zondag 15 januari 2023

Dongevallei; De vogels in 2022


 

Gevlekte orchis in de Dongevallei.


Dongevallei; De vogels in 2022

lage aantallen, minder soorten en territoria
door samenloop van omstandigheden


Ad Kolen


De Dongevallei in het westelijke stadsdeel van Tilburg, de Reeshof is één van de drie locaties die ik jaarlijks onderzoek op de voorkomende vogelsoorten en de aantallen daarvan. Een beeld vormen van de lokale vogelstand in verschillende biotopen is de opzet van deze onderzoeken. Dit is een kort verslag van de resultaten van de tellingen in de Dongevallei in 2022.



Ecologische verbindingszone

De Dongevallei is aangelegd als een ecologische verbindingszone tussen de natuurkerngebieden Regte Heide / Riels Laag en de Lange Rekken. Van 1996 tot 2000 worden de werkzaamheden voor de aanleg van de Dongevallei uitgevoerd tussen de spoorlijn Tilburg-Breda en het Wilhelminakanaal. Het meest noordelijke deel ging het eerst op de schop. Aan beide zijden van de ’genormaliseerde’ en verplaatste beek is van een strook van ongeveer 75 meter de overbemeste bovenste laag afgegraven. Dit is voorzichtig uitgevoerd om de onderliggende bodemstructuur intact te laten. De loop van de beek is meanderend gemaakt, plaatselijk verlegd en opgesplitst om een groot eiland te creëren. Er zijn diverse poelen van uiteenlopend formaat gegraven, er zijn open vlaktes gecreëerd en permanente laagtes aangelegd met het oog op ruigtes en hooilandvegetaties. In de gebiedsdelen waar bos en struweel zijn gepland, is de hoofdstructuur van de beplanting aangebracht. Hierbij is er vanuit gegaan dat die zich door natuurlijke processen verder ontwikkelen. Voor het bosplantsoen is gebruik gemaakt van inheems genetisch materiaal van lokale of regionale oorsprong. Het streefbeeld is de Dongevallei te ontwikkelen tot een half natuurlijke laaglandbeek. De gemeente Tilburg heeft als doelstelling de Dongezone op een zo hoog mogelijk, maar realistisch niveau te laten fungeren als verbindingszone voor de kenmerkende dieren- en plantensoorten van een laaglandbeeksysteem.






Zwarte els in bloei.


Steeds op dezelfde manier geteld


De vogelstand wordt in de Dongevallei jaarlijks op een gestandaardiseerde wijze in kaart gebracht. De tweemaal per maand gelopen telronden zijn in het broedseizoen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Broedvogel Monitoring Project van Sovon. De uitkomsten van deze reeks geven, naast een beeld van de broedende vogels ook een weergave hoe het met de vogelbevolking het jaar rond gesteld is. Het is geen volledig beeld. Maar steeds op dezelfde manier langs een vaste route de aantallen aanwezige vogels vastleggen geeft wel een vergelijkbare weergave van de verschillende jaren. Ook met andere gebieden onderling, die op gelijke wijze zijn bekeken, zijn eventueel vergelijkingen mogelijk. Daarnaast worden de in het broedseizoen verzamelende gegevens gedeeld met Sovon die ze gebruikt om vast te stellen hoe de aantallen van de Nederlandse broedvogels zich ontwikkelen. Sinds enkele jaren worden de in de rest van het jaar verzamelde gegevens ook met Sovon gedeeld. Die worden mét de door vele andere vogelaars verzamelde gegevens gebruikt om het beeld van de Nederlandse vogelbevolking op een actueel peil te houden (LiveAtlas).






Schotse Hooglander, vaste begrazer in de Dongevallei.

Het weer

Het weer in 2022 is met één woord te omschrijven, droog! Het jaar is gemiddeld genomen droog verlopen met 773 mm regen tegen 853 mm normaal. Er zijn grote verschillen vastgesteld. Natte en droge maanden wisselende elkaar af. Een natte februari maand komt na een droge eerste maand van het jaar. In de zomer was het extreem droog voornamelijk in het zuiden en het oosten van het land. Buien waren er wel, soms hevig, maar meestal lokaal. Vanaf september was er meer neerslag met opnieuw grote lokale verschillen.


Onafgebroken reeks

De vogeltellingen in de Dongevallei zijn in een onafgebroken reeks vanaf 2004 uitgevoerd. Vanaf het begin in 2004 tot het einde van 2022 zijn in totaal 127 verschillende vogelsoorten waargenomen. Via een vaste route worden alle aanwezige vogels, binnen de afrastering genoteerd. Een strikte frequentie van tweemaal per maand en gelijkmatige verdeling over de maand wordt aangehouden. De looprichting, in noordelijk of in zuidelijk, wisselt per telling.





Aalscholvers, vaste gasten op de loopbrug in het noordelijk deel.


Zevenendertig broedvogels

Het gaat in 2022 in de Dongevallei om zevenendertig broedvogels, of beter gezegd om zevendertig verschillende vogelsoorten waarvan voldoende gegevens zijn verzameld om één of meerdere territoria vast te stellen. Bij het vaststellen van territoria volgens de BMP-methode wordt op broedgedrag van vogels gelet. Dan zijn ‘nestindicerend, geldige waarnemingen, datumgrenzen, fusieafstanden, territoriumindicerend en minimale eisen’ de termen die gelden als doorslaggevende factoren. Het meeste van deze termen zijn in het veld niet meer zichtbaar van belang. Sinds enkele jaren gebruik ik de app ’Avimap’ van Sovon. De app filtert de benodigde gegevens er uit. Op de website van Sovon zijn aan het einde van het broedseizoen via autoclustering door één knopdruk alle territoria te bepalen.


