een eiland om te koesteren
tussen zeeën, duinen, planten en vogels
Ad Kolen
Zeekraal op de Noordsvaarder.
Een verslag van een week in de Terschellingse
natuur
Na maandenlange mooie zomerse
weersomstandigheden is een week regen in september de gelegenheid om dingen op
een rijtje te zetten. Om te beseffen wat me allemaal heeft beziggehouden vanaf
het voorjaar. Naast de broedvogelinventarisaties en mijn nestkastonderzoek was
een week op Terschelling voor mij een van de hoogtepunten van het jaar.
Week 35 (28 augustus - 4 september)
met alleen schoolvakanties in het zuiden en mogelijk nog een stukje zomer in
het verschiet, blijkt een goede keuze te zijn. Zelfs de reisdagen op zondagen
pakken goed uit omdat ik daarmee de treinstakingen bleek te vermijden. Dit is
mijn vierde bezoek aan Terschelling. Twee ervan zijn in de vergetelheid
geraakt, omdat ze tientallen jaren geleden plaatsvonden. De laatste keer was in
2017 met een groep van twintig natuurminnende personen.
Het vaak door mij bezochte
Waddeneiland Texel was veruit mijn favoriete eiland. Het is vanuit Brabant snel
te bereiken. Zelfs op één dag op en neer is te doen. Naast allerlei
toeristische attracties is op Texel veel aandacht voor de natuur. In steeds
meer gebieden zijn vogels en andere mooie zaken van dichtbij te bewonderen.
Maar nu is daar Terschelling. Door de bijna twee uur durende overtocht en de
beperkte breedte van het eiland domineert op Terschelling altijd het
eilandgevoel. Natuur en rust voeren hier de boventoon. En zowel de heen- als de
terugreis is een belevenis. Met zon en behoorlijk wat wind is het heerlijk
zeilweer. De vele grote en kleine zeilschepen om ons heen vormen een prachtig
schouwspel.

Terschelling is vanuit het westen
gezien na Texel en Vlieland het derde eiland. Texel is met 20 km bij 8 km het
grootste Waddeneiland. De lengte van Terschelling is ongeveer 30 km en het is
ten hoogste 4,5 km breed. West-Terschelling, waar de veerboot aanmeert, is met
2700 inwoners het grootste dorp. Verder zijn er West aan Zee, Formerum, Lies,
Midsland, Hoorn, het meest oostelijke dorp Oosterend en nog een aantal kleine
dorpjes. In totaal wonen er bijna 5000 mensen op Terschelling. Terschelling behoort tot de provincie Friesland.
Met temperaturen in Brabant die de 25°C. ruim overstijgen is het op Terschelling met 20-22°C. net even iets aangenamer om
actief bezig te zijn. De altijd aanwezige wind (4-5) heb ik deze keer beteugeld
met een elektrische fiets. Wel zo aangenaam als je het hele eiland wilt
doorkruisen. De droogte is ook hier zichtbaar, maar niet overal. In sommige
lage delen van de duinen staat nog water, zo ook in diverse duinmeertjes. Het
besef hoe belangrijk het is om water vast te houden, is hier zichtbaar
doorgedrongen. Enkele vaarten die dwars op de verbindingswegen staan en leiden
naar gemalen langs de Waddenzee, bevatten nog volop water. In de Boschplaat en
in de binnenduinen nabij de Noordsvaarder worden sloten deels gedempt.
Midsland, het midden van het eiland.
Mijn verblijfsplaats deze week is B&B De Wadvaarder in Midsland, een prima plek met een goed ontbijt.
Midsland, zoals de naam al zegt, ligt ongeveer in het midden van het bewoonde
deel van het eiland. Het is een mooi dorp met een rijke geschiedenis. De
hoofdstraat, Oosterburen, met vele historische panden is echter overspoeld door
vele toeristische voorzieningen. Daaronder bevinden zich wel diverse goede
eetgelegenheden en een supermarkt.
Na het huren van een fiets gaat de
eerste verkenningstocht naar West-Terschelling. Onderweg vallen de talrijke goudplevieren natuurlijk
direct op. Even stilstaan om ze te bewonderen is onvermijdelijk voor een
vogelaar. De verenkleden van de individuele vogels verschillen nogal. Met meer
of minder zwarte veren op buik, borst en het gelaat zijn ze vaak deels, of soms
nog geheel, in zomerkleed gehuld. Het zomerkleed doet met veel zwart een beetje
deftig aan. In het goudgele winterkleed, samen met de korte donkere snavel,
lijken ze kleiner, vriendelijker en vooral de jongen wat popperig. De tocht
gaat door naar West-Terschelling. Even in de haven langs de aangemeerde boten
struinen, dat blijft me trekken!

Goudplevieren in de vlucht.
Later vanaf een hoogte genoten van een
weidse blik over de uitgestrekte vlakte van de Noordsvaarder. Het maakt me
bewust van de plek waar ik ben De Noordsvaarder is het westelijke deel van Terschelling. Het was ooit een grote zandplaat, die steeds naar het oosten opschoof en door verzanding van het Westerboomgat in het eiland vastgroeide. In het dorp het Natuurmuseum met
zeeaquarium bezocht. Niet meer dan een uur echter; het is buiten te aangenaam
om lang binnen te blijven. De weg terug langs de Waddenzee, met laag water,
biedt volop gelegenheid om te vogelen: er zijn grote aantallen foeragerende
steltlopers.

Het uiterlijk en het gebruik van de polders van Terschelling is divers; van extensief gebruikt en soms bloemenrijk grasland
De tweede dag gaat het door de
polders, gelegen aan de zuidkant van het eiland. Ze grenzen aan de Waddenzee.
In de lengte van dit voornamelijk uit weilanden bestaande gebied loopt een
brede zandweg. Daarvandaan is goed te zien hoe het gebied gebruikt wordt. De
weilanden zijn zeer verschillend. Graslanden met afwateringsrelicten en andere
oneffenheden, en de aanwezigheid van vele plantensoorten springen in het oog.
Maar door geëgaliseerde raaigrasvelden met de geur en sporen van mestinjecties
waan ik me even in Brabant. Ook een weiland met heel veel koeien komt me bekend
voor. Diverse tussenvormen neigen naar meer milieuvriendelijk, misschien wel
extensief gebruik. Samen met een paar wielen, de water bevattende sloten en
enkele zeer bloemrijke graslanden is het een waardevolle omgeving. Naar het
oosten fietsend verlaat ik een voor Nederland toch wel uniek gebied.
tot ook wat intensieve melkveehouderij.
Mooie herinneringen heb ik aan het
gebied waarin ik nu terechtkom, de Boschplaat. Dit ruige gebied, bestaande uit
brede stranden, afwisselende duinen, een uitgestrekt kweldergebied en een
natuurlijk bos, omvat de oostelijke helft van het eiland. De werkzaamheden in
het gebied en het verkeer van SBB (Staatsbosbeheer) hebben de zandpaden er niet
beter op gemaakt. Maar het lukt met toch de punt van eiland te bereiken. Het
zicht op de brede stranden en prachtige duinvalleien geven voldoening na deze
stevige fietstocht. Vanaf het duin waar de vogelwachtershut staat, bekijk ik
dit ruige gebied. Veel vogels, buiten de tientallen tapuiten en wat trekkers
als roodborsttapuit, zwarte roodstaart en bonte vliegenvanger, zie ik niet.
Maar uitkijkende vanaf een duintop zijn mijn gedachten in een constante
verwondering over en bewondering voor deze omgeving.

