maandag 7 november 2011

Peerke raakt kastanjes kwijt !


Ad Kolen

Op een zonnige middag in oktober maakt een man foto’s van de bomen in het kruiswegpark van Peerke Donders in Tilburg Noord. ”Peerke Donders verliest 70 bomen” las hij deze week het Brabants Dagblad. ”Ik woon al 75 jaor in Tilburg, mar hier ben ik nog noot gewist” Zei hij; ”Dus ben ik mar n's gaon kèken”.

 De  paardenkastanjes in betere tijden, oktober 2004.

Opnieuw in de belangstelling
Voor mij is dit echter wel bekend terrein. Mijn woonplek ligt op korte afstand van hier en al op jonge leeftijd kwam ik hier regelmatig. ’Onze Pa’ maakte met ons na de kerk op zondag vaak een wandeling naar ’Tante Pieta’ op het Lijnsheike. Dikwijls liepen we dan door naar Peerke. Al was dat een fikse wandeling vanuit den Besterd, de herinnering daaraan staat me wel als iets prettigs bij. Meer als een mok water uit de koperen kranen bij de pomp zat er voor ons niet in, maar toch, het was leuk! Het bedevaartsoord was behoorlijk populair in die tijd bij de brave Tilburgers, het merendeel van de bevolking was toen nog katholiek. Wij gingen in de tijd nog gewillig naar de kerk, zelfs voor schooltijd in de eerste jaren mijn lagere schooltijd. Na 1965 nam de belangstelling voor deze bijzondere plek af. Het ’Heiligdom’ lag inmiddels aan de rand van het nieuwe Tilburg Noord met veel flats en bewoners uit andere streken. Ook waren de Katholieke bolwerken in het zuiden aan het afbrokkelen. Momenteel beleeft het Kruiswegpark een nieuwe glorietijd door toenemende belangstelling uit Suriname, het nieuwe museum en ook cultuurhistorisch staat het in de belangstelling.

Het Peerke Donderspaviljoen, een museum voor naastenliefde.

En verrichtte wonderen
In 1923 werd de kapel gebouwd en in 1931 bouwde men het geboortehuisje van Peerke Donders na. Daarvoor werden ’IJsseltjes’ gebruikt die vrij kwamen bij de sloop van arbeidershuisjes aan het Smidspad. Toen kreeg ook het Kruiswegpark vorm. In de maand mei van 1926 werd de kruisweg ingezegend om de pelgrims een nuttige tijdsbesteding te bezorgen. Pas na de 2e Wereldoorlog was deze gereed zoals we die nu kennen. Op 27 oktober 2009 (zijn 200e geboortedag) werd het Peerke Donders Paviljoen, Museum voor Naastenliefde geopend, in het Kruiswegpark. De eenvoudige, maar stijlvolle openlucht kapel moest hiervoor wijken. In het museum is ruimte voor wisselende exposities met dit onderwerp. Peerke (Petrus Donders 1809-1887) werd geboren in het armoedige huisje van een thuiswever aan de Moerstraat aan de rand van de Heikant in het noorden van Tilburg. In 1842 vertrok hij als priester naar Suriname. Hij predikte er het Christelijke geloof, verpleegde melaatsen, bekeerde indianen en bosnegers en verrichte wonderen. Volgens de overlevering zou hij bijvoorbeeld tijdens extreme droogte een kring in het zand getrokken hebben, na een slag op de grond borrelt er water op. Hij stierf in 1887 aan een nierontsteking, na enige laatste rustige levensjaren. In 1901 werd Peerke opnieuw begraven in de Kathedraal van Paramaribo. In 1982 zalig verklaart Paus Johannes Paulus de 2e hem zalig.

Standbeeld van Peerke Donders aan het Wilhelminapark in Tilburg.
Van bleekgroen naar roestkleurig oranje
Een flink aantal van de bomen die al in mijn jeugdjaren in het kruiswegpark stonden, hebben nu problemen, ze zijn ziek. Het gaat hier om paardenkastanjes. Eerst wat meer over deze boomsoort. Aesculus hippocastanum is de wetenschappelijke naam, in het Nederlands wordt ook hij ook wel wilde kastanje genoemd. Het is de boom met de niet te eten vruchten. De tamme kastanje (Castanea sativa), met kastanjes die wij mensen wel kunnen lekker vinden, is geen familie. De familie van de Paardenkastanjes (Hippocastanaceae), met allemaal tegenoverstaande, handvormige samengestelde bladeren omvat 25 leden. De naam kastanje hebben ze wel gekregen om dat hun vruchten op die van de tamme kastanje lijken. Het deel paarden zegt iets over het gebruiken van ’wilde’ kastanjes als medicijn voor paarden door de Turken en de schors kent toepassingen in de veeartsenijkunde. Daar komt nog bij dat de afvallende bladeren op de twijgen littekens achter laten in de vorm van een hoefijzer. Je kunt er duidelijk de rangschikking van de spijkers in een hoefijzer herkennen. De handvormige bladeren zijn samengesteld uit ongeveer 7 deelblaadjes zonder steel. Die blaadjes stralen uit vanuit de dikke nerf in het midden en kunnen wel 12 cm. breed worden. Het deelblad is naar de top toe breder en eindigt abrupt in een spits puntje. Van bleekgroen in de lente naar diepgroen in de zomer en eindigend in roestkleurig oranje in de herfst. Waarna de deelbladeren los van elkaar afvallen.

