maandag 19 september 2022

Terschelling



 

een eiland om te koesteren

tussen zeeën, duinen, planten en vogels


Ad Kolen



Zeekraal op de Noordsvaarder.


Een verslag van een week in de Terschellingse natuur


Na maandenlange mooie zomerse weersomstandigheden is een week regen in september de gelegenheid om dingen op een rijtje te zetten. Om te beseffen wat me allemaal heeft beziggehouden vanaf het voorjaar. Naast de broedvogelinventarisaties en mijn nestkastonderzoek was een week op Terschelling voor mij een van de hoogtepunten van het jaar.


Week 35 (28 augustus - 4 september) met alleen schoolvakanties in het zuiden en mogelijk nog een stukje zomer in het verschiet, blijkt een goede keuze te zijn. Zelfs de reisdagen op zondagen pakken goed uit omdat ik daarmee de treinstakingen bleek te vermijden. Dit is mijn vierde bezoek aan Terschelling. Twee ervan zijn in de vergetelheid geraakt, omdat ze tientallen jaren geleden plaatsvonden. De laatste keer was in 2017 met een groep van twintig natuurminnende personen.

 

Het vaak door mij bezochte Waddeneiland Texel was veruit mijn favoriete eiland. Het is vanuit Brabant snel te bereiken. Zelfs op één dag op en neer is te doen. Naast allerlei toeristische attracties is op Texel veel aandacht voor de natuur. In steeds meer gebieden zijn vogels en andere mooie zaken van dichtbij te bewonderen. Maar nu is daar Terschelling. Door de bijna twee uur durende overtocht en de beperkte breedte van het eiland domineert op Terschelling altijd het eilandgevoel. Natuur en rust voeren hier de boventoon. En zowel de heen- als de terugreis is een belevenis. Met zon en behoorlijk wat wind is het heerlijk zeilweer. De vele grote en kleine zeilschepen om ons heen vormen een prachtig schouwspel.




Terschelling is vanuit het westen gezien na Texel en Vlieland het derde eiland. Texel is met 20 km bij 8 km het grootste Waddeneiland. De lengte van Terschelling is ongeveer 30 km en het is ten hoogste 4,5 km breed. West-Terschelling, waar de veerboot aanmeert, is met 2700 inwoners het grootste dorp. Verder zijn er West aan Zee, Formerum, Lies, Midsland, Hoorn, het meest oostelijke dorp Oosterend en nog een aantal kleine dorpjes. In totaal wonen er bijna 5000 mensen op Terschelling. Terschelling behoort tot de provincie Friesland. 


Met temperaturen in Brabant die de 25°C. ruim overstijgen is het op Terschelling met 20-22°C. net even iets aangenamer om actief bezig te zijn. De altijd aanwezige wind (4-5) heb ik deze keer beteugeld met een elektrische fiets. Wel zo aangenaam als je het hele eiland wilt doorkruisen. De droogte is ook hier zichtbaar, maar niet overal. In sommige lage delen van de duinen staat nog water, zo ook in diverse duinmeertjes. Het besef hoe belangrijk het is om water vast te houden, is hier zichtbaar doorgedrongen. Enkele vaarten die dwars op de verbindingswegen staan en leiden naar gemalen langs de Waddenzee, bevatten nog volop water. In de Boschplaat en in de binnenduinen nabij de Noordsvaarder worden sloten deels gedempt.



                                                                                                                                                                                                                                                                                 Midsland, het midden van het eiland.


Mijn verblijfsplaats deze week is B&B De Wadvaarder in Midsland, een prima plek met een goed ontbijt. Midsland, zoals de naam al zegt, ligt ongeveer in het midden van het bewoonde deel van het eiland. Het is een mooi dorp met een rijke geschiedenis. De hoofdstraat, Oosterburen, met vele historische panden is echter overspoeld door vele toeristische voorzieningen. Daaronder bevinden zich wel diverse goede eetgelegenheden en een supermarkt.

 

Na het huren van een fiets gaat de eerste verkenningstocht naar West-Terschelling. Onderweg vallen de talrijke goudplevieren natuurlijk direct op. Even stilstaan om ze te bewonderen is onvermijdelijk voor een vogelaar. De verenkleden van de individuele vogels verschillen nogal. Met meer of minder zwarte veren op buik, borst en het gelaat zijn ze vaak deels, of soms nog geheel, in zomerkleed gehuld. Het zomerkleed doet met veel zwart een beetje deftig aan. In het goudgele winterkleed, samen met de korte donkere snavel, lijken ze kleiner, vriendelijker en vooral de jongen wat popperig. De tocht gaat door naar West-Terschelling. Even in de haven langs de aangemeerde boten struinen, dat blijft me trekken!


 

Goudplevieren in de vlucht.

Later vanaf een hoogte genoten van een weidse blik over de uitgestrekte vlakte van de Noordsvaarder. Het maakt me bewust van de plek waar ik ben De Noordsvaarder is het westelijke deel van Terschelling. Het was ooit een grote zandplaat, die steeds naar het oosten opschoof en door verzanding van het Westerboomgat in het eiland vastgroeide. In het dorp het Natuurmuseum met zeeaquarium bezocht. Niet meer dan een uur echter; het is buiten te aangenaam om lang binnen te blijven. De weg terug langs de Waddenzee, met laag water, biedt volop gelegenheid om te vogelen: er zijn grote aantallen foeragerende steltlopers.


 

   Het uiterlijk en het gebruik van de polders van Terschelling is divers; van extensief gebruikt en soms bloemenrijk grasland


De tweede dag gaat het door de polders, gelegen aan de zuidkant van het eiland. Ze grenzen aan de Waddenzee. In de lengte van dit voornamelijk uit weilanden bestaande gebied loopt een brede zandweg. Daarvandaan is goed te zien hoe het gebied gebruikt wordt. De weilanden zijn zeer verschillend. Graslanden met afwateringsrelicten en andere oneffenheden, en de aanwezigheid van vele plantensoorten springen in het oog. Maar door geëgaliseerde raaigrasvelden met de geur en sporen van mestinjecties waan ik me even in Brabant. Ook een weiland met heel veel koeien komt me bekend voor. Diverse tussenvormen neigen naar meer milieuvriendelijk, misschien wel extensief gebruik. Samen met een paar wielen, de water bevattende sloten en enkele zeer bloemrijke graslanden is het een waardevolle omgeving. Naar het oosten fietsend verlaat ik een voor Nederland toch wel uniek gebied.


tot ook wat intensieve melkveehouderij.

Mooie herinneringen heb ik aan het gebied waarin ik nu terechtkom, de Boschplaat. Dit ruige gebied, bestaande uit brede stranden, afwisselende duinen, een uitgestrekt kweldergebied en een natuurlijk bos, omvat de oostelijke helft van het eiland. De werkzaamheden in het gebied en het verkeer van SBB (Staatsbosbeheer) hebben de zandpaden er niet beter op gemaakt. Maar het lukt met toch de punt van eiland te bereiken. Het zicht op de brede stranden en prachtige duinvalleien geven voldoening na deze stevige fietstocht. Vanaf het duin waar de vogelwachtershut staat, bekijk ik dit ruige gebied. Veel vogels, buiten de tientallen tapuiten en wat trekkers als roodborsttapuit, zwarte roodstaart en bonte vliegenvanger, zie ik niet. Maar uitkijkende vanaf een duintop zijn mijn gedachten in een constante verwondering over en bewondering voor deze omgeving.


             De Boschplaat.


De woensdag wordt een topdag door met Piet Zumkehr, een lokale natuurvorser, op pad te gaan. Piet kwam in 1980 als medewerker van Staatsbosbeheer op Terschelling terecht en is er sindsdien blijven wonen en werken. Door zijn brede interesse heeft hij in veertig jaar aan veldbiologisch onderzoek een grote deskundigheid opgebouwd op het gebied van de natuur op de Waddeneilanden. Van vogels en planten tot nachtvlinders. 






Vals muizenoor (Piolosella peleteriana).


Hij is bovendien een enthousiaste verteller. Dat blijkt als we op de fiets gebieden bezoeken waar recentelijk herstelprojecten zijn uitgevoerd. Over bijzondere planten als vlottende bies, ondergedoken moerasscherm, vals muizenoor, stijve moerasweegbree en bezemdopheide verhaalt hij uitvoerig. Op een nog kale geplagde bodem staan kleine en ronde zonnedauw naast elkaar. Het goed zichtbare verschil ligt nu in mijn geheugen verankerd. 



Bezemdopheide (Erica scoparia).
Waarvan zaden tijdens wapentransporten in de Tweede Wereldoorlog uit Frankrijk of Spanje zijn meegekomen.


De duinenrijen die we vanaf het pad aanschouwen, zetten Piet ertoe aan er in detail over uit te weiden. Paraboolduinen, aangelegde en verplaatste duinen als maatregel om verstuivingen op gang te brengen zijn zaken die hij laat zien en uitgebreid belicht. Na een doorkabbelende stroom aan natuurinformatie en andere wetenswaardige feiten sluiten we af met een bezoekje aan de Hoorner (eenden)kooi.





Een voormalige visser herstelt de netten van een collega garnalenvisser in de haven van West-Terschelling.


De volgende dag fiets ik vanaf West-Terschelling langs de Waddenzee naar het oosten. Een blik in de haven leidt tot een geanimeerd gesprek met een oude visser. Hij herstelt het net van een garnalenkotter. Even buiten West-Terschelling foerageren zwarte ruiters in een dun laagje water met zand als ondergrond. Even later strijken vijf steenlopers neer en zoeken op dezelfde plaats naar voedsel. 



Steenlopers op de dijk.


Gewoonlijk foerageren steenlopers tussen de stenen van dijken. Hoewel het hoog water is, zijn er talrijke plekken waar zich vogels concentreren op dijken en stukjes buitendijks land. Talrijk zijn de eider, wulp, kieviet, aalscholver, rosse grutto naast de verschillende meeuwensoorten en andere, vooral kleine, steltlopers.





Zwarte ruiter.


Uiteindelijk kom ik weer bij de Boschplaat uit. Terschelling heeft in totaal zeven eendenkooien waarvan er hier vier langs de Waddenzee liggen. Omdat dit deel wel eens overstroomt, hebben deze kooien elk een eigen omdijking. Helaas zijn deze allemaal in particulier eigendom en niet toegankelijk. De omgeving doet erg desolaat aan. Een bijzonder landschap onder invloed van de Waddenzee die er wel eens ver instroomt. De zandwegen zijn van los zand, de graslanden droog en kaal. Enkele tapuiten en een groepje putters fleuren het geheel een beetje op. De kooiker die ik ontmoet, is nukkig en zegt dat ik van zijn bramen af moet blijven. Het pad buigt af door een golvend duinengebied, waar een open berkenbos wordt afgewisseld met halfopen stukken duin met soms cranberry’s en veel struikheide.





Het desolate landschap rondom de eendenkooien op de Boschplaat.


Op vrijdag struin ik de bossen van het eiland af, voornamelijk het Hoornse bos. Hoewel de bossen op de Waddeneiland niet erg soortenrijk en vrij arm zijn, zoek ik ze toch altijd even op. Ze hebben wel iets! De golvende heuvels met Oostenrijkse of Corsicaanse dennen geven toch een bijzondere aanblik. Vaak zijn deze bossen, zoals ook hier op Terschelling, vrij open en is er afwisseling. Op veel plaatsen staan ook zeedennen. 




Het Hoornse bos.


Maar er zijn ook delen met eiken en zelfs beuken. In deze periode, kort na het broedseizoen en nog voor de vogeltrek echt op gang komt, is het aantal vogelsoorten niet groot. Grote bonte specht en boomkruiper zijn hier wel goed vertegenwoordigd. Ook bonte vliegenvanger, zwarte mees, vink en groenling kom ik vandaag meerdere malen tegen op verschillende locaties. De boomklever heb ik hier nog niet gezien.



Een van de groenpootruiters in Hedredersplak in het Hoornse bos.


Verrassende waarnemingen doe ik op een open plek in het bos met een flinke opdrogende plas, de Hedredersplak. Er staat nog een dun laagje water, wat een goede foerageerplek voor groenpootruiters blijkt te zijn. Ondanks verstoringen door passerende wandelaars komen ze steeds terug. Het lukt me dan ook ze, met een watersnip en een tapuit, op de foto te zetten. Een sperwer is me echter te snel af.





Een watersnip en een groenpootruiter in Hedredersplak in het Hoornse bos.


Door een prachtig begroeid duingebied, de Koegelwieck, verplaats ik me naar het volgende bosperceel. Ook hier moet ik regelmatig ’klunen’ over de zanderige smalle paden, maar kan ondertussen van de talrijk bloeiende heide genieten.




De Noordsvaarder.


De laatste hele dag op het eiland is er ook een met een edelmetalen randje. Vanaf West-Terschelling is de Noordsvaarder een grootse zandvlakte. Veerboten, zeilschepen en kitesurfers bewegen op de achtergrond. Dichterbij beroeren meeuwen en kleine steltlopers de ondiepe waterpartijen. Naar rechts lopend wordt het rustiger, een enkele pluk zeekraal steekt door het zand. Kleine hoopjes vergruisde schelpen (braakballen) zijn tekenen van rustplaatsen van meeuwen en mogelijk andere schelpen etende vogels. Vanaf het open, aan het water liggende deel van de Noordsvaarder loop ik richting het binnenland, waar de begroeiing toeneemt. Geweldig is het om al die zoutminnende plantjes weer te zien. Zeeaster, melkkruid, lamsoor, rode ogentroost, strandduizendguldenkruid, blauwe zeedistel en zeekool zijn bekende die ik ook op andere Waddeneilanden en de kusten van Zeeland zag.




Blauwe zeedistel.


Ik fiets op tijd terug om in de schaduwrijke tuin van de B&B wat verzamelde gegevens te verwerken. Tussen een moerbeiboom, een vijg, een kiwi, een Weymouthden, hulst en een berk scharrelen diverse vlinders rond. De citroenvlinder, bont zandoogje, groot koolwitje en veel atalanta’s komen af op de talrijk bloeiende bloemen die hier staan. Een mooie plek om al mijmerend te beseffen dat ik morgen weer terug naar Brabant ga.





De schaduw- en bomenrijke tuin van B&B  De Wadvaarder in Midsland met veel bloemen en vlinders.


De terugreis met de boot is nog meer een feestje dan de trip ernaartoe. Veel zeilschepen varen en passeren in dezelfde vaargeul. Soms worden ze door de kapitein met getoeter gewaarschuwd als ze te dicht in de buurt komen. Tijdens de overtocht zie ik even de kop van een zeehond boven water; er wordt er nog één gezien door een medepassagier!





De tapuit is een vaak gezien deze week, naast 40 broedparen zijn dat ook doortrekkende vogels.


Verder reizend met de trein overdenk ik het verblijf deze week op Terschelling. Het was heel anders dan vijf jaar geleden; dat was halverwege de maand oktober. Nu is het echt nog zomer met nauwelijks aanwezige trekvogels die hier een tussenstop maken. In tegenstelling tot de vorige keer zag ik maar weinig ganzen. Wat grauwe ganzen - niet veel - hoogstens enkele honderden, een laag aantal nijlganzen, enkele soepganzen en een brandgans; dat was alles. De eerste dagen heel veel goudplevieren gezien, later wat minder. Minder vogelsoorten (71) en minder aantallen gezien, maar enorm genoten van diverse zeer mooie waarnemingen. Ook de gelegenheid en de tijd genomen om een aantal vogels goed te fotograferen. Intens van het landschap genoten en het goed in me kunnen opnemen, mede door de dag met Piet. Het vroegere tijdstip is goed om wat meer naar planten te kijken. Kortom: tijdens deze geweldige week met zeer aangename weersomstandigheden heb ik Terschelling opnieuw goed leren kennen. Ik ga weer voor dit bijzondere eiland. Het is een stuk Nederland om te koesteren.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl






Over het eiland is een vogelroute uitgezet aan de hand van duidelijke silhouetten van vogels, zoals deze veldleeuwerik.