zaterdag 19 januari 2013

IVN - KNNV vogelexcursie; "Overwinteren in de Delta"



   IVN - KNNV
                                                       Groencursus




Ad Kolen

Koud hé !


Na een lange periode met hoge temperaturen en veel regen sloeg aan het einde van week 2 de winter toe. Gedurende de nacht en ook overdag kwam de temperatuur niet boven nul en op dinsdag en woensdag viel er veel sneeuw. Plaatselijk in het zuiden tot wel 15 cm.

In dit weerbeeld vertrok in de ochtend van zaterdag 19 januari 2013 om 07.50 u. een bus met 31 natuurliefhebbers vanaf de Beethovenlaan in Tilburg Noord in de richting van Willemstad. De inzittende van deze veel te grote bus(60 persoons), waren leden en docenten van de groencursus georganiseerd door de Tilburgse IVN  & KNNV afdelingen.  De lege stoelen werden deels opgevuld door enkele vogelaars.

Dit onderdeel van de groencursus over vogels door Ad Kolen was voor afgegaan door een lesavond op dinsdag 15 januari in het Natuurmuseum aan de Spoorlaan in Tilburg.

Het weer; Aanvankelijke halfzware, soms wat grauwe bewolking, in de middag wordt het lichter en aan het einde breekt de zon door, met een matige tot krachtige wind voelt het kouder aan dan het is, -3 tot -2°C.

De geplande route vanaf Willemstad is nagenoeg geheel uitgereden en ging via de Antoniegorzen, de Hellegatsplaten, over Overflakke, langs Oude Tonge, over de Grevelingendam met een blik op de ’Plaat van Oude Tonge’, door Oosterland langs de Geulle, de Ouwerkerkse inlagen, Prunjepolder, over de Brouwersdam, langs het Grevelingen en als laatste over de Romeinse weg onder Goedereede.

Ondanks de tamelijk late vertrektijd bereikten we vrij snel Willemstad, het was vrij rustig op de weg! Wat Zwarte kraaien, Kauwen en Kokmeeuwen vlogen onderweg over en nabij het vestingstadje verplaatsten tientallen ganzen en 1 Grote zilverreiger vanaf het Hollands Diep zich in de richting van hun voedselgebieden in het binnenland.

De wateren bij de oude stadsverdedigingswallen van Willemstad zijn allemaal bedekt met ijs. De veel grotere bus (dan gewoonlijk) kon de draai naar de laan met leilinden, die naar de havens voert, niet maken. Te voet overbrugden we het stuk naar de haven. Zoals verwacht was het de moeite waard. De koude en de harde wind had vele tientallen vogels de ’veilige’ haven in gedreven. Van dichtbij Grote zaagbekken, Futen, Kuifeenden, Wilde eenden, Slobeenden, Meerkoeten, Waterhoentjes en Knobbelzwanen goed kunnen bekijken. Zo konden details zoals de grote lange slobbersnavels van de Slobeenden, de ’getande’ bekken van de Grote zaagbekken en de kuiven van zowel de mannelijke als de vrouwelijke Kuifeenden goed gezien worden! Op de kop van de haven stond een ijzige wind, dus terug naar de bus, de warmt in. Tientallen Huismussen in een dichte haag en Boomkruipers tegen de knotwilgen voor de Koepelkerk (1607) op de terugweg.


Vanuit de lekker warme bus wordt volop gevogeld en gefotografeerd !

Omdat een verkeerde afslag werd genomen, juist buiten Willemstad passeerden we 3 keer het eiland in een plas waar een gemengde broedkolonie van Aalscholvers en Blauwe reigers al jaren gevestigd is. Twee weken terug, het was toen nog zacht weer met vrij hoge temperaturen, waren meerdere nesten al door Aalscholvers bezet.  Wie ’het eerst komt wie het eerst maalt’ geldt vaak in de vogelwereld. Ook zaten er her en der meerdere Blauwe reigers in de bomen. Nu het zo koud is geworden zijn al de nesten verlaten en de bomen zijn leeg.


