Ad Kolen
Prachtig weer is het dit weekend. Koud maar stralende zonnig, met goed zicht. Het voorgaande weekend was ook zo mooi. Zulke prachtige omstandigheden maken me het moeilijk om binnenshuis te blijven. Het kriebelt, allerlei plannen om naar buiten te gaan borrelen op. Vorige week, donderdagavond al, stond ik voor een keuze; trektellen op het viaduct (al enkele dagen was er behoorlijk wat beweging) of naar de Biesbosch met mijn bootje. Ik koos voor het laatste omdat ik eindelijk de Zeearenden wel eens goed wilde zien. Al heel de zomer hangen er minstens 3 exemplaren in dit uitgestrekte natte gebied volgens verschillende berichten.
Mijn bootje 'De Groeten' in de Biesbosch
Halverwege vrijdagochtend 14 oktober 2011 vaar ik af uit de thuishaven in Sprang-Capelle. Zo laat in het seizoen, met de voorspelde koude nachten, zijn er niet veel mensen die nog varen. Met weinig wind is het erg rustig op het water en er varen nauwelijks andere boten in de Biesbosch. Alleen op zondagmiddag verschijnen er meerdere, vooral op de wat bredere wateren. Na een telling op ’Jannezand’ direct na aankomst en een wat langere pauze met een blik op de ‘Zuiderklip’ gaat de tocht verder naar de noordkant van de Biesbosch. Hoewel het niet veel waait zorgt de wind uit het oosten voor lage waterstanden. Het water wordt door wind uit het oosten als het ware uit de Biesbosch geblazen. Het belet me om vanuit het noorden de kern van het gebied te bevaren. Een diepgang van 80 cm . Is dan net iets te veel!
Laagstaande zon en opkomende lichte mist maken het zicht minimaal. Het licht wordt ook schaarser, tijd om aan te meren voor de nacht. Vanaf een steiger aan de ’Rietplaat’ is er ruim zicht over het brede aangrenzende water. Hoewel eerder op de dag enkele Meerkoeten in territoriale strijd verwikkelt mijn pad kruisen hebben ze zich hier aan de noordkant in meerdere grote groepen verzameld. Dat zijn groepen uit andere streken die hier overwinteren of even uitrusten op hun weg naar het zuiden. Een groep van ruim honderd Meerkoeten dobbert vredig op het rimpelloze oppervlak tegenover de ‘Rietplaat’. Plots gaat een schrikgolf door de groep en verdwijnen ze ’en masse’. In paniek watertrappelend een smalle kreek in aan de overkant. Een overvliegende Zeearend is de oorzaak van deze paniekreactie. Mijn blik op de achterkant van de massieve roofvogel onthult duidelijk de witte staart en de grof gevingerde vleugeltoppen, bekende kenmerken van de Zeearend.
De avond valt snel, met een rode gloed boven de wilgen. Het wordt een mooie nacht. De in verte talrijk dobberende Knobbelzwanen worden belicht door een afnemende maan. De zaterdag wordt besteed aan telrondes op de Noorderplaat, de Lange plaat en om polder Kwestieus in de Zuiderklip. De tocht van de Rietplaat naar de Noorderplaat is prachtig. Langzaam, soms met stationair draaiende motor drijf ik door laag hangende mistenbanken. Prachtige plaatjes schuiven aan me voorbij. Om ze fotografisch vast te leggen is echter geen ruimte. Ik heb mijn handen vol om de weg te vinden. Tegen de avond zoek ik een plekje om de boot aan te leggen tegen de afsluitingsbuizen aan de westkant van de Zuiderklip. Door de voormalige landbouwpolder de Turfzakken is een geul gegraven die zich opsplitst naar het noorden en naar het zuiden. Beide wateren af op de oostelijke verbinding met de Amer. Ze zijn onderdeel van het recentelijk uitgevoerd groot natuur- en veiligheidsproject; de Zuiderklip. Ook elders in de Biesbosch zijn en worden nog dijken van grote landbouwpolders doorgestoken en kreken aangelegd. Doorstroming en opslag van grote hoeveelheden water moeten de Merwede ontlasten bij extreme hoge wateraanvoer.
Ook nu weer een heldere nacht die door prachtige rode luchten wordt ingewijd.
De opzet om hier te gaan liggen, met mijn bootje ”De Groeten”, is om op zondag wat meer op te kunnen vangen van de Zeearend die hier regelmatig rond schijnen te hangen. En van andere vogels natuurlijk. Het is weer in prachtige zonnige dag met een wolkenloze lucht. Het brede water van de kreek is bezaaid met talloze eenden en ganzen. Vooral de Krakeenden zijn talrijk. Ook Knobbelzwanen en meerdere Grote zilverreigers vliegen af en aan. Een over de bosrand zwevende Zeearend doet even na 12.00 u. alle eenden van het water opvliegen. Het is een volwassen exemplaar, te zien aan de witte staart. De vogel gaat in de top van een dode boom aan de overkant van de kreek zitten en laat zich langdurig goed bekijken.
De monding van de kreek door de Turfzakken, waar eens de Victoriahoeve stond. Foto: Ad Kolen
Zeearenden worden vaak in dit deel van het gebied gezien. Staatsbosbeheer schijnt dan ook plannen te hebben om de daar gelegen kreek ‘het Gat van de Turkzakken’ geheel af te sluiten. Nu mag me er alleen ongemotoriseerd varen maar er varen vaak genoeg motorbootjes in. De in de Oostvaardersplassen geboren Zeearenden waaieren uit en broeden al op 2 andere plaatsen in Nederland. Mogelijk doen ze hier ook een poging, daar is wel een rustig plek voor nodig! 12.25 u. De Zeearend zit er nog steeds, met de borst naar voren, zo is het wit van de staart ook zichtbaar. De geelbruine hals, een kernmerk van een volwassen Zeearend, belicht door de zon springt er uit. De vogel wendt regelmatig de blik naar boven. Daar, hoog in de lucht zweven cirkelend 2 Zeearenden. Een er van is een volwassen of bijna volwassen exemplaren. Plots zijn ze weer uit het zicht verdwijnen.
12.55 u. Achter de in de boom zittende Zeearend is in de verte een zwevende soortgenoot te zien. 13.05 u. Meerdere Zwarte kraaien verzamelen zich in de dode bomen naast de zitplek van de Zeearend. Een van de Zwarte kraaien waagt zich op een tak naast de Zeearend. De afstand is amper 2 meter . 13.20 u. De Zwarte kraaien gaan weg. 13.30 u. Paniek in de Zuiderklip, alles vliegt weer van het water op. De Zeearend, die van de dode boomtop, vliegt laag over. 13.50 u. Opnieuw opvliegende vogels. Weer een overvliegende Zeearend en een Visarend die in een flits in een van de dode bomen neerstrijkt.(Gisteren ook tweemaal een Visarend gezien in deze omgeving.) Deze is echter weer snel uit het beeld verdwenen.
Helaas moet ik nu ook gaan verdwijnen. De middag is al ver gevorderd, tijd om terug te varen naar de haven. Dat kost nog wel enkele uurtjes. Met zo’n een heerlijk weer is ook dat een feestje. Langs de ’Lange plaat’ varende verschijnen 2 Grote zilverreigers. Dichtbij, aan de rand van de kreek, waden ze door het ondiepe water op zoek naar vis.
Op de Amer dobberen naast vele Kokmeeuwen, 1 Grote mantelmeeuw, 1 Stormmeeuw vele tientallen kleine en grote zeilboten. Van zeilen komt echter niet zo veel, er staat nauwelijks wind. Afslaande naar het Oude Maasje richting de haven van Capelle komt langzaam maar zeker het einde in zicht van een prachtig weekend. Wat ik me nog lang zal herinneren!