dinsdag 15 april 2025

Het Noorderbos; de vogels in 2024

 










Het uiteindelijk toch mislukte broedsel van een paar knobbelzwanen.

Letterschildpadden gebruikten het nest om in de zon op te warmen.



Het Noorderbos; de vogels in 2024

Een uniek jaar met hoogte- en dieptepunten.

 

Ad Kolen

 

In het Noorderbos bij Tilburg wordt de vogelstand sinds het begin van 2003 door mij bijgehouden. Tweemaal per maand is het vaste prik om alle waargenomen vogels en hun gedragingen vanaf een vastgestelde route nauwkeurig te noteren. Naast het jaarrond tellen (jaartellingen) worden in het broedseizoen de regels van het BMP (Broedvogel Monitoring Project) van SOVON aangehouden. Alle uitkomsten van de jaartellingen worden eveneens vastgelegd in het LiveAtlas-project van SOVON.

 

De uitkomsten van de tellingen in 2024 zijn opnieuw bijzonder; elk jaar is weer uniek. In 2024 zijn 75 verschillende vogelsoorten waargenomen. Dat is een lager aantal ten opzichte van het voorgaande jaar met 80 verschillende soorten vogels. Het laagste aantal, 72 is in 2015 waargenomen. Het gemiddelde van alle 22 tellingen sinds 2003 is 79. Met dit jaar 1 nieuwe vogelsoort voor het gebied, de Caroline-eend, en een nieuwe broedvogelsoort, de grote gele kwikstaart, komt het totaalaantal waargenomen vogelsoorten sinds het begin van de tellingen op 140. Ook in 2023 zijn nieuwe soorten aan de lijst van het gebied toegevoegd: de middelste bonte specht en de cetti’s zanger. Beide soorten broedden in het Noorderbos.

 

Na het recordnatte jaar 2023 is 2024 op de derde plaats geëindigd van de natste jaren ooit. Een unicum, zo kort op elkaar zoveel neerslag. Bovendien was 2024 weer eens recordwarm; dat is het gevolg van een beperkt aantal vorstnachten. Een officiële hittegolf ontbrak, maar het tweede drijfnatte jaar was mogelijk nog schadelijker dan de hittegolven. (Boerenweer.nl-dec.2024). Nu april 2025 is, is te zien dat vele stadsbomen, maar ook meerdere bomen in het Noorderbos, die periode niet overleefd hebben. De afname van het aantal waargenomen vogelsoorten is niet direct toe te schrijven aan het opnieuw zeer natte jaar 2024.

 

De afname van het aantal waargenomen vogels betreft onder meer de soepgans, die in 2023 nog 15 keer is aangetroffen. Die is het slachtoffer geworden van een predator. Deze gedomesticeerde afstammeling van de grauwe gans verbleef sinds eind 2012 op of aan de randen van de Noorderplas. De vogel is door wandelaars met brood in leven gehouden. De huiszwaluwen, 15 in 2023, hebben zich dit jaar ook niet laten zien. Ze broeden in de buurt en komen hier bijna jaarlijks enkele malen drinken en insecten zoeken. De zwarte specht, tweemaal waargenomen vorig jaar, ontbreekt in 2024. De middelste bonte specht, aangetroffen in 2023 met één vastgesteld territorium, laat zich dit jaar ook niet zien. De witte kwikstaart, een jarenlang waargenomen soort, ontbreekt eveneens in 2024.

 

Het hoge waterpeil is in 2024 de oorzaak of medeoorzaak van het mislukken van een broedpoging van een paar knobbelzwanen. Ze bouwden een nest in een rietkraag aan de oostzijde van de Noorderplas. Dat later schuin wegzakte in het stijgende water. Er zijn geen eieren gelegd dit jaar en ook in 2023 lukte het niet. Al in 2022 zijn van het paar in mei en juni territorium-indicerende activiteiten waargenomen. Dat het paar in 2024 mogelijk nog te jong was, gaat dus niet op.

 
















Hoog water in de Noorderplas met brede, ondiepe oeverzones.


In tegenstelling tot de afname van het aantal vogelsoorten is het aantal waargenomen individuele vogels in 2024 flink gestegen van 4.484 in 2023 naar 5.349 in 2024. Dat is vooral te danken aan de toename van meerdere soorten eenden op de Noorderplas. De Noorderplas is na 10 jaar zandstorting in 2018 opnieuw ingericht. Er is veel plantaardig materiaal en slib tijdens de zandstortingen in de plas terechtgekomen. Door het egaliseren van het zand werd de bodem afgesloten, waardoor de vorming van moerasgas (methaan) op gang kwam. Het langdurig opborrelen van moerasgas was vanaf 2019 goed zichtbaar. Hoewel dat is afgenomen, borrelt het nog steeds. Het aantal watervogels op de plas was dan ook vanaf 2019 erg laag. Het verband lijkt duidelijk. Na een aantal jaren afname broedde er in 2022, geen enkele fuut op de plas. De meerkoeten verplaatsen hun broedactiviteiten naar de aangrenzende paddenpoelen en de nabijgelegen Zandley. In 2024 lijkt het tij echter te keren; er zijn onder meer weer 2 futenparen met jongen aangetroffen.

 















Flinke aantallen verschillende soorten eenden op de Noorderplas in een groot deel van 2024.