De Antoniegorzen liggen er verlaten bij. Ook in de grote aangrenzende landbouwpolder Sabina Henrica is weinig meer te zien dan enkele Fazanten, wat kraaiachtigen en een Buizerd. Op het laatst doen we toch nog een leuke waarneming. Ruim 35 Veldleeuweriken trachten, steeds opvliegende, nog wat eetbaars te vinden onder het dikke sneeuwdek. De meeste Veldleeuweriken trekken in het najaar door en weg naar Engeland, maar ook naar Frankrijk en Spanje en een klein deel steekt over naar Noord-Amerika. Bij invallende strenge winterse omstandigheden in december en januari kan nog trek (vorstrush) op gang komen van vogels die ten noordoosten van Nederland zijn blijven hangen.

Over Volkeraksluizen rijdende zien we de meerdere grote schepen liggen die hier dag en nacht geschut worden. Dit westelijk van Willemstad gelegen sluizencomplex Is gebouwd als onderdeel van het Deltaplan. Het maakt met andere sluizen, de scheepvaart tussen enerzijds Rotterdam en Duitsland en anderzijds Antwerpen en Frankrijk mogelijk. Fazanten en 1 Torenvalk laten zich in de buurt zien.

De kreken in de Hellegatsplaten zijn bevroren en het gebied is nagenoeg leeg. Door de punt van Goeree Overflakkee rijdende zien we pas in de haven van Oude Tonge weer vogels. In een wak bevinden zich tientallen Kuifeenden en Meerkoeten. Doorrijdende zien we westelijk van Oude-Tonge een vijftal Wulpen op een stuk bouwland staan. Via de bomenrij langs de dijk verplaatst een groep van minstens 30 Staartmezen zich voor de bus uit. Ze vliegen zich steeds kleine stukjes. Over de Zuiderlander zeedijk rijdende zien we aan de rand van de Zuiderlandpolder honderden Brandganzen zitten en foerageren. Ze bevinden zich wel heel ver weg! Een Sperwer boven het veld.

De weg leidt ons de dijk op en geeft zicht zo op het Krammer en de Grevelingendam. In de luwte van de dijk bevinden zich vele honderden vogels waaronder; Rotgans, Krakeend, Tafeleend, Brilduiker, Middelste zaagbek, Wilde eend, Smient, Scholekster, Knobbelzwaan, Wulp en Tureluur.



Er staat een erg koude wind maar in de luwte van het restaurtant wordt toch naar vogels gekeken!

 
Even na 11.00 u. rijden we het parkeerterrein van het AC restaurant op de Grevelingendam op. Tijd voor koffie en iets lekkers. Ik ga voor de ”apfelstrudel mit Sahne und vanillesoße” en koffie erbij. Tot ruim kwart over 12 wordt er genoten van allerlei lekkers maar ook van de vogels. Achter het glas en later in de luwte van het gebouw worden leuke vogelwaarnemingen genoteerd van o.a. Rosse grutto, Bonte strandloper, Bergeend, Wulp, Rotgans, Zilverplevier en Middelste zaagbek.
 
 
Het wateroppervlak waarover we uitkijken vanuit het restaurant en waarlangs we later richting Bruinisse rijden valt langzaam droog. Het strand wordt steeds breder en het wegstromende water slijpt ondiep geulen uit in het zand. Het aangrenzende water heet ’Het Zijpe’ en is een open verbinding met de Oosterschelde waardoor eb- en vloedbewegingen tot hier doordringen. Overal waar we kijken drijven blauwe of grijze tonnen op het water die de lijnen omhoog houden waaraan de langwerpige netten hangen voor de kweek van ’hangmosselen’.


Zicht op de Philipsdam en werkhaven met tonnen vanaf de Grevelingendam.

 
Parallel aan de N59 rijden we over de ventweg richting Bruinisse, al blikkend over de Plaat van Oude Tonge.  Af en toe staan we stil om de talrijke Bergeenden, Bonte strandlopers, Rotganzen en vele andere vogels te bekijken. Rotganzen danken hun naam aan het geluid dat ze maken; een gorgelend rrot-rrot-rrot-rrot-rrot in licht variërende toonhoogten.

Al turende over deze natte vlakte, waar het water langzaam terug trekt, zien we een zestal Pijlstaarten neerstrijken in een ondiepe kreek. Het zijn 4 mannetjes en 2 vrouwtjes. Beide geslachten van deze eendensoort zijn slanke vogels met een lange spitse staart. Vooral het mannetje is bijzonder mooi getekend met een bruine kop, een grijs lijf en een witte streep in de lengte van de hals.

Aan de andere kant van de N59 rijden we totaan Oosterland. Verder gaat het door dit dorp in westelijke richting naar de Oosterschelde. Hier rijden we langs, een overigens geheel met ijs bedekt water, de Geul. Aan de andere kant van de weg loopt een diepe sloot die echter niet geheel bevroren is. Daaruit komen tijdens het passeren allerlei grote en kleine vogels gevlogen; Roodborst, Winterkoning, Watersnip, Heggenmus, Merel en mogelijk een Houtsnip, prachtig!

De tocht gaat langs de Oosterschelde, naar een bekend gebied onder vogelaars, Caissons genoemd. Officieel het heet dit krekengebied de Ouwerkerkse inlagen. Hier vond een grote dijkdoorbraak plaats tijdens de Watersnoodramp van 1 februari 1953. Het grote stroomgat werd gedicht met 4 Phoenix Caissons. Drijvende betonnen bakken die oorspronkelijk werden gemaakt (212 stuks) om te fungeren als golfbrekers voor de havens tijdens de invasies in de 2e Wereldoorlog. Deze grote drijvende betonnen bakken liggen er nog en zijn nu ingericht als museum.

Op een grote diepe plas, op de plaats van de dijkdoorbraak dobberen talrijke watervogels, waaronder veel Smienten, die Wintertalingen, 3 Kleine zwanen en 2 mannetjes van de kleinste van de 3 soorten zaagbekken; het Nonnetje. Bij veel eenden, met uitzondering van bv. de Bergeend, hebben de vrouwtjes een wat minder opvallend verenkleed. Bij het Nonnetje heeft het vrouwtje een grijs lijf met een witte voorkant en een bruine kop. Het verenkleed van met mannetje is voornamelijk wit met zwarte lijnen in de lengte en wat grijs bovenop. Een prachtige vogel met een veel fijnere snavel dan de andere 2 andere zaagbekken.

Langs dit prachtige gebied maken we een fikse wandeling. De bus wacht ons boven op de dijk van de Oosterschelde. Het is dan weer heerlijk in de bus, er staat nog steeds een straffe gure wind.

Onder langs de dijk van de Oosterschelde rijden we richting Zierikzee weer parallel aan een diepe sloot. Deze is ook niet geheel met ijs bedekt. Vanuit de bus is zelfs stromend water te zien. Tureluurs (6+) en Wintertalingen(6+) vliegen regelmatig op maar strijken wat verderop weer neer in de sloot. Ook worden Wilde eenden, Wulpen, 1 Blauwe reiger, meerdere Watersnippen en zelfs 2 Zwarte ruiters goed gezien voor ze opvliegen.

Langs Zierikzee rijden we de N59 op richting Burgh-Haamstede. We passeren verschillende onderdelen van het ’Plan Tureluur’’. Het is een natuurontwikkelingsplan op Schouwen om delen van het voormalige eiland terug in de staat van rond 1900 te brengen met laagtes en natte graslanden. Bij Moriaanshoofd slaan we rechtsaf om langs het 1e deel van dit plan; De Prunjepolder te rijden. Hier ziet het er zeer ijzig en winters uit. In eerste instantie zien we helemaal niets. Verderop zien we wel wat Brandganzen en een Buizerd, Turkse tortels en een Watersnip.  Aan het einde van de weg, juist voor een viaduct, zien we onder het naambordje van ”Camping De Fazant” een prachtig gekleurde Fazantenman zitten!!


Brouwersdam.


Dwars over Schouwen gaat het via de Schelpweg richting het Grevelingen. De Brouwersdam scheidt deze voormalige zeearm van de Noordzee. Langs de Noordzee rijden we over de dam en er worden er o.a. gezien; 1 Roodkeelduiker, 3 Geoorde futen, Steenlopers, Drieteenstrandlopers, Brilduikers, 1 Grote mantelmeeuw, Middelste zaagbekken, Rotganzen, Krakeenden,1 vrouwtje Zwart zee-eend en 3 zeehonden. Waarvan tenminste 2 grijze zeehonden.