Grote Canadese gans in dalende trendlijn gedrukt

Het aantal vastgestelde territoria van zevenendertig verschillende vogelsoorten in de Dongevallei in 2022 is lager dan het aantal van veertig in het voorgaande jaar. Het aantal ligt echter maar even onder het gemiddelde van 37,8 sinds 2004. In het totaal gemiddelde van de per jaar vast gestelde territoria (182) vanaf 2004 valt 2022 met 188 territoria daar ruim boven. Het totaalaantal van alle vastgestelde territoria per jaar was aanvankelijk met 123 in 2004 erg laag. Stijgingen en pieken worden later onder meer veroorzaakt door het toenemend aantal broedende grote Canadese ganzen en de wisselende bezettingen van de oeverzwaluwwand. Van de grote Canadese gans zijn in 2018 vanaf de vaste telroute het hoogste aantal van vijfenveertig territoria vastgesteld. Voor deze soort bestaan die waarnemingen voornamelijk uit bezette nesten met eieren. Door de forse predatiedruk door de vos en beperkende maatregelen uitgevoerd door ’Hofganzen’ worden de grote Canadese ganzen al enkele jaren in een dalende trendlijn gedrukt. Van de vijfentwintig in 2022 vastgestelde territoria zijn er maar weinig resultaten waargenomen. Al jaren, in toenemende mate zijn de aantallen waargenomen pullen laag en de broedsels klein. Door de stijgende druk op de soort en verdere domesticatie hebben ze zich ondertussen over heel het stadsdeel verspreidt.





Concentraties grote Canadese ganzen op de plas bij de Reuverlaan.

Overal in de Reeshof zie je voortaan foeragerende grote Canadese ganzen die in het voorjaar zijn vergezeld van hun vele jongen. Het aantal broedende vogels is afgenomen maar het totaalaantal in de Dongevallei stijgt. Met aantallen van 5663 exemplaren in 2021 en 5663 in 2022 zijn nog nooit zoveel grote Canadese ganzen in de Dongevallei gezien. Soms bestaan de totalen maar uit enkele tientallen maar enorme pieken tijdens één telronde worden steeds meer geregistreerd. Een aantal van 672 tijdens de tweede telling van oktober in 2021 en van 897 tijdens de eerste telling van september in 2022 zijn de gevolgen van verstoringen in de Reeshof of de omgeving. Ze zoeken de rust op in de Dongevallei als ze die op een andere plek niet meer vinden. Het schiereiland en de aangrenzende plas aan de Reuverlaan zijn een geliefde verzamelplaats om te rusten of soms de nacht door te brengen.





Nest met 6 eieren van de grote Canadese gans.


Park- en bosvogels nemen toe

De grote Canadese gans is ondanks de dalende lijn nog de soort met het hoogste aantal vastgestelde territoria (25) in 2022. De meerkoet is na een lichte dip met 15 territoria weer in een stijgende lijn beland. De winterkoning (13) heeft dit jaar zijn top bereikt. De soorten die ongeveer in dezelfde omgeving leven, roodborst (5) en heggenmus (3), maken deze lift niet door! Waarbij opgemerkt moet worden dat de roodborst in voorbije jaren wel flinke schommelingen heeft laten zien. Van de koolmees zijn 12 territoria berekend. Vijf, min of meer geslaagde broedsels zijn vastgesteld in de nestkasten (15) van een in dit jaar in het gebied uitgevoerd nestkastproject. De bezetting van de nestkasten was laag (6), soms laat en onregelmatig. Eén pimpelmeespaar broedde ook in een nestkast en één paar pimpelmezen vestigde zich ergens anders in de Dongevallei. De merel bereikte dit jaar het hoogste aantal (12) territoria tot nog toe.

De vogel van meer open gebieden, de fitis neemt af in de Dongevallei tot 4 territoria dit jaar. Toptotalen van deze soort als broedvogel,14 territoria zijn in 2011 en 2012 bereikt, In 2015 zijn 13 territoria van de fitis vastgesteld en daarna is de soort afgenomen. De toenemende begroeiingen zijn goed voor de tjiftjaf (11 territoria), vink (10), houtduif (10). Door de maaibeurten worden grote delen van de Dongevallei opengehouden. Het contrast met de doorgroeiende bospercelen neemt toe. Bos- en parkvogels halen er hun voordeel uit zoals grote bonte specht (1), boomkruiper (2), staartmees (2), gaai (1) en de zwartkop (10). De turkse tortel (7) heeft baat bij de combinatie van bomen en de bebouwingen. Daardoor blijven de ook kraaiachtigen als zwarte kraai (4) en ekster (5) in stabiele aantallen voorkomen.





Vier jonge krakeenden.


Lagere aantallen broedende watervogels

Achter de namen van de volgende aan watergebonden vogelsoorten staan tussen haakjes het aantal vastgestelde territoria in 2022: fuut (3) kuifeend (3), soepgans (4), nijlgans (2), scholekster (2), waterhoen (4) knobbelzwaan (2) en kleine karekiet (1). Die aantallen liggen lager dan in het voorgaande teljaar. Van de volgende soorten zijn ook vorig jaar (2021) en soms meerdere jaren daarvoor lagere aantallen territoria vastgesteld. In 2022: Wilde eend (2), soepeend (2), krakeend (1) en kuifeend (3). Verder zijn territoria vastgesteld van zanglijster (1), tuinfluiter (1), putter (1), grasmus (3), grauwe gans (2) en de ijsvogel (2).






Jonge ijsvogel.


