Ad
Kolen
Nauwelijks
is de natuur bijgekomen van het vuurwerk rond de jaarwisseling als ’Koning Winter’
toeslaat. Vorst en sneeuwval begeleiden de eerste dagen van het jaar. Vogels en
zoogdieren vinden hun voedsel bedekt met een witte laag of kunnen het niet
bereiken door bevroren water. Mensen hebben er ook last van, het advies om
binnen te blijven geldt en code oranje wordt van kracht. Nachtelijke sneeuwval,
in het weekend na de jaarwisseling, is voor mij een gelegenheid om bij het
eerste licht te ervaren hoe de plaatselijke fauna de winter in het Noorderbos ondergaat.
De
Noorderplas is voor een deel bevroren. In en om enkele grote wakken hebben
eenden en ganzen zich verzameld. Om hun eigen veiligheid te garanderen
verblijven ze het liefst in het water. Ganzen en eenden slapen zelden op land. Viseters
als futen, aalscholvers en dodaars zien nog kans hun kostje bij elkaar te
scharrelen in het nog open water van de plas.
De
Zandley, met enkele vertakkingen, stroomt door het Noorderbos. Deze beek voert
het gezuiverde stadswater van Tilburg af richting de Maas. Daar het water
altijd in beweging is en wat hoger van temperatuur, bevriest het niet zomaar. In
de winter is het een belangrijke voedselbron, een visplek, die vogels uit de
wijde omgeving aantrekt. Blauwe reigers, grote zilverreigers maar ook
specialisten als grote zaagbekken profiteren ervan als het langer vriest.
IJsvogels
benutten ook het steeds open water. Vanaf een tak van een eik duikt er een de beek
in. Deze poging mislukt, maar een van de volgende keren zal deze geroutineerde
visser zeker een van de talrijke voorntjes of andere visjes te pakken krijgen.
Nu de stand van de ijsvogels gestegen is behoort een broedgeval in het
Noorderbos zeker weer tot de mogelijkheden. In het gebied zijn voedsel en
broedgelegenheden voor handen. Soms worden ze ook een handje geholpen door bijvoorbeeld
een boom niet te zagen maar om te trekken zodat de wortelkluit een steile
broedwand biedt!
De vers
gevallen laag sneeuw, die alles bedekt, is nauwelijks beroerd. De eerste
stappen in deze maagdelijke deken zetten, heeft wel iets bijzonders, iets exclusiefs.
Wat verder in het gebied duiden sporen op plaatselijke bewoners. Hun leven
wordt zichtbaar in de sneeuw. Zwarte hopen zand in een wit weiland wijzen op
actief gravende mollen. In het bos maken vele merels zich uit de voeten. Op
meerdere plaatsen vallen de plekken op waar ze onder de gevallen bladeren naar
wormen en insecten zochten. Dat deden ze gisteren ook, nu met sneeuw is dat echter
goed zichtbaar geworden. Duidelijk wordt ook dat de konijnenpopulatie groter is
als aangenomen. Verspreidt over het gebied worden pootafdrukken van konijnen aangetroffen.
Sporen van konijnen zijn gewoonlijk niet zo opvallend en gezien worden konijnen
maar weinig.
Pootafdrukken van een fazant.
Fazanten
broeden jaarlijks in het Noorderbos (4-8 paren.) In de winterperiode zien we ze
echter nauwelijks. Toch staan er nu afdrukken van de lange tenen van enkele
fazanten in de sneeuw. Ook waterhoentjes hebben lange tenen. Zo verdelen ze het
gewicht en kunnen over bladeren van waterplanten lopen. Ver van het water staan
nu pootafdrukken in de sneeuw! Reeprenten zijn hier vaker te zien, in modder of
rondom plassen. Nu wordt het duidelijk dat er vannacht meerdere rondliepen op verschillende
plaatsen.
Pootafdrukken van reeën.
Ook
de vos liep zijn gebruikelijke traject af en een das zette maar enkele stappen
buiten het hol. Allemaal te zien in het nog gladde sneeuwdek. Mocht dit ook
willen beleven, ga dan vroeg op pad in vers gevallen sneeuw!
In de
nieuwsbrief ’vogelsenzo’ staan de artikelen uitgebreider.
|
Gaspeldoorn.