zondag 24 maart 2013

IVN voorjaarswandeling, koud maar mooi!




                               Pootafdruk van een das in de modder.


Ad Kolen

Een temperatuur even onder de 0°C. met een krachtige oostenwind wekt niet echt een lentegevoel op. De gevoelstemperatuur ligt zelfs ver onder het vriespunt! Toch gaat de IVN-voorjaarswandeling in de Brand bij Udenhout gewoon door. Op deze zondagochtend (24 maart 2013) staan de 4 gidsen (Rie-anne van Laarhoven, Andrea Dekkers, Wil Verhoeven en Ad Kolen) ruim voor 10.00 u klaar bij de parkeerplaatsen van Kasteel ’De Strijdhoef ’ aan de Schoorstraat. Naast 2 nieuwe gidsen en enkele ander IVN bekenden komen toch wat meer mensen het parkeerterrein op gereden. Meerdere mensen zijn zelfs op de fiets, tegen de gure wind in, naar hier gekomen. De hongerige Soepeenden en -ganzen in de kasteelgracht heten ze luidruchtig welkom.

Ad heet de groep, van in totaal 14 mensen welkom en vertelt in het  kort iets over het Kasteel en het IVN. Vrij snel wordt er vertrokken, het is te koud om lang stil te staan.

De indruk van het landschap is grauw en grijs, toch zijn de voorjaarsverschijnselen talrijk die we aantreffen. Op beschutte plaatsen; taluds van sloten, aan de luwzijde van bomen bloeien voorzichtig speenkruid en bosanemoon. Tussen het dorre gras zijn enkele ijle stengels van Pinksterbloemen en het blad van fluitenkruid te zien. 

Het water van veel smalle sloten is bedekt met een laagje ijs. In andere sloten vallen de bruine kleur en het olieachtige laagje op. Beide wijzen op kwelwater uit ijzerhoudende bodemlagen.

De hazelaarstruiken zijn versiert met de slierten van de mannelijke stuifmeelkatjes en reeds bevruchte knoppen. Op een enkele struik zijn nog de fijne rode bloempjes te zien die na bevruchting de hazelnoten gaan vormen.

Els (een nieuwe natuurgids) vertelt, met een afgewaaide elzentak in de hand, enthousiast over de (vrouwelijk) vruchtbeginselen die zijn overgebleven en oude vruchtproppen van vorig jaar die er nog aanzitten. Een tak vol vrouwen!

"Ieder nadeel heeft zijn voordeel"! Daar de ondergrond op de meeste plaatsen nog bevroren is kun je nu goed lopen in deze gewoonlijk natte en modderige omgeving. Ad wijst op de hoge waterstand in de broekbossen. Door kwel stroomt hier altijd water uit, ook in de zomer met weinig regen en hoge temperaturen.


                      
                               Rie-anne vertelt:

Rie-anne verhaalt over het ontstaan van de aangrenzende Loonse en Drunense Duinen. Afzetting van stuifzand uit de Noordzee en uitspoeling van leem beïnvloede het ontstaan van moerasgebieden aan de rand van de zandverstuiving. Ze liepen van de Langstraat tot aan Den Bosch. De Brand is een restant van deze natte omgeving. Hoewel de Brand en de aangrenzde gebieden al eeuwenlang gebruikt en beïnvloed zijn door mensen zijn volledige ontginningen door het natte karakter van het gebied, nooit mogelijk geweest.

De naam De Strijdhoef dateert uit de 13e eeuw, toen de ’Grote Strijdhoef’’ op de plaats van het kasteel gevestigd was en de ’Kleine Strijdhoef ’ meer richting Udenhout. Het waren ontginingshoeven die het moerasgebied in langgerekte stroken bruikbaar maakten.

Een flinke pluk veren wordt gevonden. Veel zwart, bruin en roestbruin vormen prachtige patronen naast elkaar. Achteraf zijn ze vrij eenvoudig te determineren als die van een Houtsnip. De spoel, het hoornig puntje van de veer, is bij alle veren nog intact. De vogel is het slachtoffer van een roofvogel. Deze trekt de veren uit! Een andere rover de vos, knipt de veren af met zijn snijtanden. Dat verschil is duidelijk te zien. Van de vos worden er overigens wel enkele drollen op een hoopje zand gevonden. Aan deze uitwerpselen is te zien dat ook deze slimmerik het moeilijk heeft in de bare tijden die heersen. In de uitwerpselen bevinden zich naast resten van vogels ook knoppen van populieren. Die liggen nu overal verspreidt onder de bomen op paden.

Wil laat het groene blad van de al uitgelopen kamperfoelie zien en wijst op de scheuten aan de doornige stengels van de braamstruiken. Hij vertelt ook te vertellen en laat ons zien dat de onderste bladeren van een hulstboom stekels bevatten om zich te beschermen tegen vraat van allerlei zoogdieren. Hoger in de boom ontbreken de stekels aan de bladranden.

Pootafdrukken en ook tenminste 3 wegvluchten reeën krijgen meerdere mensen kort in het vizier.

Andrea verzamelt met een jonge deelneemster, Pleuni, allerlei attributen voor haar 'reukpotje'. Aan het einde van de wandeling sjouwt de vader van de enthousiasteling met een rugzak vol takken, veren en allerlei andere natuurlijke ingrediënten (leuk!)

Rie-anne noteert 15 waargenomen vogelsoorten in haar boekje, waaronder Buizerds en Koperwieken. Een laag aantal in deze tijd van het jaar waarop volop zang en geroep te horen is gewoonlijk.

Dat er dassen leven in de Brand is bekend, meerdere pootafdrukken, die we vinden, bewijzen dat ook. Eveneens worden op 2 plaatsen kuilen in de bosrand aangetroffen op plaatsen waar ze naar wormen zochten.


                       
                               Graafsporen van een das aan de bosrand.

Opvallend is het waargenomen gedrag van een aantal  Merels. Ze vliegen in en uit een grote eik waarvan de stam geheel bedekt is met klimop. De zwart bessen van deze klimplant zijn waarschijnlijk het enige eetbare in de buurt momenteel. De klimop (Hedera helix) bloeit in oktober met groenige bloemen en vormt in maart rijpende blauwzwarte bessen, bijna zo groot als een erwt.




De wandeling duurt ondanks de koude ruim 2 uur en is voor alle partijen een leuke ervaring. Meerdere enthousiaste gidsen en geïnteresseerden deelnemers in een, niet te grote groep, bij elkaar is erg leuk!


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

Kijk ook eens op mijn weblog over vogels en andere natuurbelevenissen in het Quirijnstokpark in Tilburg Noord: vogelsenzo-quirijnstokpark    
                             http://vogelsenzo-quirijnstokpark.blogspot.com/ .





zaterdag 2 maart 2013

Vogels van de Dongevallei in 2012




Een vorstperiode aan het begin van het jaar dreef de watervogels bij elkaar in het weinige open water!


Ad Kolen

In 2012 werd voor het 9e jaar op rij de ontwikkelingen van de vogelstand in de Dongevallei gevolgd. Het tot ecologische verbindingszone omgetoverde riviertje de Donge loopt als in een brede stook door de woonwijken van de Reeshof aan de noordwest rand van Tilburg. Ad Kolen en in de eerste maanden van het jaar ook Richard Smulders, en later met assistentie van Stan Godschalk voerden in totaal 24 vogeltellingen in dit langgerekte gebied uit. Twee keer per maand werden vanaf een vaste route alle vogels en hun gedragingen genoteerd. In het broedseizoen, van half maart tot half juli, volgens de richtlijnen van het SOVON Broedvogel Monitoring Project. De uitslagen hiervan dragen bij aan het vaststellen van de aantalsontwikkelingen van de broedvogelsoorten in ons land.

Verdeeld over de 24 tellingen werden 75 vogelsoorten waargenomen, in totaal waren dat 9259 exemplaren. Van 9 soorten werd er maar 1 gezien; Grote zilverreiger, Ooievaar, Slobeend, Sperwer, Torenvalk, Kleine plevier, Houtsnip en Ringmus.

Totaal 10 of minder exemplaren, gedurende het hele teljaar, werden van 27 vogelsoorten aangetroffen; Brandgans(4), Nijlgans(7,) Tafeleend(7), Buizerd(2), Fazant(10), Oeverloper(5), Stormmeeuw(4),  Kleine mantelmeeuw(9), Holenduif(4),  IJsvogel(2), Zilvermeeuw(5), Grote bonte specht(4), Boerenzwaluw(8), Witte kwikstaart(9), Winterkoning(7), Heggenmus(8), Roodborst(6), Kramsvogel(8), Zangerlijster(4), Bosrietzanger(4),    Kleine karekiet(2), Spotvogel(3), Grasmus(2), Tuinfluiter(3), Zwartkop(5), Staartmees(2) en Rietgors(2.) 

Daarvan kunnen 9 soorten als broedvogel genoteerd worden. Een of meerdere territoria werden vastgesteld van Nijlgans(1), Fazant(3), Witte kwikstaart(1), Heggenmus(4), Bosrietzanger(4), Kleine karekiet(2), Spotvogel(3), Grasmus(1), Tuinfluiter(1) en Zwartkop(1.)



Ondanks herstelwerkzaamheden aan de wand, geen broedende Oeverzwaluwen dit jaar!



Vanwege de slechte conditie van de wand ontbrak de Oeverzwaluw geheel dit jaar. Ondanks de herstelpogingen kwam de soort niet tot broeden. Tijdens de tellingen werd geen enkele maal een Oeverzwaluw gezien. Huiszwaluwen; totaal 49 exemplaren verspreid over 4 tellingen en Boerenzwaluwen; 8 exemplaren verspreid over 4 tellingen werden wel foeragerende, drinkende en nestmateriaal verzamelende gezien. Ook Gierzwaluwen broeden niet in het gebied maar werden wel foeragerende waargenomen; 25 exemplaren verspreidt over 3 tellingen.

De verschillende, vaak aanwezige, meeuwensoorten broeden niet in de Dongevallei. Van de talrijkste soort, de Kokmeeuw werden 703 exemplaren gezien verspreid over 19 tellingen. Stormmeeuwen zagen we 5 keer, 18 in totaal. En  Zilvermeeuw werden 8 x gezien, 23 in totaal.

Van de ‘kraaien’ werden territoria vestgesteld van de Ekster(2) ,de Kauw(1) en de Zwarte kraai(6.) Gaaien werden regelmatig gezien; tijdens 9 tellingen 26 exemplaren in totaal, maar zijn geen broedvogel in het gebied. Roeken werden vaak gezien, op slechts 2 telronden ontbrak de soort. De foeragerende of laag boven het gebied  vliegende Roeken bewonen een strook bos aan de rand van het Reeshofpark.

Dit teljaar werd van 36 vogelsoorten vastgesteld dat ze broedde in de Dongevallei. In totaal gaat het om 149 territoria. Toppers in aantallen zijn de Canadese gans(24),  De Meerkoet(21) en de Fitis(14.) De aantallen van de overige vastgestelde territoria lagen allemaal onder 10; Wilde eend(9), Merel(7), Waterhoen(5), Koolmees(5), Knobbelzwaan(4), Soepeend(4), Tjiftjaf(4), Groenling(4), Fuut(3), Soepgans(3), Turkse tortel(3), Scholekster(2), Houtduif(2), Pimpelmees(2), Vink(2), Zwarte zwaan(1), Grauwe gans(1), Krakeend(1), Kuifeend(1) en Groene specht(1.)



Canadese gans bij nest vol eieren.


De Canadese gans scoorde ook het hoogst in het totaalaantal. Tijdens 22 tellingen werden er 1313 geteld. De aantallen varieerden tussen 2, op 27 augustus en 195, op 23 juni. Wilde eenden werden tijdens alle tellingen gezien. De Wilde eend komt dan ook op de 2e plaats met 1167 exemplaren.  Kokmeeuwen met 703 stuks op de 3e plaats en Meerkoeten 691 op de 4e. Soepganzen, op de 5e plaats. Met 683 exemplaren dit jaar, zijn ze met een retour bezig. Na het topjaar 2007, met een totaalaantal van 1186 waargenomen exemplaren en 15 vastgestelde territoria neemt de populatie langzaam maar zeker. Het jarenlang schudden van de eieren en de predatie van de vos en de dreiging daarvan zet de soort flink onder druk!



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

Kijk ook eens op mijn weblog over vogels en andere natuurbelevenissen in het Quirijnstokpark in Tilburg Noord: vogelsenzo-quirijnstokpark    
                             http://vogelsenzo-quirijnstokpark.blogspot.com/ .