IJsvogel broedt in oeverzwaluwwand

De oeverzwaluwwand aan de rand van de plas aan de Reuverlaan is na een redelijke bezetting in 2021 met 30 broedende oeverzwaluwen in 2022 niet bezet. Ook het eerste jaar na de bouw, 2013 is de wand niet door oeverzwaluw gebruikt. Na enkele succes jaren ontbraken ze ook in 2017 en 2020. In 2022 zijn wel tweemaal lage aantallen oeverzwaluwen boven de plas waargenomen. Ook in jaren dat er niet gebroed wordt is het wel gebruikelijk dat ze enkele malen komen kijken. In sommige jaren blijven ze ook wat langer hangen, dit jaar niet! Op 23 april 2022 zijn vier oeverzwaluwen gezien boven de Reuverplas en op 7 mei 2022 drie stuks. Na ontdekking van sporen van uitwerpselen van vermoedelijk een ijsvogel wordt die er ook gezien. Even later gaat een ijsvogel met vis in de bek de nestholte in. Meerdere waarnemingen over een lange periode verspreidt geven aan dat er zeker drie ijsvogelbroedsels zijn ondernomen in het zelfde gat in de oeverzwaluwwand. Ook in een ijsvogelwand in het noorden van de Dongevallei zijn drie broedpogingen ondernomen. Hier zijn ook juist uitgevlogen ijsvogels gezien. Ver in het zuidelijk deel van het gebied is ook een jonge ijsvogel aangetroffen. De meer zuidelijke gelegen ijsvogelwandjes zijn niet zo overzichtelijk gelegen. Gemiste broedsels zijn niet uit te sluiten. Het gaat goed met de ijsvogel in de Dongevallei. Dit jaar zijn vierendertig ijsvogels waargenomen. De aantallen schommelen nog al. Het hoogste aantal, zevenendertig is in 2017 geteld. Het hoogste aantal territoria (4) is in 2019 berekend. Het succes van de ijsvogel is mede te danken aan de vijf aangelegde ijsvogelwandjes. Het onderhoud van de meerdere wanden blijft helaas achterwege. Overwoekering door bramen en slechte toestanden van de zijwanden hebben tot gevolg dat de broedresultaten terug lopen.




Een paar nijlganzen met 12 donsjongen.



Lage aantallen, minder soorten en territoria

Het totaal aantal waargenomen vogels komt in 2022 op 12.954. In het geheel van alle negentien teljaren vanaf 2004 zijn 199.123 vogels geteld. Deze gegevens zijn verzameld tijdens in totaal 456 telronden. Het jaargemiddelde van al die jaren is 10.048. Het jaartotaal van 12.954 in 2022 ligt ruim boven het gemiddelde door een aantal hoog scorende soorten. De tien meest waargenomen vogels in 2022 zijn grote Canadese gans (5.623), wilde eend (882), soepgans (599), grauwe gans (554), meerkoet (509), kauw (357), houtduif (348), krakeend (341), vink (277) en kokmeeuw (266). Het totaal aantal waargenomen vogelsoorten is met zesenzestig het laagste aantal tot nu waargenomen. Het gemiddelde ligt op 76,6. De hoogste aantallen, vijfentachtig, zijn in 2009 en 2010 gezien. Er ontbreken nogal wat soorten die eerder regelmatig zijn aangetroffen. Dat zijn de echte zomergasten als spotvogel, braamsluiper en bosrietzanger. Buiten de vink (277), die na een forse piek weer flink is afgenomen zijn de jaartotalen van de overige vinkachtige laag: keep (2), groenling (7), ook sijs(212) en putter (114 ) zijn minder waargenomen en kneu en barmsijs ontbreken in 2022. De ondertitel van dit verslag: ’lage aantallen, minder soorten en territoria’ geven de minder gunstige bevindingen van de tellingen in de Dongevallei in 2022 aan. Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel. De watervogels doen het in het broedseizoen niet goed maar daar buiten doen sommige water gebonden soorten het wel goed: krakeend (341), nijlgans (212), slobeend (35) en blauwe reiger (43). Van de roofvogels wordt de buizerd steeds meer gezien, achtmaal in 2022.





Een paar knobbelzwanen met 2 jongen.



Samenloop van omstandigheden

De lage aantallen van een aantal vogelsoorten, het ontbreken van vogelsoorten en het teruglopen van de aantallen broedvogels hebben verschillende oorzaken. Lokaal gezien speelt het bebouwt raken van de directe omgeving en de gebieden daar omheen een beperkende rol voor meerdere vogelsoorten. De vos houdt waarschijnlijk niet alleen huis onder de ganzen maar ook onder andere bodembroeders en mogelijk ondervinden ook de watervogels daar de nadelen van. Daarnaast spelen factoren van buitenaf altijd ook een rol. Hoewel de Dongevallei redelijk nat is gebleven zijn de erg hoge temperaturen en de droogte dit jaar ook hier van invloed geweest. Al is het maar indirect door het verdwijnen van vogels uit de regio. De onder de wilde vogels weer uitgebroken vogelgriep heeft in de Dongevallei geen zichtbare gevolgen gehad. Het is wel mogelijk dat door de griep vogels ontbreken of ongezien creperen. Voorlopig wordt aangenomen dat in 2022 een samenloop van negatieve omstandigheden de resultaten in de Dongevallei beïnvloed hebben. Met hoop en vrees wordt het nieuwe jaar gevolgd.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl







Jonge futen.




dinsdag 10 januari 2023

Noorderbos; De vogels in 2022






Voorjaar in het Noorderbos.


Noorderbos; De vogels in 2022

verschenen en verdwenen vogelsoorten

lage aantallen naast pieken



Ad Kolen


Het Noorderbos is gelegen juist buiten de noordgrens van de stedelijke bebouwing van Tilburg. Het is één van de drie locaties die ik jaarlijks onderzoek op de voorkomende vogelsoorten en de aantallen daarvan. Een beeld vormen van de lokale vogelstand in verschillende biotopen is de opzet van deze onderzoeken. Dit is een verslag van de resultaten van de tellingen in het Noorderbos in 2022.


