zondag 6 november 2022

Vogelsenzo praatjes; Grote sponszwam

 





























Een stronk van een naaldboom met twee flinke grote sponszwam aan de flanken.


Ad Kolen


Wereldwijd zijn er circa 14.000 soorten paddenstoelen beschreven. In Nederland komen ruim 5.250 soorten paddenstoelen voor. Om iedereen te laten weten over welke soorten het gaat, zijn ze voorzien van een wetenschappelijke naam, zoals ook vogels, planten en vele andere organismen. Soms worden deze als Latijnse namen aangeduid. Dat is onjuist: hoewel de wetenschappelijke namen in het Latijn worden geschreven, zijn ze vaak uit het Grieks overgenomen en gelatiniseerd.


De hier voorkomende soorten paddenstoelen hebben ook een Nederlands naam. De algemeen bekende vormen van paddenstoelen, een hoed met een steeltje hebben de meest fraaie namen. Soorten als de grote fraaisteelgordijnzwam, de okergele stropharia, de bloedplaatgordijnzwam en de terpentijnslijmkop zijn prachtig benoemd, maar voor niet-kenners nauwelijks te herkennen. Ook echte kenners kunnen al die soorten niet zomaar op naam brengen; soms worden sporen of andere delen van een paddenstoel onder een microscoop nader bekeken om hem te kunnen determineren.































De gekroesde bladachtige elementen waaruit de bolvormige sponszwam bestaat, 
zijn vleeskleurig met okergele vlekken in het midden. 


Het is niet altijd zo moeilijk: de meeste champignons lijken op die we in de winkel kopen. Ook de oesterzwam is te koop en geen onbekende. De vliegenzwam, rood met witte stippen, kent ieder al vanaf zijn jonge jaren. Ook eekhoorntjesbrood is een bekende en tonderzwammen herkennen veel mensen ook. Daarnaast zijn er paddenstoelen waarvan het uiterlijk goed of redelijk goed aan de naam is te koppelen. Met een beetje fantasie herken je zo de judasoor. Ook de inktviszwam, die niet veelvuldig voorkomt, is met zijn tentakels niet zo moeilijk. Om de pruikzwam te herkennen is eveneens niet veel fantasie vereist. Iets meer verbeelding vereist de zwavelzwam. De sponszwam daarentegen is wel duidelijk. Die lijkt veel op de in zee groeiende natuurlijke spons (Spongia offcinalis).






























De grote sponszwam van dichtbij bekeken.


Tijdens een bijna 18 km lange wandeling ”Rondje Trappist” ten oosten van Tilburg tref ik de grote sponszwam (Sparassis crispa) aan. Het is de laatste week van oktober als er twee op een dode stronk van een naaldboom aan de oostpunt van het Galgenven zijn verschenen. Ze komen daarnaast voor aan de voet van oude levende naaldbomen, vooral dennen, fijnspar en douglasspar.


Het grootse exemplaar (ongeveer 30 cm breed) is al een beetje op zijn retour, maar de andere (circa 20 cm breed) staat er fraai bij. De gekroesde bladachtige elementen waaruit de bolvormige sponszwam bestaat, zijn vleeskleurig met okergele vlekken in het midden. Op enige afstand lijken ze op wat grauw uitziende bloemkolen. Er bestaat overigens ook een bloemkoolzwam. Bij de breedbladige sponszwam (Sparassis spathulata) staan de bladachtige elementen verder uit elkaar en zijn ze witachtig.





De grote sponszwam groeit van augustus tot in oktober en bij geïnfecteerde bomen meerdere jaren op dezelfde plaats. Het is een smakelijke consumptiezwam. De geur is sterk en kruidig, en de smaak soms een beetje branderig en nootachtig.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl