Dongevallei broedvogels 2025
Stabiel aantal territoriumsoorten maar wel sterke wisselingen in die soorten
Lichte dip in de totalen van de vastgestelde territoria
Stabiel aantal fuut & meerkoet
Hoog aantal zwartkop & roodborst
Laag aantal houtduif & Grote Canadese gans
De Dongevallei
De Dongevallei is aangelegd als een ecologische verbindingszone tussen de natuurkerngebieden Regte Heide/Riels Laag en de Lange Rekken. Van 1996 tot 2000 zijn de werkzaamheden voor de aanleg van de Dongevallei uitgevoerd tussen de spoorlijn Tilburg-Breda en het Wilhelminakanaal in het Tilburgse stadsdeel de Reeshof. Het meest noordelijke deel ging als eerste op de schop. Aan beide zijden van de genormaliseerde en verplaatste beek is van een strook van ongeveer 75 meter de overbemeste bovenste laag grond afgegraven. De loop van de beek is meanderend gemaakt, plaatselijk verlegd en opgesplitst om een groot eiland te creëren. Er zijn diverse poelen van uiteenlopend formaat gegraven, er zijn open vlaktes gecreëerd en permanente laagtes aangelegd met het oog op ruigtes en hooilandvegetaties.
Broedvogels vastgelegd volgens richtlijnen BMP
Vanaf het voorjaar van 2004 heb ik in de Dongevallei de aantallen en de soorten broedende vogels vastgelegd, volgens de richtlijnen van het Broedvogel Monitoring Project (BMP) van Sovon. Bij het vaststellen van territoria wordt op het broedgedrag van de vogels gelet. Tijdens elke van de 8 telronden in het broedseizoen, beginnend bij zonsopgang, worden ter plekke de gegevens van mogelijke broedvogels in de app Avimap ingevoerd. Dan zijn ‘nest-indicerend, geldige waarnemingen, datumgrenzen, fusie-afstanden, territorium-indicerend en minimale eisen’ de termen die gelden als doorslaggevende factoren. Al die verzamelde gegevens worden aan het einde van het broedseizoen via automatische clustering omgezet in territoria.
22e keer, 37 soorten broedvogels
In 2025 zijn door mij voor de 22e keer de broedvogels gemonitord in de Dongevallei. Tijdens een droog, zonnig en warm voorjaar zijn van 37 verschillende vogelsoorten territoria vastgesteld. Dat is nagenoeg gelijk aan het gemiddelde aantal territoria van eerdere jaren. De som van alle territoria in 2025 is 197. Dat is boven het gemiddelde (185) van de voorgaande jaren. Tijdens de hele reeks tellingen vanaf 2004 zijn van 63 vogelsoorten territoria vastgesteld. Dan ontbreken dus 26 vogelsoorten in 2025: knobbelzwaan, zwarte zwaan, grauwe gans, torenvalk, fazant, kleine plevier, kievit, watersnip, koekoek, kuifleeuwerik, gele kwikstaart, witte kwikstaart, blauwborst, zwarte roodstaart, roodborsttapuit, zanglijster, bosrietzanger, spotvogel, braamsluiper, bonte vliegenvanger, staartmees, wielewaal, kauw, putter, kneu en rietgors. Van 3 van deze vogelsoorten: grauwe gans, kleine plevier en staartmees zijn wel waarnemingen genoteerd in dit broedseizoen, maar die zijn niet voldoende voor het vaststellen van een territorium. Ook de 2 waarnemingen van een buizerd in dit broedseizoen zijn daar onvoldoende voor. De aantallen vastgestelde territoria worden per soort tussen haakjes vermeld.
Jonge fuut
Van fuut tot kuifeend
Fuut (4): Het hoogste aantal futen met een territorium 5 is in 2020 vastgesteld. Dit jaar gaat het om 4 territoria, waarvoor talrijke bewijzen zijn verzameld: paren futen, broedende futen op eieren en pas uitgekomen jonge futen.