Afwisseling in biotopen

Het Noorderbos is circa 110 ha groot en officieel in 2003 geopend. Een deel van de beplantingen zijn vanaf 1990 aangelegd. Het merendeel van de bomen is in het begin van dit millennium geplant. Het Noorderbos is als recreatiebos (wandelen, fietsen, paardrijden en natuur) bestempeld en is aangelegd op de voormalige vloeivelden van Tilburg. Hier is vanaf de jaren twintig van de vorig eeuw zo’n vijftig jaar het stads- en industriewater van de stad gezuiverd. De vloeivelden zijn aangelegd op een deel van een brede lange strook heidevelden ten noorden van de stad. Het Noorderbos is een gevarieerd gebied met oude en jonge bossen, graslandjes, beken, sloten en een flinke zandwinplas. Het Noorderbos is gevoegd in het op dat moment bestaande landschap. De structuren van de vloeivelden zijn tot op de dag van vandaag te herkennen. De afwisseling in biotopen trekt vele verschillende soorten vogels naar het Noorderbos.


                     
                    

Een element uit de periode van de vloeivelden.


De vogelstand op gestandaardiseerde wijze vastgelegd

De vogelstand wordt hier jaarlijks op een gestandaardiseerde wijze in kaart gebracht. De tweemaal per maand gelopen telronden zijn in het broedseizoen (achtmaal) uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Broedvogel Monitoring Project van Sovon. De uitkomsten van deze reeks geven, naast een beeld van de broedende vogels ook een weergave hoe het met de vogelbevolking het jaar rond gesteld is. Het is geen volledig beeld. Maar steeds op dezelfde manier langs een vaste route de aantallen aanwezige vogels vastleggen geeft wel een vergelijkbare weergave van de verschillende jaren. Ook met de gebieden onderling, die op gelijke wijze zijn bekeken, zijn eventueel vergelijkingen mogelijk. Daarnaast worden de in het broedseizoen de verzamelende gegevens gedeeld met Sovon die ze gebruikt om vast te stellen hoe de aantallen van de Nederlandse broedvogels zich ontwikkelen. Sinds enkele jaren worden de in de rest van het jaar verzamelde gegevens ook met Sovon gedeeld. Die worden mét de door vele andere vogelaars verzamelde gegevens gebruikt om het beeld van de Nederlandse vogelbevolking op een actueel peil te houden (LiveAtlas).



Het weer

Het weer in 2022 is met één woord te omschrijven, droog! Het jaar is gemiddeld genomen droog verlopen met 773 mm regen tegen 853 mm normaal. Er zijn grote verschillen vastgesteld. Natte en droge maanden wisselende elkaar af. Een natte februari maand kwam na een droge eerste maand van het jaar. In de zomer was het extreem droog voornamelijk in het zuiden en het oosten. Buien waren er wel, soms hevig, maar meestal lokaal. Vanaf september is er meer neerslag gevallen met opnieuw grote lokale verschillen.






De herstelde oeverzwaluwwand


Doorlopende reeks

De vogeltellingen in het Noorderbos zijn in een doorlopende reeks vanaf 2003 uitgevoerd. Vanaf het begin in 2003 zijn tot het einde van 2022 in totaal 137 verschillende vogelsoort in het Noorderbos waargenomen. In totaal zijn in deze periode van twintig jaar 112.083 vogels geteld. Vanaf een vaste route worden alle aanwezige vogels, binnen de grenzen van het gebied genoteerd. Een strikte frequentie van tweemaal per maand en een gelijkmatige verdeling over de maand wordt aangehouden. Het begin van de tellingen wisselen om en om tussen de hoofdingang aan de Stokhasseltlaan en de ingang aan de Kalverstraat.



Veertig broedvogels

Het gaat in 2022 in het Noorderbos om veertig broedvogels, of beter gezegd om veertig verschillende vogelsoorten waarvan voldoende gegevens zijn verzameld om één of meerdere territoria vast te stellen. Bij het vaststellen van territoria volgens de BMP-methode wordt op broedgedrag van vogels gelet. Dan zijn ‘nestindicerend, geldige waarnemingen, datumgrenzen, fusieafstanden, territoriumindicerend en minimale eisen’ de termen die gelden als doorslaggevende factoren. Het meeste van deze termen zijn in het veld niet meer zichtbaar van belang. Sinds enkele jaren gebruik ik de app ’Avimap’ van Sovon. De app filtert de benodigde gegevens er uit. Op de website van Sovon zijn aan het einde van het broedseizoen via autoclustering door één knopdruk alle territoria te bepalen. Het aantal vastgestelde territoria van veertig vogelsoorten in 2022 is vijf lager dan het aantal van het voorgaande jaar. Het ligt ook onder het gemiddelde (42,6) van de tellingen sinds 2003. Lagere aantallen territoria zijn vastgesteld in 2003 (39) en 2013 (37). Het hoogste aantal (46) is in 2020 genoteerd.



Drieënzeventig soorten vogel

In het teljaar 2022 zijn in het Noorderbos het aantal van 4847 vogels waargenomen. Het betreft 73 verschillende soorten. Het aantal vogelsoorten is evenals het aantal vogels laag dit jaar. Het gemiddelde van het aantal vogelsoorten is 79,15. Het hoogste aantal is zesentachtig (2005 & 2012) en het laagste per jaar is tweeënzeventig (2015).




De Noorderplas


Noorderplas, blijvend onrustig

De Noorderplas grenzende aan de Kalverstraat hoort bij het Noorderbos. Het is een flinke plas waaruit het zand voor de aanleg van de noordoostelijke randweg en vele andere bouwprojecten is gewonnen aan het begin van dit millennium. De enorme diepte van de plas zorgde later voor instabiele oevers. De aannemer kreeg de opdracht zand terug te storten aan de randen. Dit is later een grootschalig commercieel project geworden. Van 2008 tot en met 2018 is op grote schaal laagwaardig zand in de plas gestort. Met het zand zijn naast allerlei bouwmaterialen, veel stenen en daarbij ook veel waterplanten en grote hoeveelheden slib gestort. Na het beëindigen van dit project is de plas ingericht om zich te kunnen ontwikkelen tot een natuurplas. Opgeleverd op 15 maart 2019. Voorzieningen voor rietkragen en een diepte van de plas tussen drie en vier meter zijn hoopgevende vooruitzichten. Vrij snel daarna vallende de talrijke bubbels op die uit het water omhoog borrelen. Het vele organisch materiaal dat met de terug stortingen in de plas te recht is gekomen zet zich om in moerasgas, methaan. In wisselende, vaak grote hoeveelheden blijft het methaan opborrelen. Tot het einde van dit teljaar is dat waargenomen. Vooral als er weinig wind staat vallen de bubbels op aan het strakke wateroppervlak. De verwachte opleving van de natuur na de inrichting en de herstelde rust is nog niet echt gekomen. Er ontwikkelt zich wel een rijke rietkraag aan de oostrand nabij de Kalverstraat.