Bloeiende paardenkastanjes.

Ze zijn zo mooi
In het voorjaar bloeien ze prachtig in witte feestelijk kandelaarachtige bloemen, er is ook een rode variant. De bloeistengel in het midden van de bloem heeft talrijke korte zijarmpjes die de bloesems dragen. Eind april, begin mei is dat een feest voor het oog. Aan de bloeistengel ontwikkelen zich de vruchten in een betrekkelijk klein aantal. De stekelige bolsters (omhulsels) zijn aanvankelijk groen, ook hard en leerachtig, die bruin worden en scheuren waarna de vruchten te voorschijn komen. De vruchten, de kastanjes zijn groot, glanzend bruin, met één bleke vlek, hard, zwaar en scheef. Geen wonder dat kinderen ze verzamelen, ze zijn zo mooi! De schors van de paardenkastanje is prachtig, roestbruin en laat geleidelijk in dunne plakken los. En niet te vergeten de schitterende bruine kleverige knoppen, die in het voorjaar zwellen en openbarsten om het feest te laten beginnen. Al met al een mooie boom, een van mijn favorieten, het hele jaar door. Ook kan in de winter is hij prachtig, kaal maar met een eigen specifieke vorm.

De prachtige vormen komen naar voren bij deze kale paardenkastanje aan de Baronielaan in Breda.


Bloedingsziekte
De ziekte begint met een bloedend wondje. Op de bast van de paardenkastanje ontstaat een vlek, waaruit stroperige rode vloeistof begint te lopen. Alsof de boom bloed. Het is de bloedingsziekte, die ook op bij Peerke’s bomen heeft toegeslagen! Daarna wordt het erger. De vlekken worden groter. De barst scheurt open en andere ziektekiemen infecteren de boom. Sommige bomen sterven af, andere overleven maar genezen niet. Een mysterieuze ziekte die in 2002 plots de kop op stak. Deze aandoening werd ook vastgesteld in Engeland, Duitsland, Frankrijk en België.

Tondelzwammen op een zieke paardenkastanje.

Werkgroep Aesculaap
In samenwerking met de universiteit van Wageningen werd de werkgroep ’Aesculaap’ opgericht om de geheimen van dit mysterie te achterhalen. De werkgroep coördineert o.a. de acties rondom deze ziekte. In 2006 werd de veroorzaker vastgesteld, een bacterie uit de groep van de Speudomonas syringea. Verder onderzoek volgde naar de verspreidingswijze van de bacterie in de boom en het milieu. Door monitoring komt naar voren in hoe verre de ziekte zich heeft verspreidt. Een zoektocht naar oplosrichtingen om de kastanjeziekte te beheersen deed de werkgroep in 2007 en 2008. Hierna werd onderzoek voorgezet naar de effectiviteit van remstoffen en de toepasbaarheid daarvan. Er wordt nog verder gekeken naar het natuurlijk verloop van de ziekte. Dat is vaak wel moeilijk daar de meeste zieke bomen, gevaarlijk worden en dus gekapt worden. Mogelijk zijn er ook genetische verschillen in de gevoeligheid voor de bloedingsziekte. Aan de hand van de onderzoeksresultaten worden aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek, dus het probleem is nog lang niet opgelost.

Gevelde paardenkastanjes.

In 2 dagen 70 bomen neergelegd
Op maandag 31 oktober begon men met het neerleggen van de kastanjes. Nog dezelfde middag werden met zware vrachtwagens grote stammen afgevoerd. Aan het einde van de volgende dag waren alle boomstammen afgevoerd en werden de laatste hopen versnipperde takken in containers verzameld. De rest van de week en ook nog daarna wordt besteed aan het verwijderen van de stronken en het aanleggen van een asfaltpad. Waarna het geheel omgeploegd en bemest gaat worden. Op een afstand kijkende naar de omtrek van het kruiswegpark is er niet eens zoveel veranderd. Het geheel is wat ijler geworden maar de vorm is intact gebleven. Van de verschillende soorten loofbomen die het park omzomen zijn er geen verwijderd. Binnenin zijn echter alle Paardenkastanjes, wat berken en esdoorns gekapt, zo’n 70 bomen in totaal. In deze openbare gelegenheid was dit jammer genoeg een noodzakelijke ingreep.
Opmerkingen als terug brengen naar de oorspronkelijke structuur werden ook hier weer gebruikt, een vaak geuit excuus bij kaalslag. Bij de geschiedenis, de ontwikkeling van een bijna 100 jaar oud park horen ook later geplante bomen als deze paardenkastanjes, helaas konden ze niet blijven staan. Het is eveneens spijtig dat meerdere soorten mezen en spechten hun broedgelegenheid verloren. Ook de Boomklevers,  de Boomkruipers, de Bosuil en meerdere ander vogelsoorten zullen naar andere plekken moeten uitzien om te broeden!


Voor (boven) en na (onder) de kap, eigenlijk is er niet zo veel gewijzigd van buiten af gezien.