Knobbelzwaan (0): Van de knobbelzwaan zijn in 2025 door mij geen territoria vastgesteld. In het meest noordelijke deel verbleef één paar knobbelzwanen en op de plas aan de Reuverlaan bevindt zich ook langdurig één paar. Buiten wat territoriumschermutselingen zijn van beide paren geen echte aanwijzingen van broeden binnen de route vastgesteld. Ver na het broedseizoen geven omwonenden rond de plas aan de Reuverlaan aan dat een vos eieren en jongen knobbelzwanen heeft gepredeerd.
Soepgans (1): Op een eiland van circa 4 meter lengte in het meest noordelijke deel is een broedende soepgans op een nest aangetroffen.
Grote Canadese gans (16): 10 van de vastgestelde territoria liggen in het noordelijke teldeel en de rest in de punt van het meest zuidelijke deel. De grote Canadese gans staat zwaar onder druk in de Dongevallei door predatoren zoals de vos en bestrijding door een bedrijf ingehuurd door de gemeente Tilburg. Het aantal waargenomen donsjongen ligt dan ook erg laag dit jaar. De piek lag in 2018 met 45 territoria.
Nijlgans (1): Talrijke nijlganzen dit jaar, waaronder eenmaal één paar met 6 donsjongen.
Krakeend (2): Meerdere waarnemingen van paren op uiteenlopende locaties.
Wilde eend (4): Aangezien de wilde eenden die zich in het gebied ophouden vaak wisselen in aantallen, hou ik een ander criterium aan voor het vaststellen van een territorium van deze soort. De wilde eenden verplaatsen zich regelmatig en ik zie ze ook het gebied verlaten; daar bevinden zich ook niet-broedvogels onder. Het vaststellen van een territorium van de wilde eend komt altijd neer op het waarnemen van een nest, eieren of pullen. In 2025 zijn vier broedsel van de wilde eend waargenomen, bestaande uit juist uitgekomen pullen in aantallen van 4, 4, 4 en 6.
Soepeend (2): Op dezelfde dag, half mei, tweemaal een paar aangetroffen met respectievelijk 4 & 5 donsjongen soepeenden.
Kuifeend (2): Eén vrouwtje van de 2 broedparen liet trots haar 8 donsjongen zien.
Kuifeend met jongen
Over waterhoen, meerkoet en scholekster
Waterhoen (6): Met 6 territoria dit jaar is de trendlijn van het waterhoen stabiel, ondanks een variatie sinds 2004 tussen 2 en 9 territoria per jaar.
Meerkoet (14): Er zijn meerdere broedcodes genoteerd waarmee de 24 territoria vastgesteld zijn, zoals paren bezette nesten, nesten met eieren en pas uitgekomen donsjongen. Er is een vage daling vastgesteld van de trendlijn van de broedende meerkoet sinds 2004.
Scholekster (1): De noordelijk van de Dongevallei aangelegde reeshofweide en andere natuurontwikkelingen in de buurt zijn mogelijk de aanleiding tot de afname van de aantallen broedende scholeksters. De aantallen territoria waren tot vorig jaar redelijk stabiel (2-3). Ook de aantallen waargenomen scholekster lopen na het hoogtepunt in 2015 (70) aanvankelijk langzaam terug
Meerkoet op nest met juv
Van Duiven tot spechten
Holenduif (1): De eenmalige waarneming van één holenduif in het juiste tijdvak is goed voor één territorium. De soort is niet eerder waargenomen in de Dongevallei.
Houtduif (6): Het aantal vastgestelde territoria is ruim gehalveerd. Eerdere jaren zijn er 12-14 vastgesteld.
Turkse tortel (2): Zoals gewoonlijk zijn de territoria van Turkse tortels in het meest noordelijke deel vastgesteld, bij hoge bomen en bebouwingen.
IJsvogel (3): Iets minder dan het voorgaande jaar, maar de ijsvogel zet zijn zegetocht 2017 voort. Na 3 jaren geen nest in de oeverzwaluwwand, wel in de buurt.
Groene specht (1): De broedgevallen van de groene specht zijn onregelmatig, geen jaarlijks vastgestelde territoria, 12 keer in de 22 teljaren.
Grote bonte specht (2): Twee vastgesteld paren van de grote bonte specht na het ontbreken tijdens 2 jaren.
