Het uiteindelijk toch mislukte broedsel van een paar knobbelzwanen.
Letterschildpadden gebruikten het nest om in de zon op te warmen.
Het Noorderbos; de vogels in 2024
Een uniek jaar met hoogte- en dieptepunten.
Ad Kolen
In
het Noorderbos bij Tilburg wordt de vogelstand sinds het begin van 2003 door
mij bijgehouden. Tweemaal per maand is het vaste prik om alle waargenomen
vogels en hun gedragingen vanaf een vastgestelde route nauwkeurig te noteren.
Naast het jaarrond tellen (jaartellingen) worden in het broedseizoen de regels
van het BMP (Broedvogel Monitoring Project) van SOVON aangehouden. Alle uitkomsten
van de jaartellingen worden eveneens vastgelegd in het LiveAtlas-project van
SOVON.
De uitkomsten van de tellingen in 2024 zijn
opnieuw bijzonder; elk jaar is weer uniek. In 2024 zijn 75 verschillende
vogelsoorten waargenomen. Dat is een lager aantal ten opzichte van het
voorgaande jaar met 80 verschillende soorten vogels. Het laagste aantal, 72 is
in 2015 waargenomen. Het gemiddelde van alle 22 tellingen sinds 2003 is 79. Met
dit jaar 1 nieuwe vogelsoort voor het gebied, de Caroline-eend, en een nieuwe
broedvogelsoort, de grote gele kwikstaart, komt het totaalaantal waargenomen
vogelsoorten sinds het begin van de tellingen op 140. Ook in 2023 zijn nieuwe
soorten aan de lijst van het gebied toegevoegd: de middelste bonte specht en de
cetti’s zanger. Beide soorten broedden in het Noorderbos.
Na
het recordnatte jaar 2023 is 2024 op de derde plaats geëindigd van de natste
jaren ooit. Een unicum, zo kort op elkaar zoveel neerslag. Bovendien was 2024
weer eens recordwarm; dat is het gevolg van een beperkt aantal vorstnachten.
Een officiële hittegolf ontbrak, maar het tweede drijfnatte jaar was mogelijk
nog schadelijker dan de hittegolven. (Boerenweer.nl-dec.2024). Nu april 2025 is, is te zien dat vele stadsbomen, maar ook meerdere bomen in het Noorderbos, die
periode niet overleefd hebben. De afname van het aantal waargenomen vogelsoorten is
niet direct toe te schrijven aan het opnieuw zeer natte jaar 2024.
De
afname van het aantal waargenomen vogels betreft onder meer de soepgans, die in
2023 nog 15 keer is aangetroffen. Die is het slachtoffer geworden van een
predator. Deze gedomesticeerde afstammeling van de grauwe gans verbleef sinds
eind 2012 op of aan de randen van de Noorderplas. De vogel is door wandelaars
met brood in leven gehouden. De huiszwaluwen, 15 in 2023, hebben zich dit jaar ook
niet laten zien. Ze broeden in de buurt en komen hier bijna jaarlijks enkele
malen drinken en insecten zoeken. De zwarte specht, tweemaal waargenomen vorig jaar,
ontbreekt in 2024. De middelste bonte specht, aangetroffen in 2023 met één
vastgesteld territorium, laat zich dit jaar ook niet zien. De witte kwikstaart,
een jarenlang waargenomen soort, ontbreekt eveneens in 2024.
Het
hoge waterpeil is in 2024 de oorzaak of medeoorzaak van het mislukken van een
broedpoging van een paar knobbelzwanen. Ze bouwden een nest in een rietkraag
aan de oostzijde van de Noorderplas. Dat later schuin wegzakte in het stijgende
water. Er zijn geen eieren gelegd dit jaar en ook in 2023 lukte het niet. Al in
2022 zijn van het paar in mei en juni territorium-indicerende activiteiten
waargenomen. Dat het paar in 2024 mogelijk nog te jong was, gaat dus niet op.
Hoog water in de Noorderplas met brede, ondiepe oeverzones.
In
tegenstelling tot de afname van het aantal vogelsoorten is het aantal
waargenomen individuele vogels in 2024 flink gestegen van 4.484 in 2023 naar 5.349
in 2024. Dat is vooral te danken aan de toename van meerdere soorten eenden op
de Noorderplas. De Noorderplas is na 10 jaar zandstorting in 2018 opnieuw
ingericht. Er is veel plantaardig materiaal en slib tijdens de zandstortingen
in de plas terechtgekomen. Door het egaliseren van het zand werd de bodem afgesloten,
waardoor de vorming van moerasgas (methaan) op gang kwam. Het langdurig opborrelen
van moerasgas was vanaf 2019 goed zichtbaar. Hoewel dat is afgenomen, borrelt
het nog steeds. Het aantal watervogels op de plas was dan ook vanaf 2019 erg
laag. Het verband lijkt duidelijk. Na een aantal jaren afname broedde er in 2022,
geen enkele fuut op de plas. De meerkoeten verplaatsen hun broedactiviteiten naar
de aangrenzende paddenpoelen en de nabijgelegen Zandley. In 2024 lijkt het tij
echter te keren; er zijn onder meer weer 2 futenparen met jongen aangetroffen.
Flinke aantallen verschillende soorten eenden op de Noorderplas in een groot deel van 2024.
In
2024 zijn de hoogste aantallen eenden waargenomen sinds het begin van de
tellingen in het Noorderbos. De pieken liggen in het najaar en het aangrenzende
winterdeel, maar ook in het begin van het jaar en het voorjaar zijn ze in
verhoogde aantallen aanwezig. In 2024 zijn van de krakeend 263 exemplaren
geteld. Het hoogste aantal tot nu toe 73, is in 2015 aangetroffen. Van de
tafeleend zijn 50 exemplaren geteld in 2024. Tot zover is het hoogste aantal 8,
in 2020 aangetroffen. Voor de kuifeend was 2024 een topjaar in het Noorderbos.
Met uitzondering van mei en het merendeel van de zomer is de soort zowel in de
winterperiodes als het voor- en najaar in flinke aantallen gezien, 239
exemplaren in totaal. In de voorgaande jaren is het jaartotaal niet hoger dan
39 gekomen; dat was in 2007.
Een mannelijke tafeleend.
Zowel
de duikeenden (kuifeend en tafeleend) als de grondeleenden (wilde eend,
krakeend en slobeend) profiteren van de huidige toestand van de plas; veel
water, een diepte van 3-4 meter en brede ondiepe oeverzones. Het aantal wilde
eenden is dit jaar hoger (659) dan in meerdere voorliggende jaren. De soepeend
is in een naar verhouding dezelfde strekking gestegen. Ook de slobeend en de
wintertaling zijn in 2024 in hogere aantallen gezien dan in voorgaande jaren.
Zover het tijdens het vervaardigen van dit rapport laat zien, lijken de
stijgingen van de aantallen eenden zich in 2025 te continueren.
Met
hoge aantallen scoorden in 2024 ook meerkoet, fuut, grote bonte specht,
boompieper, winterkoning, roodborst, zwartkop en tjiftjaf. Wat lagere aantallen
zijn genoteerd voor nijlgans, houtduif, boerenzwaluw, merel en kleine karekiet.
Als trekvogel en overwinteraar springt de koperwiek er flink uit met in totaal
430 exemplaren. Het hoogste aantal, 221 stuks, is op 10 februari 2024 geteld.
De grote gele kwikstaart, een nieuwe broedvogelsoort in het Noorderbos in 2024.
De
broedvogels zijn een verhaal apart. We spreken hier van territoria die
vastgesteld worden volgens de regels van het BMP. Alle gegevens daarvoor worden
via de app LiveAtlas ingevoerd en op de website van SOVON verwerkt.
Automatische clustering maakt de verwerking, het vaststellen van de aantallen
territoria per vogelsoort, eenvoudig. In 2024 zijn van 41 verschillende
vogelsoorten in totaal 314 territoria vastgesteld. De aantallen territoria in
de totale tellingenreeks in het Noorderbos variëren van 37 tot 49. Met een
gemiddelde van bijna 43 zijn de 41 territoria van 2024 aan de lage kant. Daar
staat tegenover dat het totaalaantal vastgestelde territoria in 2024 met 314
ver boven het gemiddelde van ruim 252 ligt. De aantallen vastgestelde
territoria zijn gedurende de reeks tellingen flink gestegen. Het laagste aantal,
173, is in 2003 vastgesteld en het hoogste 243 in 2022.
Elementen uit het verleden; "de vloeivelden" zijn goed zichtbaar in het gebied.
Terwijl
er veel soorten eenden langdurig verblijven in de trekperiode en de winter, is
het aantal broedende eenden vrij laag in 2024. Territoria zijn maar van 2
soorten vastgesteld; wilde eend 1 en krakeend 1. Dat is bedroevend laag. De
verwachting is dat het wel beter gaat worden als de waterkwaliteit van de
Noorderplas zich herstelt.
De
staat van instandhouding, een Europese richtlijn voor alle in het wild levende
vogels, beoordeelt de tjiftjaf op alle 5 de fronten gunstig. De staat van
instandhouding is voor de fitis op 3 van de 5 fronten matig ongunstig. Dat voor
de fitis er meer aan de hand is dan wijzigingen in het leefgebied, lezen we in
enkele fragmenten uit het SOVON-rapport ”Broedvogels in Nederland 2020”; Fitissen
komen in vrijwel alle Nederlandse landschappen voor, maar de verschillen in
dichtheid zijn groot. In duinen, heide, hoogveen en laagveenmoeras zijn de
hoogste dichtheden te vinden. Ook bossen op arme zandgrond herbergen heel wat
paren. Hoewel veel zangvogels van struweel, een van de favoriete habitats van
de fitis, het aardig doen in grote delen van het land, is de trend voor deze
soort in veel habitats negatief. Over het algemeen lijkt de afname van de fitis
in Nederland van noord naar zuid sterker te worden. Er is op Europese schaal
echter geen verschuiving van de soort in noordelijke richting te zien (Keller
et al. 2020). Suggesties dat de afname te maken heeft met problemen in de
Afrikaanse trek- en overwinteringsgebieden, verdienen nadere studie (Bijlsma
2018).
Er
zijn meerdere soorten broedvogels die het wel goed doen in het Noorderbos dit
jaar. Stabiel was de roodborst met 16 territoria, zowel in 2023 als in 2024.
Dat geldt ook voor de zanglijster met 13 territoria in beide teljaren. De
spotvogel is al vele jaren laag, maar stabiel met 1 territorium. De grasmus, de
tuinfluiter en de zwartkop deden het met respectievelijk 15, 11 en 25
territoria beter in 2024 dan in het voorgaande jaar.
Ondanks deze opsomming van feiten is het niet eenvoudig om een conclusie te trekken betreffende de uitkomsten van de vogeltellingen in het Noorderbos gedurende het teljaar 2024. Een uitspraak gedaan aan het begin van deze rapportage; ”De uitkomsten van de tellingen in 2024 zijn opnieuw bijzonder, elk jaar is weer uniek” ligt dicht bij het gekozen onderschrift van dit stuk:
”Een uniek jaar met
hoogte- en dieptepunten”.