De Boschplaat.
De woensdag wordt een topdag door met Piet Zumkehr, een lokale natuurvorser, op pad te gaan. Piet kwam in 1980 als medewerker van Staatsbosbeheer op Terschelling terecht en is er sindsdien blijven wonen en werken. Door zijn brede interesse heeft hij in veertig jaar aan veldbiologisch onderzoek een grote deskundigheid opgebouwd op het gebied van de natuur op de Waddeneilanden. Van vogels en planten tot nachtvlinders.
Vals muizenoor (Piolosella peleteriana).
Hij is bovendien een enthousiaste verteller. Dat blijkt als we op de fiets gebieden bezoeken waar recentelijk herstelprojecten zijn uitgevoerd. Over bijzondere planten als vlottende bies, ondergedoken moerasscherm, vals muizenoor, stijve moerasweegbree en bezemdopheide verhaalt hij uitvoerig. Op een nog kale geplagde bodem staan kleine en ronde zonnedauw naast elkaar. Het goed zichtbare verschil ligt nu in mijn geheugen verankerd.
Bezemdopheide (Erica scoparia).
Waarvan zaden tijdens wapentransporten in de Tweede Wereldoorlog uit Frankrijk of Spanje zijn meegekomen.
De duinenrijen die we vanaf het pad aanschouwen, zetten Piet ertoe aan er in detail over uit te weiden. Paraboolduinen, aangelegde en verplaatste duinen als maatregel om verstuivingen op gang te brengen zijn zaken die hij laat zien en uitgebreid belicht. Na een doorkabbelende stroom aan natuurinformatie en andere wetenswaardige feiten sluiten we af met een bezoekje aan de Hoorner (eenden)kooi.

Een voormalige visser herstelt de netten van een collega garnalenvisser in de haven van West-Terschelling.
De volgende dag fiets ik vanaf West-Terschelling langs de Waddenzee naar het oosten. Een blik in de haven leidt tot een geanimeerd gesprek met een oude visser. Hij herstelt het net van een garnalenkotter. Even buiten West-Terschelling foerageren zwarte ruiters in een dun laagje water met zand als ondergrond. Even later strijken vijf steenlopers neer en zoeken op dezelfde plaats naar voedsel.
Gewoonlijk foerageren steenlopers tussen de stenen van dijken. Hoewel het hoog water is, zijn er talrijke plekken waar zich vogels concentreren op dijken en stukjes buitendijks land. Talrijk zijn de eider, wulp, kieviet, aalscholver, rosse grutto naast de verschillende meeuwensoorten en andere, vooral kleine, steltlopers.

Zwarte ruiter.
Uiteindelijk kom ik weer bij de Boschplaat uit. Terschelling heeft in totaal zeven eendenkooien waarvan er hier vier langs de Waddenzee liggen. Omdat dit deel wel eens overstroomt, hebben deze kooien elk een eigen omdijking. Helaas zijn deze allemaal in particulier eigendom en niet toegankelijk. De omgeving doet erg desolaat aan. Een bijzonder landschap onder invloed van de Waddenzee die er wel eens ver instroomt. De zandwegen zijn van los zand, de graslanden droog en kaal. Enkele tapuiten en een groepje putters fleuren het geheel een beetje op. De kooiker die ik ontmoet, is nukkig en zegt dat ik van zijn bramen af moet blijven. Het pad buigt af door een golvend duinengebied, waar een open berkenbos wordt afgewisseld met halfopen stukken duin met soms cranberry’s en veel struikheide.

Het desolate landschap rondom de eendenkooien op de Boschplaat.
Op vrijdag struin ik de bossen van het eiland af, voornamelijk het Hoornse bos. Hoewel de bossen op de Waddeneiland niet erg soortenrijk en vrij arm zijn, zoek ik ze toch altijd even op. Ze hebben wel iets! De golvende heuvels met Oostenrijkse of Corsicaanse dennen geven toch een bijzondere aanblik. Vaak zijn deze bossen, zoals ook hier op Terschelling, vrij open en is er afwisseling. Op veel plaatsen staan ook zeedennen.
Het Hoornse bos.
Maar er zijn ook delen met eiken en zelfs beuken. In deze periode, kort na het broedseizoen en nog voor de vogeltrek echt op gang komt, is het aantal vogelsoorten niet groot. Grote bonte specht en boomkruiper zijn hier wel goed vertegenwoordigd. Ook bonte vliegenvanger, zwarte mees, vink en groenling kom ik vandaag meerdere malen tegen op verschillende locaties. De boomklever heb ik hier nog niet gezien.
Een van de groenpootruiters in Hedredersplak in het Hoornse bos.
Verrassende waarnemingen doe ik op een open plek in het bos met een flinke opdrogende plas, de Hedredersplak. Er staat nog een dun laagje water, wat een goede foerageerplek voor groenpootruiters blijkt te zijn. Ondanks verstoringen door passerende wandelaars komen ze steeds terug. Het lukt me dan ook ze, met een watersnip en een tapuit, op de foto te zetten. Een sperwer is me echter te snel af.

Een watersnip en een groenpootruiter in Hedredersplak in het Hoornse bos.
Door een prachtig begroeid duingebied, de Koegelwieck, verplaats ik me naar het volgende bosperceel. Ook hier moet ik regelmatig ’klunen’ over de zanderige smalle paden, maar kan ondertussen van de talrijk bloeiende heide genieten.
De Noordsvaarder.
De laatste hele dag op het eiland is er ook een met een edelmetalen randje. Vanaf West-Terschelling is de Noordsvaarder een grootse zandvlakte. Veerboten, zeilschepen en kitesurfers bewegen op de achtergrond. Dichterbij beroeren meeuwen en kleine steltlopers de ondiepe waterpartijen. Naar rechts lopend wordt het rustiger, een enkele pluk zeekraal steekt door het zand. Kleine hoopjes vergruisde schelpen (braakballen) zijn tekenen van rustplaatsen van meeuwen en mogelijk andere schelpen etende vogels. Vanaf het open, aan het water liggende deel van de Noordsvaarder loop ik richting het binnenland, waar de begroeiing toeneemt. Geweldig is het om al die zoutminnende plantjes weer te zien. Zeeaster, melkkruid, lamsoor, rode ogentroost, strandduizendguldenkruid, blauwe zeedistel en zeekool zijn bekende die ik ook op andere Waddeneilanden en de kusten van Zeeland zag.

Blauwe zeedistel.
Ik fiets op tijd terug om in de schaduwrijke tuin van de B&B wat verzamelde gegevens te verwerken. Tussen een moerbeiboom, een vijg, een kiwi, een Weymouthden, hulst en een berk scharrelen diverse vlinders rond. De citroenvlinder, bont zandoogje, groot koolwitje en veel atalanta’s komen af op de talrijk bloeiende bloemen die hier staan. Een mooie plek om al mijmerend te beseffen dat ik morgen weer terug naar Brabant ga.

De schaduw- en bomenrijke tuin van B&B De Wadvaarder in Midsland met veel bloemen en vlinders.
De terugreis met de boot is nog meer een feestje dan de trip ernaartoe. Veel zeilschepen varen en passeren in dezelfde vaargeul. Soms worden ze door de kapitein met getoeter gewaarschuwd als ze te dicht in de buurt komen. Tijdens de overtocht zie ik even de kop van een zeehond boven water; er wordt er nog één gezien door een medepassagier!

De tapuit is een vaak gezien deze week, naast 40 broedparen zijn dat ook doortrekkende vogels.
Verder reizend met de trein overdenk ik het verblijf deze week op Terschelling. Het was heel anders dan vijf jaar geleden; dat was halverwege de maand oktober. Nu is het echt nog zomer met nauwelijks aanwezige trekvogels die hier een tussenstop maken. In tegenstelling tot de vorige keer zag ik maar weinig ganzen. Wat grauwe ganzen - niet veel - hoogstens enkele honderden, een laag aantal nijlganzen, enkele soepganzen en een brandgans; dat was alles. De eerste dagen heel veel goudplevieren gezien, later wat minder. Minder vogelsoorten (71) en minder aantallen gezien, maar enorm genoten van diverse zeer mooie waarnemingen. Ook de gelegenheid en de tijd genomen om een aantal vogels goed te fotograferen. Intens van het landschap genoten en het goed in me kunnen opnemen, mede door de dag met Piet. Het vroegere tijdstip is goed om wat meer naar planten te kijken. Kortom: tijdens deze geweldige week met zeer aangename weersomstandigheden heb ik Terschelling opnieuw goed leren kennen. Ik ga weer voor dit bijzondere eiland. Het is een stuk Nederland om te koesteren.
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

Over het eiland is een vogelroute uitgezet aan de hand van duidelijke silhouetten van vogels, zoals deze veldleeuwerik.