In 2024 zijn de hoogste aantallen eenden waargenomen sinds het begin van de tellingen in het Noorderbos. De pieken liggen in het najaar en het aangrenzende winterdeel, maar ook in het begin van het jaar en het voorjaar zijn ze in verhoogde aantallen aanwezig. In 2024 zijn van de krakeend 263 exemplaren geteld. Het hoogste aantal tot nu toe 73, is in 2015 aangetroffen. Van de tafeleend zijn 50 exemplaren geteld in 2024. Tot zover is het hoogste aantal 8, in 2020 aangetroffen. Voor de kuifeend was 2024 een topjaar in het Noorderbos. Met uitzondering van mei en het merendeel van de zomer is de soort zowel in de winterperiodes als het voor- en najaar in flinke aantallen gezien, 239 exemplaren in totaal. In de voorgaande jaren is het jaartotaal niet hoger dan 39 gekomen; dat was in 2007.

 
















Een mannelijke tafeleend.


Zowel de duikeenden (kuifeend en tafeleend) als de grondeleenden (wilde eend, krakeend en slobeend) profiteren van de huidige toestand van de plas; veel water, een diepte van 3-4 meter en brede ondiepe oeverzones. Het aantal wilde eenden is dit jaar hoger (659) dan in meerdere voorliggende jaren. De soepeend is in een naar verhouding dezelfde strekking gestegen. Ook de slobeend en de wintertaling zijn in 2024 in hogere aantallen gezien dan in voorgaande jaren. Zover het tijdens het vervaardigen van dit rapport laat zien, lijken de stijgingen van de aantallen eenden zich in 2025 te continueren.

 

Met hoge aantallen scoorden in 2024 ook meerkoet, fuut, grote bonte specht, boompieper, winterkoning, roodborst, zwartkop en tjiftjaf. Wat lagere aantallen zijn genoteerd voor nijlgans, houtduif, boerenzwaluw, merel en kleine karekiet. Als trekvogel en overwinteraar springt de koperwiek er flink uit met in totaal 430 exemplaren. Het hoogste aantal, 221 stuks, is op 10 februari 2024 geteld.

 
















De grote gele kwikstaart, een nieuwe broedvogelsoort in het Noorderbos in 2024.


De broedvogels zijn een verhaal apart. We spreken hier van territoria die vastgesteld worden volgens de regels van het BMP. Alle gegevens daarvoor worden via de app LiveAtlas ingevoerd en op de website van SOVON verwerkt. Automatische clustering maakt de verwerking, het vaststellen van de aantallen territoria per vogelsoort, eenvoudig. In 2024 zijn van 41 verschillende vogelsoorten in totaal 314 territoria vastgesteld. De aantallen territoria in de totale tellingenreeks in het Noorderbos variëren van 37 tot 49. Met een gemiddelde van bijna 43 zijn de 41 territoria van 2024 aan de lage kant. Daar staat tegenover dat het totaalaantal vastgestelde territoria in 2024 met 314 ver boven het gemiddelde van ruim 252 ligt. De aantallen vastgestelde territoria zijn gedurende de reeks tellingen flink gestegen. Het laagste aantal, 173, is in 2003 vastgesteld en het hoogste 243 in 2022.

 

















Elementen uit het verleden; "de vloeivelden" zijn goed zichtbaar in het gebied.


Terwijl er veel soorten eenden langdurig verblijven in de trekperiode en de winter, is het aantal broedende eenden vrij laag in 2024. Territoria zijn maar van 2 soorten vastgesteld; wilde eend 1 en krakeend 1. Dat is bedroevend laag. De verwachting is dat het wel beter gaat worden als de waterkwaliteit van de Noorderplas zich herstelt.

 

De staat van instandhouding, een Europese richtlijn voor alle in het wild levende vogels, beoordeelt de tjiftjaf op alle 5 de fronten gunstig. De staat van instandhouding is voor de fitis op 3 van de 5 fronten matig ongunstig. Dat voor de fitis er meer aan de hand is dan wijzigingen in het leefgebied, lezen we in enkele fragmenten uit het SOVON-rapport ”Broedvogels in Nederland 2020”; Fitissen komen in vrijwel alle Nederlandse landschappen voor, maar de verschillen in dichtheid zijn groot. In duinen, heide, hoogveen en laagveenmoeras zijn de hoogste dichtheden te vinden. Ook bossen op arme zandgrond herbergen heel wat paren. Hoewel veel zangvogels van struweel, een van de favoriete habitats van de fitis, het aardig doen in grote delen van het land, is de trend voor deze soort in veel habitats negatief. Over het algemeen lijkt de afname van de fitis in Nederland van noord naar zuid sterker te worden. Er is op Europese schaal echter geen verschuiving van de soort in noordelijke richting te zien (Keller et al. 2020). Suggesties dat de afname te maken heeft met problemen in de Afrikaanse trek- en overwinteringsgebieden, verdienen nadere studie (Bijlsma 2018).

 

Er zijn meerdere soorten broedvogels die het wel goed doen in het Noorderbos dit jaar. Stabiel was de roodborst met 16 territoria, zowel in 2023 als in 2024. Dat geldt ook voor de zanglijster met 13 territoria in beide teljaren. De spotvogel is al vele jaren laag, maar stabiel met 1 territorium. De grasmus, de tuinfluiter en de zwartkop deden het met respectievelijk 15, 11 en 25 territoria beter in 2024 dan in het voorgaande jaar.

 

Ondanks deze opsomming van feiten is het niet eenvoudig om een conclusie te trekken betreffende de uitkomsten van de vogeltellingen in het Noorderbos gedurende het teljaar 2024. Een uitspraak gedaan aan het begin van deze rapportage; ”De uitkomsten van de tellingen in 2024 zijn opnieuw bijzonder, elk jaar is weer uniek” ligt dicht bij het gekozen onderschrift van dit stuk: 


”Een uniek jaar met hoogte- en dieptepunten”.

 


 Reacties naar adkolen@kpnmail.nl




Het stijgende water is funest voor het knobbelzwanennest.