Zeehond in de in- en uitlaat in de Brouwersdam.


Halverwege de Brouwersdam, bij Port Zélande, steken we de dam over en vervolgen de weg langs het Grevelingen in westelijke richting.  Met een straffe wind op kop is hier ook weinig te zien.

Zicht van de Romeinse weg (ganzengebied) op de kerktoren van Goeereede.

Een laatste poging wordt gewaagd in de buurt van Goedereede. Ten noorden van deze oude havenstad rijden we over de Romeinse weg door de ’Polder Oude Oostdijk’, een bij vogelaars bekent ganzengebied. Het lijkt ook hier erg rustig. Bijna aan het einde van de weg, in de noordoosthoek bevinden zich aan de randen van de graslanden enkele duizenden Brandgranzen. Met de kijker zijn ze goed te determineren, maar ze zitten wel heel erg ver weg!

Goedereede.

 
De chauffeur is volgens de rijtijdenwet toe aan een half uur pauze, wij dus ook! Hij zet ons af aan de rand van het centrum van Goedereede. We lopen naar de  haven en zoeken een café op.  We drinken er gezellig iets en praten na over deze toch wel interessante dag. Daar we best weinig ganzen zagen vandaag is het beeld van wat er zo al overwintert in de Delta niet echt uit de verf gekomen. Wel hebben we flinke aantallen van vele verschillende eenden goed kunnen laten zien. Meerdere malen waren details van diverse soorten van dicht bij te bewonderen. De indruk van deze dag is bij de meeste cursisten dan ook overweldigend!


De haven van Goedereede met Café Goeree, waar we wat dronken.

 
Ruim na 17.00 rijdt de bus het stadje uit en beginnen we voldaan aan de terugtocht. Precies om 18.45 u. zwaait de deur van de bus op langs de Beethovenlaan in Tilburg Noord. Met dank aan de chauffeur (Ben) die ons feilloos, volgens onze wensen, door de Delta loodste en Stan Godschalk voor het noteren van alle waargenomen vogels, gaat ieder weer zijn eigen weg.


WAARGENOMEN VOGELS:

\ = de soort gezien, geen aantallen genoteerd.

Roodkeelduiker (Gavia stellata) 1 Brouwersdam
Dodaars (Tachybaptus ruficollis) \
Fuut (Podiceps cristatus) \ 
Geoorde fuut (Podiceps nigricollis) 3 Brouwersdam
Aalscholver (Phalacrocorax carbo) \
Grote zilverreiger (Casmerodius albus) \
Blauwe reiger (Ardea cinerea) \
Knobbelzwaan (Cygnus olor) \
Kleine zwaan (Cygnus columbianus beweckii) 3 Caissons      
Grauwe gans (Anser anser) \
Soepgans (Anser anser forma domestica) \  
Brandgans (Branta leucopsis) \
Rotgans (Branta bernicla) \
Bergeend (Tadorna tadorna) \
Smient (Anas penelope) \
Krakeend (Anas strepera) \
Wintertaling (Anas crecca) \
Wilde eend (Anas platyrhynchos) \
Soepeend (Anas platyrhynchos forma domestica) \  
Pijlstaart (Anas acuta) \
Slobeend (Anas clypeata) \
Tafeleend (Aythya ferina) \
Kuifeend (Aythya fuligula) \
Zwarte zeeëend (Melanitta nigra) \ Brouwersdam
Brilduiker (Bucephala clangula) \
Nonnetje (Mergellus albellus) 2  Caissons
Middelste zaagbek (Mergus serrator) \
Grote zaagbek (Mergus merganser) \
Sperwer (Accipiter nisus) 1
Buizerd (Buteo buteo) \
Torenvalk (Falco tinnunculus) 4
Fazant (Phasianus colchicus) \
Waterhoen (Gallinula chloropus) \
Meerkoet (Fulica atra) \
Scholekster (Haematopus ostralegus) \          
Zilverplevier (Pluvialis squatarola) \
Drieteenstrandloper (Calidris alba) \  Brouwersdam
Bonte strandloper (Calidris alpina) \
Watersnip (Gallinago gallinago) \
Rosse grutto (Limosa lapponica) \
Wulp (Numenius arquata) \
Zwarte ruiter (Tringa erythropus) 2
Tureluur (Tringa totanus) \
Steenloper (Arenaria interpres) \
Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) \
Stormmeeuw (Larus canus) \
Zilvermeeuw (Larus argentatus) \
Grote mantelmeeuw (Larus marinus) \
Houtduif (Columba  palumbus) \
Turkse tortel (Streptopelia decaocto) \
Steenuil (Athene noctua) 1  Caissons
Winterkoning (Troglodytes troglodytes) \
Heggenmus (Prunella modularis) \
Roodborst (Erithacus rubecula) \
Merel (Turdus merula) \
Kramsvogel (Turdus pilaris) \
Staartmees (Aegithalos caudatus) \
Koolmees (Parus major) \
Pimpelmees (Parus caeruleus) \
Boomkruiper (Certhia brachydactyla) \
Gaai (Garrulus glandarius) \
Ekster (Pica pica) \
Kauw (Corvus monedula) \
Roek (Corvus frugilegus) \
Zwarte kraai (Corvus corone) \
Spreeuw (Sturnus vulgaris) \
Huismus (Passer domesticus) \

Soorten vogels:   67                   

Haas (Lepus europaeus) 5
Zeehond 3






Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

Kijk ook eens op mijn weblog over vogels en andere natuurbelevenissen in het Quirijnstokpark in Tilburg Noord: vogelsenzo-quirijnstokpark    
                             http://vogelsenzo-quirijnstokpark.blogspot.com/ .







vrijdag 18 januari 2013

Sporen in de sneeuw; Groene specht





Ad Kolen

Aan het einde van de vogeltelling in de Dongevallei vandaag vloog een Groene specht van de bodem op. Het was vanaf een open stuk nabij de Reuverlaan. De bekende hinnikende lacht, klonk ons bij het wegvliegen in de oren. Nieuwsgierig als ik ben moest ik even op de betreffende plek gaan kijken.! Tot mijn verbazing trof ik het bovenstaande beeld aan in de sneeuw.




De vogel was hier hevig op zoek geweest naar mieren. Wij waren daarbij de storende factor. Bekend is dat ze vaak op dezelfde plaatsen foerageren. Dus zal de vogel wel weer terugkeren op deze plaats als het weer rustig is. Zo te zien is hij hier ook al meer geweest. Met de krachtige, vrij lange snavel zijn putten tot wel 10 cm. diep in de bodem gemaakt. Hij is er waarschijnlijk op zoek geweest naar de eieren in een mierennest. Normaal gesproken vallen dergelijke sporen niet op!





De Groene specht (Picus viridis) is in Noord-Brabant al lang een vrij talrijke broedvogel. De avifauna van Noord-Brabant (van Erve, 1976) zegt; ”Vanaf Schlegel(1852) wordt hij steeds als broedvogel opgegeven. Ook knippenberg(1955) vermeldde, dat Groene spechten in Noord-Brabant algemeen als broedvogel voorkomt.”

De Groene specht woont in loof- en naaldbossen, parken, lanen en parkachtige landschappen. Van belang is dat de ondergroei in zijn leefomgeving niet te dicht is daar de vogel voor een belangrijk deel zijn voedsel op de bodem zoekt.

Dat voedsel bestaat voornamelijk uit mieren en hun eieren, larven en poppen. Daarnaast eten ze ook kevers vliegen en rupsen. Een echte vleeseter dus die slechts incidenteel als bijkost ook wilde kersen, jeneverbessen, schijnbessen van taxus en andere vruchten eet (Grzimek 1970.)

Strenge winters met veel sneeuw maken dan ook veel slachtoffers onder deze soort. Plaatselijke omstandigheden spelen hierbij ook een belangrijke rol, niet overal zijn de verliezen zo groot. In de Dongevallei hadden de behoorlijk strenge winterse periodes van de laatste jaren de aantallen merkbaar verlaagd. In 2011 kon zelfs geen territorium worden vastgesteld, in 2012 weer wel!



 
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

Kijk ook eens op mijn weblog over vogels en andere natuurbelevenissen in het Quirijnstokpark in Tilburg Noord: vogelsenzo-quirijnstokpark    
                             http://vogelsenzo-quirijnstokpark.blogspot.com/ .