Ganzen en aalscholvers

Ondanks de maatregelen komt het herstel van het eenden- en watervogelbestand niet echt van de grond op en rond de Noorderplas. Van de grote Canadese gans is in 2022 één succesvol broedsel aangetroffen. Ook tijdens acht eerdere jaren is één territorium van deze soort vastgesteld. In 2022 zijn 377 grote Canadese ganzen geteld. Een wat lager aantal in een jarenlange reeks van wisselende aantallen. Deze ganzen komen hier gewoonlijk drinken en rusten vanuit het oostelijk gelegen grootschalig agrarisch gebied. Grauwe ganzen liften soms met ze mee, 96 exemplaren geteld dit jaar. De al sinds 2013 aanwezige witte soepgans is 22 keer geteld dit jaar. De aalscholver is dit jaar eigenlijk alleen in de wintermaanden waargenomen. Waarnemingen daarbuiten zijn van andere jaren wel bekend. Sinds enkele jaren komen grote groepen aalscholvers in december en in januari gezamenlijk vissen op de plas. In totaal 112 in 2022 waarvan 37 op 23 november en 55 op 7 december. De fuut met 48 waarnemingen komt pas in september met drie jongen te voorschijn.





Canadese ganzen met jongen.


Eenden en meerkoeten

Hoewel het aantal wilde eenden sterk dalende is, 579 in 2022 en de soepeenden ook afnemen (21) zijn er van andere soorten eenden wel enkele noemenswaardige feiten vastgesteld. In januari zijn groepjes (3 & 5) foeragerende grote zaagbekken op de plas gezien. Zowel mannen als vrouwen. Tijdens twee tellingen, één in september en één in oktober worden groepjes (4 & 7) foerageren slobeenden in het midden van de plas gezien. Ze slobberen voortdurend met de kop juist onder water. Opvallend gedrag in dit 3 tot 4 meter diepe water. Gewoonlijk zoek slobeenden in ondiep water naar voedsel. Er drijft blijkbaar iets eetbaars juist onder de waterlijn (algen-wieren?) In het eerste deel van het jaar zijn op acht opeenvolgende tellingen krakeenden gezien. In totaal 54 in 2022. De drie voorgaande jaren zijn er steeds minder dan tien gezien. Aan het einde van deze reeks toch nog een watergebonden vogelsoort die het wel goed doet. In 2022 zijn 215 meerkoeten geteld en 7 territoria vastgesteld. Dan komt er nog één. Ook het waterhoen heeft in 2022 een goed jaar doorgemaakt. Met 57 waargenomen exemplaren en 5 vastgestelde territorium is het gelijk aan het ook uitstekende jaar 2021. Beide soorten, vooral het waterhoen, komen ook buiten de plas voor.




Ooievaars in het Noorderbos.


Reigers en ooievaars

Grote zilverreigers worden meest in de wintermaanden gezien. Ook in 2022, vijf in totaal. Tientallen ooievaars broeden al jaren in het Safaripark Beekse Bergen. Ze vliegen vrij rond en worden nog al eens foeragerende in de buitengebieden van Tilburg Noord waargenomen. In de winter slinkt het aantal gewoonlijk tot ongeveer twintig exemplaren. Dit jaar zijn er echter tot in november grote aantallen ooievaars ten noorden van Tilburg gezien. Op 23 november 2022 tracht een groep van 72 ooievaars cirkelend neer te strijken bij de Noorderplas. Al snel stijgt de groep weer naar hogere regionen en zweeft af in westelijke richting. Een tamelijk stabiel aantal blauwe reigers wordt al twintig jaar in Noorderbos waargenomen. De waarnemingen variëren tussen 33 en 79 exemplaren, dit jaar zijn het er 53. Gezien over alle tellingen dalen de waarnemingen in maart en april om direct weer in mei te stijgen tot ongeveer het gemiddelde niveau van de rest van het jaar. Dit jaar is de eerste maal een broedende blauwe reiger aangetroffen met minstens één jong. Goed verborgen was het een hele klus dit te bevestigen. Ik sluit niet uit dat er meerdere of mogelijk eerdere broedsels van blauwe reigers hebben plaats gevonden in het Noorderbos.



Bonte vliegenvanger, nieuwe soort in het Noorderbos.


Verschenen en verdwenen

Naast een nieuwe broedvogelsoort, de blauwe reiger, is er ook een nieuwe vogelsoort in het Noorderbos gezien, de bonte vliegenvanger (3) met territoriumindicerende activiteiten. Het verdwijnen van een vogelsoort uit een omgeving is soms voorspelbaar. Vanaf het begin van de tellingenreeks floreert de fazant in het Noorderbos. Hij wordt het jaarrond regelmatig gezien ook als broedvogel doet hij het goed (3-8 territoria). Vanaf 2015 halveren de aantallen. Een opleving in 2017 is van korte duur. In 2021 zijn maar 5 fazanten gezien en is één territorium vastgesteld. dit jaar ontbreekt de fazant geheel in het Noorderbos. De fazant is landelijk vele jaren uitgezet voor de jacht. Hoewel hij al heel lang hier voorkomt is dat niet van nature. Uitzetten is al jaren verboden maar nog lang illegaal uitgevoerd. Nu dat ook voorbij is komt naar voren dat er gebieden zijn waar de fazant zich niet zelfstandig kan handhaven. Ook in het noordoostelijk van Tilburg gelegen grootschalige landbouwgebied komt al enkele jaren geen fazant meer voor. Van de elf ooit in het Noorderbos waargenomen roofvogels zijn in 2022 twee soorten aangetroffen. Eenmaal één havik en 23 maal één buizerd, zonder vastgesteld territorium. Wel zijn er juist uitgevlogen buizerds aan de rand van het gebied gezien (3). Aan het einde van 2021 heeft Bosbeheer Tilburg, Weijtmans B.V. de aanwezige oeverzwaluwwand hersteld. De overwoekerde wand is vrijgezet en uitgebreid. Later is de wand verder afgeschermd om verstoring te voorkomen. Helaas zijn er geen oeverzwaluwen gaan broeden. Het komt meer voor dat dergelijke voorzieningen niet jaarlijks gebruikt worden. Ook de stenen wand in de Dongevallei is dit jaar niet bezet.





Jonge buizerd.

Lage aantallen

Naast geheel ontbrekende vogelsoorten zijn er in 2022 nogal wat in lage aantallen waargenomen zoals scholekster (4), kievit (3), kokmeeuw (37), stormmeeuw (8), kleine mantelmeeuw (1), holenduif (11), houtduif (109), koekoek (1) en gierzwaluw (3). Van slechts drie soorten uit deze reeks zijn territoria vast gesteld, holenduif (1), houtduif (9) en koekoek (1).



IJsvogels, spechten, zwaluwen en piepers

De ijsvogel nestelde in 2022 even buiten de grens van het telgebied. Er zijn echter voldoende gegevens verzameld om één territorium in het Noorderbos vast te stellen. Het voedsel voor de jongen is langs de Noorderplas bij elkaar gevist (zeven waarnemingen). De grote bonte specht, de meest talrijke specht in Nederland het zich 72 maal laten zien in het Noorderbos in 2022. Er zijn 6 territoria van deze soort vastgesteld. De overige spechten komen hier in veel lagere aantallen voor en laten zich minder vaak zien. Wel behoren er nog drie soorten spechten tot de broedvogels, groene specht (1), zwarte specht (1) en kleine bonte specht (2). De verschillende soorten zwaluwen broeden hier niet. Wel worden hier voedsel- en drinkvluchten gezien van boerenzwaluw (40), huiszwaluw (10) en gierzwaluw (3). De boompieper floreert vanaf het begin van de tellingenreeks. Wisselingen in aantallen per jaar liggen tussen 49 en 13. Het aantal territoria is dit jaar op 8 vastgesteld, zo ook in de twee voorgaande jaren. Het hoogste aantal in de reeks was 12 (2011) het laagste 5 (2017 & 2018).





Mannelijke ijsvogel bij zijn nest.


Het vroege trio

Het drietal, winterkoning, heggenmus en roodborst is eerder door mijn benoemd als het vroege trio. Ze zingen alle drie al vroeg in het jaar en hun biotopen overlappen elkaar. De toenemende bramen- en brandnetel concentraties in het gebied, vaak aan bosranden zijn geliefde omgevingen. De winterkoning doet het met 255 waarnemen en 25 territoria erg goed in het Noorderbos dit jaar. De stijgende lijn is voor deze soort doorgetrokken. Vijfentwintig waarnemingen zijn voor de heggenmus genoteerd en 9 territoria zijn vast gesteld. Alleen in 2007 zijn er meer territoria vastgesteld (11.) Het aantal waarnemingen van de roodborst (150) ligt in de lijn van de laatste jaren. Het aantal territoria (6) valt echter wat lager uit dit jaar.



Lijsters

Na lagere aantallen door sterfte door het usutuvirus heeft de merel zich vorig jaar weer hersteld (283 waarnemingen en 15 territoria). Dit teljaar zijn 250 waarnemingen gedaan en 21 terrioria vastgesteld. Van zanglijsters zijn 56 waarnemingen vastgelegd en 9 territoria. De trend van de zanglijster geeft vooral een stijgende lijn aan vanaf het begin. Soms stabiel maar ook sterke wisselingen in de aantallen komen voor. Lage aantallen van de wintergast, de koperwiek (83). Alle overige lijsterachtigen ontbreken dit jaar.



Zangertjes

Van de eerder waargenomen zangertjes ontbreken sprinkhaanzanger en braamsluiper. Die zijn in vorige jaren in zeer lage aantallen waargenomen. De overige acht zangertjes zijn in wisselende aantallen aangetroffen. In volgorde van aantallen (met W voor het aantal waarnemingen en T voor het aantal territoria er achter) zijn dat: Tjiftjaf (W162 - T24), zwartkop (W110 - T22), grasmus (W44 - T14), kleine karekiet (W20 - T9), fitis (W17 - T7), tuinfluiter (W19 - T12), spotvogel (W1 - T1) en bosrietzanger (W1 - T1). Over langere termijn gezien nemen bosrietzanger en spotvogel af. Ook de fitis verliest terrein door het groeien van het bosareaal. Daarentegen zitten zwartkop en fitis en alleen dit jaar ook de tuinfluiter behoorlijk in de lift. De aantallen van de grasmus nemen licht af. Ook de kleine karkiet neemt wat af maar wisselt ook sterk.





Dertien eieren van een pimpelmees, één van de succesvolle broedsels in een nestkast.


Mezen


De aantallen van de koolmezen vallen hoog uit door het uitgevoerde nestkastproject. Er zijn 403 waarnemingen geregistreerd en 42 territoria vastgesteld. De pimpelmees is 211 keer geteld en er zijn 21 territoria vastgesteld. Van beide soorten zijn tientallen jongen uitgevlogen. Een goed resultaat wat mogelijk heeft bijgedragen aan de vermindering van de overlast van de eikenprocessierupsen. Zie verder in het verslag over dit project. Verder: Staartmees, 54 waarnemingen en 1 territorium. Matkop 4 waarnemingen. Kuifmees 1 waarneming. Boomklever en boomkruiper zitten beiden in een licht stijgende lijn. Boomklever, 59 waarnemingen en 4 territoria zijn vastgesteld. Drie broedgevallen in een nestkast met goed resultaat. In totaal 23 uitgevlogen jonge boomklevers. Er zijn 59 boomkruipers geteld en 7 territoria van deze soort zijn vastgesteld.