Oeverzwaluwen bij de wand
Zwaluwen:
Oeverzwaluwen (35): De oeverzwaluwwand is in 2025 voor het 3e jaar op rij bezet na de onderbreking van één jaar.
Van winterkoning tot merel
Winterkoning (8): Een flinke daling dit jaar na 3 succesvolle jaren met 13 territoria.
Heggenmus (2): De aantallen vastgestelde territoria van de heggenmus vallen in 2025 ook wat lager uit, tegen 4 vorig jaar.
Roodborst (9): De roodborst haalt dit jaar, samen met 2020, het hoogste aantal.
Merel (8): Merels wisselen in aantallen, soms 2 of 3 meer of minder, tussen 4 en 11 territoria.
Zomervogels:
Kleine karekiet (3): Riet groeit niet veelvuldig in de Dongevallei. Zo blijven de aantallen broedende kleine karekieten ook beperkt; maximaal 3 tot 4 territoria worden vastgesteld.
Grasmus (2): De grasmus zet met zijn aantallen in de Dongevallei niet echt zoden aan de dijk. Het sterk opgaande bomenbestand is niet zozeer wat de soort zoekt. Het is meer een pionier van de eerste bosstadia. In de eerste jaren na de aanleg van de Dongevallei was de grasmus hier dan ook talrijker. Misschien is het gebied ook te smal voor deze vogelsoort door de in de jaren toegenomen bebouwingen rondom.
Tuinfluiter (2): Hoewel de tuinfluiter soms ontbreekt, is de trendlijn over de hele telperiode stabiel. Het hoogste aantal vastgelegde territoria is 4 (2010).
Zwartkop (8): De zwartkop is meer een vogel van struiken en oudere bomen en doet het daarom goed in de Dongevallei. Met een lichte dip dit jaar en vorig jaar is de trendlijn van het begin toch behoorlijk stijgend.
Tjiftjaf (17): Steeds meer bomen en bos bezetten het gebied; daarin doet de tjiftjaf het goed. Het hoogste aantal territoria van de tjiftjaf, 17, is in 2025 vastgesteld.
Fitis (5): Uiterlijk lijkt de fitis op de tjiftjaf, maar qua leefgebied zijn de verschillen tegengesteld. De fitis is een vogel van halfopen gebied. De voortgaande bosontwikkeling doet de fitis dan ook afnemen in de Dongevallei. Met 5 vastgestelde territoria is het beeld iets gunstiger dan het voorgaande jaar met 3 territoria
Zwarte kraai
Over mezen, kraaien en vinken:
Pimpelmees (3): De 3 vastgestelde territoria van de pimpelmees in 2025 zijn ongeveer het gemiddelde van alle gelopen tellingen in de Dongevallei. Geen stijging in de broedende pimpelmees, wel in de jaarrond aanwezige vogels buiten het broedseizoen.
Koolmees (11): Vooral in het tweede deel van deze tellingenreeks is het aantal broedende koolmezen gestegen, met het hoogste aantal (13) in 2019.
Boomkruiper (1): De boomkruiper is sinds 2020 stabiel als broedvogel aanwezig in de Dongevallei met 1 of 2 territoria.
Gaai (1): Vanaf 2014 is de gaai een broedvogel, maar niet jaarlijks, met onderbrekingen van 1 of 2 jaren. Als jaarvogel is de gaai wel flink toegenomen.
Ekster (3): 3 vastgestelde territoria is een dip in een stabiele periode van 10 jaar met gemiddeld 5 vastgestelde territoria.
Zwarte kraai (3): De zwarte kraai stijgt ook in jaarlijkse aantallen, maar niet in broedvogels.
Spreeuw (2): De spreeuw is in juni het meest gesignaleerd in de Dongevallei, als de jongen uitvliegen en hier foerageren. Na 2 jaren met 5 territoria zijn dit jaar maar 2 territoria van de spreeuw vastgesteld.
Vink (5): Het aantal broedende vinken is de laatste jaren in aantallen afgenomen.
Groenling (1): Ook de groenling is zowel als broedvogel als jaarvogel afgenomen.
IJsvogel bij broedwand
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl