Veren,
meer dan mooie vogelkleren !
Ad Kolen
Veren en vogels zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor alle voor vogels zo belangrijke
functies zijn 2 soorten veren verantwoordelijk. De contourveren en de
donsveren.
Contourveren
Contourveren zijn
er in verschillende afmetingen en met meerdere functies (slagpennen, staartpennen en dekveren.) Voor iedere functie bevat
de betreffende veer ander eigenschappen. In beginsel zijn alle contourveren op
dezelfde manier gebouwd. Het onderste gedeelte is verbonden met het
vogellichaam en heet de spoel. Het verlengde van de spoel, waaraan de vlag
vastzit, de schacht bestaat uit met lucht gevulde kamertjes om het gewicht te
beperken. De vlag is erg flexibel, en wordt niet direct in weer en wind
onherstelbaar beschadigd. Dit is mogelijk dankzij een mechanisme dat wel iets
weg heeft van een ritssluiting. Soms splijt een gedeelte van een vlag open,
maar door poetsbewegingen kunnen de vogels het weer sluitend maken. Haak- en
gootbaardjes vallen weer in elkaar en de vlag is opnieuw een gesloten geheel.
Donsveren
De donsveren vormen
een dichte met lucht gevulde laag onder de dekveren en spelen daarom een
belangrijke rol bij het op peil houden van de lichaamstemperatuur van de vogel.
De opbouw van donsveren is hetzelfde als die van de contourveren, alleen
ontbreekt de ritssluiting. De baardjes grijpen dus niet in elkaar. Alle
donsharen zijn negatief geladen, waardoor de baardjes elkaar afstoten.
Verschillende verenkleden
Veren
zijn voor iedere vogel van een enorm belang. Meerdere functies zijn aan veren
toe te schrijven. Waaronder een aantal van levensbelang zijn. Aan het kleurige
verenpak zijn de verschillende soorten te herkennen. Bij veel vogelsoorten zijn de mannetjes en de
vrouwtjes door een ander verenkleed van elkaar te onderscheiden. De vrouwelijke
exemplaren hebben vaak een minder opvallende kleur. Deze meestal bruine camouflagetinten
bieden een goede bescherming tijdens het broeden. Bij de in holen broedende
soorten is dit overbodig. Van de holenbroeders zoals Bergeenden en IJsvogels
zijn beide geslachten dan ook prachtig uitgedost.
Het tamelijk bescheiden verenkleed van een vrouwelijke mandarijneend.
Signalen
Kleur-
en signaalwerking, een andere functie van veren, zijn in de baltstijd van belang voor het
aantrekken van het andere geslacht en het afschrikken van rivalen.
Het totaal verschillende, heel kleurige mannetje, heeft speciale veren, vlagen,
om signalen uit te geven tijdens de balts.
Kleurstoffen
De
belangrijkste kleurstoffen bij vogels zijn de melaninen en carotine. De
melaninen komen het meest voor. Ze variƫren van okergeel via bruin tot zwart.
De pigmenten worden in speciale cellen in de huid gemaakt en meegeven aan de
groeiende veren. Carotine wordt met het voedsel opgenomen. Onder niet
natuurlijke omstandigheden, bij in gevangenschap gehouden vogels, verbleken de
kleuren van het verenkleed soms (Blauwborst, Flamingo.) Kwekers van
kleurkanaries geven hun beestjes gele, oranje en rode kleurstoffen in de
voeding om de gewenste kleur in het verenkleed te krijgen.
Kleuren door fijne structuur
Een
aantal kleuren ontstaat niet door pigmenten maar zijn te danken aan de fijne
structuur van de veren. Delen van het kleurenspectrum worden doorgelaten,
andere worden weerkaatst. De microscopisch fijne gelaagdheid van de baardjes
zorgt bijvoorbeeld van de fraaie glans op de kop van een mannetje Wilde eend en
onder andere de groene en paarse schijn
op de staart van een Ekster.
Vliegen
Uiterst
belangrijke functies van veren zijn het draag- en stuurvermogen waardoor de
vogel in staat gesteld wordt te kunnen vliegen. De aerodynamische kwaliteiten
zijn een andere bijdrage van de veren aan het vliegvermogen. Van alle vormen
van voortbewegen vergt vliegen wel de meeste inspanning en het zorgt voor
allerlei beperkingen aan de lichaamsbouw van de vogel. Het hele lichaam van de
vogel is dan ook aangepast aan de kunst van vliegen. Vliegen bestaat meestal
uit een combinatie vier basistechnieken; de slagvlucht, de glijvlucht, de
zweefvlucht en het bidden. De slagvlucht en het bidden kosten veel kracht. Bij
de glij- en de zweefvlucht wordt gebruik gemaakt van de luchtbewegingen en
besparen veel energie.
Bescherming
Lucht
heeft een isolerende werking. Door de veren op te zetten, het bekende ’bol
zitten’ bij bijvoorbeeld Roodborstjes, houden ze zich lekker warm tijdens niet
actieve uren. Ook van levensbelang is dat veren bescherming bieden tegen
water. Die protectie tegen het vochtige element bieden veren echter niet zo
maar. Vogels besteden enkele uren per dag aan het poetsen van hun veren. De
veren worden tegelijker tijd met het poetsen ingevet. De vet- of stuitklier,
die boven de staartbasis ligt en een olieachtige substantie uitscheidt, dient
hiertoe. Die olie zorgt ervoor dat het verenkleed soepel en vochtafstotend is;
dit laatste is van vitaal belang, vooral voor watervogels.
Uitzondering
Een
uitzondering is de Aalscholver. Deze
vogel laat zijn veren, met name die van de vleugels nat worden. Deze veren zijn
wat anders geconstrueerd dan bij de meeste
vogels. De baarden van de veren staan wat verder uit elkaar waardoor water
kan binnen dringen. Het water verdrijft de lucht waardoor ze diep in het water
naar vis kunnen duiken. Deze aanpassing, geldt niet voor de lichaamsveren. De
doorweekte vleugelveren moeten echter gedroogd worden. Een bekend beeld zijn de
met uitgestrekte vleugels langs wateroppervlakten zittende Aalscholvers.
Onderhoud
Het
onderhoudt van het verenkleed geschiedt ook door het nemen van stofbaden, een
bekend verschijnsel bij Huismussen. Stof is zowel een absorptie- als een
schuurmiddel. Het nemen van een stofbad
reinigt het verenkleed van vuil. Zonnebadende merels zijn niet er op uit een bruine
tint te verkrijgen maar verdrijven hierdoor de aanwezige parasieten. Gaaien
hebben voor dit doel zo hun eigen manier. Soms wrijven ze met hun snavel mieren
in hun verenkleed. Het mierenzuur verjaagt de parasieten.
Poederveren
Ook
de Blauwe reiger heeft een eigen manier van onderhouden van de zo belangrijke
veren. Elke Blauwe reiger heeft aan de linker- en rechter onderzijde van het
lichaam drie poederdonsvelden. Deze velden zijn dicht bedekt met speciale
poederdonsveren, die altijd maar doorgroeien en in een talkachtig poeder verkruimelen
als de snavel er over wrijft. De vogel verspreidt dit poeder over al zijn
veren. Vislijm of andere kleverige substanties worden er door gebonden. Het
wordt daarna weer uitgekamd met behulp van de kamvormige zijkant van de
middenteennagel.
Speciale veren
Meer
vogelsoorten hebben speciale veren. De tastgevoelige veren rond de snavel van
de Nachtzwaluw vergroten het vangoppervlak en verhogen de kans op het bemachtigen
van vliegende insecten. De borstelveertjes
beperken bovendien de ontsnappings mogelijkheden voor in de lucht gevangen insecten.
Spechten maken op een bijzonder wijze gebruik van bepaalde veren. Ze
steunen bij het klimmen in de bomen op
hun staart. Tijdens de rui vallen deze pas uit nadat de nieuwe staartveren zich
alweer hebben gevormd.
Rui
Om
afgesleten veren te vervangen of om een speciaal prachtkleed aan te meten
ruien volwassen vogels op gezette tijden. Het wisselen van het verenpak mag een
niet al te grote invloed hebben op het vliegvermogen en de warmtehuishouding.
Daarom is het over het algemeen een langzaam en geleidelijk proces. Doch ook
hier bevestigen uitzonderingen de regel. De meeste eendensoorten en Futen
verliezen in een klap al hun slagpennen. Waardoor ze drie weken niet kunnen
vliegen. Weer anderen ruien om de beurt. Knobbelzwanen ruien tijdens de broedtijd.
Het wijfje begint hiermee ongeveer een maand nadat de jongen zijn uitgekomen.
Het mannetje start met ruien als de slagpennen van het wijfje weer bijna
helemaal uitgegroeid zijn. Beiden kunnen dan in oktober tegelijkertijd met de
jongen weer vliegen. Door deze wijze van ruien is er steeds een van de
oudervogels in staat de familie optimaal te verdedigen.
Eiderdons
Dat
van al die bijzondere eigenschappen van veren ook de mens al lange tijden
gebruik maakt is niet nieuw. Het nest van de Eidereend is overvloedig met dons
gevoerd. Waar deze eenden in grote kolonies broeden, wordt het dons sinds
mensenheugenis verzameld. ĆĆ©n nest levert 17/18 gram hoogwaardig dons. Op
IJsland is het verzamelen van het kostbare dons een oud recht(!), dat bij
enkele bezitters berust.
Vogelbescherming
Tijdens
de vorige eeuwwisseling waren de veren van de Kleine zilverreiger zeer geliefd,
er werden hoedjes mee opgesierd. Voor het bemachtigen van deze veren werden
talrijke kolonies uitgeroeid. Het veelvuldige gebruik van vogels en hun veren
ter versiering op dameshoeden, de verontwaardiging daarover, was de aanleiding
van de oprichting van Vogelbescherming Nederland in 1899. Al snel richtte men
zich op andere misstanden en aandachtspunten!
In de
nieuwsbrief ’vogelsenzo’ staan de artikelen uitgebreider.
|