direct bij me op. Ze blijven minutenlang rondjes draaien en hoogte winnen. Ze gaan door tot ongekende hoogte, dat kan wel 700 meter zijn. Plotseling draaien ze allemaal hun snavel in dezelfde richting en zweven massaal naar het westen toe weg. Een fascinerend schouwspel. Aan de hand van een foto is vastgesteld dat het 56 ooievaars zijn.




 Op hoogte gekomen ooievaars boven het Noorderbos op 6 september 2020 zweven         plotseling naar het westen.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl






                                In de winter blijft deel van de 'Safariparkpopulatie ' in de buurt hangen !!