Kraaien en vinken

De ekster komt talrijk voor in de nabij gelegen woonwijken maar moet van het Noorderbos niet veel hebben. Alleen in de buurt van een paar woningen wordt de soort enkele malen gezien in het Noorderbos. Achtmaal in 2022. Territoria zijn niet vastgesteld. In de laatste tien jaren was dat slechts eenmaal. De kauw ontbreekt al sinds 2012 als broedvogel. Wel verblijft de soort soms in de hoge bomen aan de rand van de Stokhasseltlaan. Met maar 50 waarnemingen dit jaar zijn de aantallen al jarenlang afgenomen. Zwarte kraaien zijn ook minder (107) gezien maar er zijn wel 5 territoria vastgesteld. Van vink (281), keep (3), groenling (19), putter (1) en goudvink (8) zijn de waargenomen aantallen erg laag. De overige vinkachtigen ontbreken.


Hoop en vrees

2022 gaat voor het Noorderbos als een slecht jaar de boeken. De aantallen van zowel de in totaal waargenomen vogels als de vastgesteld territoria zijn laag. Het toch vrij snel niet meer voorkomen van een algemene vogel als de fazant doet me wel iets. Ook al hoort hij eigenlijk helemaal niet thuis. De wel van lokale herkomst zijnde patrijs wordt hier al jaren niet meer gezien. Meerdere vaker waargenomen soorten waren er gewoon niet dit jaar. Zoals meerdere roofvogels, de watersnip, stellopers en de kramsvogels. Daarentegen is een nieuwe broedvogelsoort, de blauwe reiger, goede resultaten van de spechtensoorten en stijgende aantallen van zwartkop, tjiftjaf en ander ’boomvogels’ toch wel enigszins hoopgevend. Het is duidelijk dat het extreem warme en droge weer sterk van invloed is geweest op de resultaten van de vogeltellingen en inventarisaties in het Noorderbos in 2022. En dat ook op ander plaatsen heb ik dat vastgesteld. De vogelgriep en andere interne en externe negatieve invloeden spelen zeker ook mee. Een gebied, in dit geval het Noorderbos staat nooit op zichzelf. De omstandigheden in de regio maar ook landelijk of zelfs Europees hebben op een bepaalde manier invloed. Voorlopig sluit ik ook hier af met de aanname dat in 2022 een samenloop van negatieve omstandigheden de resultaten in het Noorderbos enorm beïnvloed hebben. Met hoop en vrees kijk in uit naar het nieuwe jaar.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

 

 






maandag 9 januari 2023

Quirijnstokpark; De vogels in 2022




Beplanting met botanisch en decoratieve waarde zoals deze Kaukasische vleugelnoot.



Quirijnstokpark; De vogels in 2022

Gematigde aantallen en een bovengemiddeld soortenbestand


Ad Kolen


Het Quirijnstokpark aan de oostrand van het Tilburgse Stadsdeel Noord is één van de drie locaties die ik jaarlijks onderzoek op de voorkomende vogelsoorten en de aantallen daarvan. Een beeld vormen van de lokale vogelstand in verschillende biotopen is de opzet van deze onderzoeken. Dit is een kort verslag van de resultaten van de tellingen in het Quirijnstokpark in 2022.


Gevarieerde beplanting en recreatieve functie

Het Quirijnstokpark is een groene buffer tussen de woonwijk Quirijnstok In Tilburg Noord en het Industrieterrein Loven. Het oostelijk aan het industriegebied grenzende bosplantsoen speelt daar een belangrijke rol in. Het park is glooiend aangelegd en de vijver bestrijkt nagenoeg de gehele lengte van het huidige park. In de zomer van 1975 werd het Quirijnstok opgeleverd en heeft ondertussen een belangrijke recreatieve functie verworven. De begroeiing bestaat voor een deel uit bomen en struiken die van nature in deze omgeving voorkomen zoals zomereik, vuilboom, veldesdoorn, lijsterbes, vlier en beuk. Verder is een beplanting aangebracht met botanisch en decoratieve waarde uit vele windstreken. Ook is een deel van de oude aanwezige beplanting in het geheel opgenomen. Van de ruim 200 aangeplante balsempopulieren, bedoeld als snelle groeiers om volume aan het park te geven staan er nog enkele tientallen. Ze vormen nu een belangrijke voedselbron voor vogels en bieden aan meerdere vogelsoorten nestgelegenheid.





























Bijna vliegvlugge pimpelmees.

Aantallen voor lokale en landelijke meetnetten

De vogelstand wordt hier jaarlijks op een gestandaardiseerde wijze in kaart gebracht. De tweemaal per maand gelopen telronden zijn in het broedseizoen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Broedvogel Monitoring Project van Sovon. De uitkomsten van deze reeks geven, naast een beeld van de broedende vogels ook een weergave hoe het met de vogelbevolking het jaar rond gesteld is. Het is geen volledig beeld. Maar steeds op dezelfde manier langs een vaste route de aantallen aanwezige vogels vastleggen geeft wel een vergelijkbare weergave van de verschillende jaren. Ook met de gebieden onderling, die op gelijke wijze zijn bekeken, zijn eventueel vergelijkingen mogelijk. Daarnaast worden de in het broedseizoen verzamelende gegevens gedeeld met Sovon die ze gebruikt om vast te stellen hoe de aantallen van de Nederlandse broedvogels zich ontwikkelen. Sinds enkele jaren worden de in de rest van het jaar verzamelde gegevens ook met Sovon gedeeld. Die worden mét de door vele andere vogelaars verzamelde gegevens gebruikt om het beeld van de Nederlandse vogelbevolking op een actueel peil te houden.


Het weer

In het Quirijnstokpark zijn sinds 2001 op de eerdere beschreven manier vogelgegevens verzameld. In 2001 en in 2003 zijn alleen broedvogel inventarisaties (BMP) gedaan. In 2007 tot en met 2009 en van 2012 tot en met 2022, veertien jaren dus, zijn jaartellingen én broedvogelinventarisaties uitgevoerd. Het weer in 2022 is met één woord te omschrijven, droog! Het jaar is gemiddeld genomen droog verlopen met 773 mm regen tegen 853 mm normaal. Er zijn grote verschillen vastgesteld. Natte en droge maanden wisselen elkaar af. Een natte februari maand kwam na een droge eerste maand van het jaar. In de zomer was het extreem, droog voornamelijk in het zuiden en het oosten. Buien waren er wel, soms hevig, maar meestal lokaal. Vanaf september was er meer neerslag met opnieuw grote lokale verschillen.






























Blauwe reiger in het Quirijnstokpark.


Tweeënzestig vogelsoorten sinds 2001

Ondanks de extreme weersomstandigheden was 2022 voor het Quirijnstokpark geen slecht jaar. Zeer lage aantallen zowel in vogelsoorten als in aantallen zijn niet vastgesteld. In de beide andere telgebieden, het Noorderbos en in de Dongevallei zijn de resultaten wat minder gunstig uitgevallen. Met in totaal 2200 waargenomen vogels tijdens de 24 telronden lagen de aantallen in het Quirijnstokpark 200 tot 400 exemplaren lager dan in enkele voorgaande teljaren. Het aantal waargenomen vogelsoorten ligt met tweeënveertig gelijk aan het vorig jaar en zelfs iets boven het gemiddelde. Ook het aantal van vijftwintig territoria van verschillende vogels is boven het gemiddelde. Tijdens de zestien in totaal uitgevoerde broedvogelinventarisaties, vanaf 2001 in dit gebied, zijn van achtendertig verschillende vogelsoorten territoria vastgesteld. Samen met de jaartellingen in zijn in de periode tweeënzestig verschillend vogelsoorten op naam gebracht in het Quirijnstokpark.




Paar nijlganzen met acht jongen.


Vijfentwintig broedvogels

Het gaat in 2022 in het Quirijnstokpark om vijfentwintig broedvogels, of beter gezegd om vijfentwintig verschillende vogelsoorten waarvan voldoende gegevens zijn verzameld om één of meer territoria vast te stellen. Bij het vaststellen van territoria volgens de BMP-methode wordt op broedgedrag van vogels gelet. Dan zijn ‘nestindicerend, geldige waarnemingen, datumgrenzen, fusieafstanden, territoriumindicerend en minimale eisen’ de termen die gelden als doorslaggevende factoren. Het meeste van deze termen zijn in het veld niet meer zichtbaar van belang. Sinds enkele jaren gebruik ik de app ’Avimap’ van Sovon. De app filtert de benodigde gegevens er uit. Op de website van Sovon zijn aan het einde van het broedseizoen via autoclustering door één knopdruk alle territoria te bepalen.


Acht territoria van de winterkoning

Eén territorium is vastgesteld van staartmees, grote bonte specht, groene specht, meerkoet en nijlgans. Op 7 februari is al een paar nijlganzen met 11 donsjongen op de vijver gezien. De soort was al meerdere malen eerder dit jaar in het park waargenomen. Op 20 juli wordt plots nog een paar nijlganzen met acht jongen van ruim twee weken oud aangetroffen. Het is niet helemaal duidelijk of ze ook in het park broedde. Van acht vogelsoorten zijn twee territoria berekend; waterhoen, holenduif, zanglijster, tuinfluiter, boomklever, gaai, kauw en zwarte kraai. Drie territoria zijn voor pimpelmees en boomkruiper vastgesteld. Merel, ekster en vink gaan alle drie voor vier territoria en roodborst en zwartkop voor vijf. De hoogste aantallen territoria zijn vastgesteld voor de winterkoning met acht en de koolmees met negen territoria. Van de negen koolmezen territoria zijn er acht vastgesteld via een nestkastonderzoek. Al deze legsels zijn succesvol geëindigd. Er vlogen tussen elf en drie gezonde jonge koolmezen uit de nestkasten.






Halsbandparkieten

Gedurende het jaar 2022 zijn in het Quirijnstokpark in totaal tweeëntwintighonderd vogels waargenomen, bestaande uit tweeënveertig verschillende vogelsoorten. Hoogste aantallen werden geteld van houtduif (319), Merel (223), koolmees (166), ekster (141) en nijlgans (117). Verder in aantallen aflopende zijn onder andere gezien, roodborst (113), tamme eend (110), pimpelmees (89), vink (89), huismus (89), zwarte kraai (78) en gaai (77). Onder de minder waargenomen soorten zijn bijzonderheden zoals twee vuurgoudhaantjes, één appelvink en één middelste bonte specht. De middelste bonte specht liet goed, prachtig door de zon belicht, zijn rode kruin en roze flanken bewonderen. Hoewel ze een groot deel van het jaar niet in het Quirijnstokpark verblijven hebben de halsbandparkieten zich in de omgeving gevestigd. Ze verblijven al enige jaren aan de oostrand van Tilburg, tot in Moerenburg. De laatste drie telronden zijn ze in het Quirijnstokpark weer halsbandparkieten waargenomen. Ze komen vooral af op het vele vogelvoedsel wat op de balkons van de twee flats wordt geëtaleerd. Het hoogste aantal dat dit jaar is waargenomen is vijf. Waaronder jonge vogels van dit jaar. Waar ze zich hebben voortgeplant is niet duidelijk.


Kortom, er is een aardig resultaat verzamelt tijdens aangename wandeluurtjes in een mooie omgeving!


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl