zondag 17 juni 2018

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Dodaars




 
 
 


Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 


Ad Kolen



Dodaars - Tachybaptus ruficollis



De kleinste
De dodaars is de kleinste van de 3 algemeen voorkomende soorten futen in ons land. Met een korte hals, een erg kleine rechte snavel en een gedrongen lijf is het echt een ’dotje’. Een schuwe vogel die zich langdurig in de oevervegetatie kan verstoppen. Tijdens het foerageren blijft de dodaars ook vaak lang onder water. Hij duikt dan naar visjes, waterinsecten, larven en schaal- en schelpdieren. Soms komt hij op een heel andere plaats weer boven water of wordt niet meer gezien! In de zomer is de dodaars meest donkerbruin met roodbruine wangen en een witgele vlek aan de basis van de snavel. In de winter is de bovenzijde donkerbruin en verder is het verenkleed vrij licht. Een jonge dodaars heeft, zoals een jonge fuut, een in de lengte gestreept verenkleed. Enkele uren na het uitkomen uit het ei kan een dodaars al zwemmen. Het nest bestaat uit waterplanten en is aan waterplanten verankerd. Al rottende geven die planten warmte af, wat het broeden bevorderd.


Stijgende lijn
De dodaars staat op langere termijn als toenemend in Nederland beschreven. De laatste 10 jaren neemt het aantal echter af. In Noord-Brabant is het een iets ander verhaal. Af- en toenames wisselende zich af bij de broedvogels met een stijgend einde. Ook het gemiddelde per jaar eindigt in een stijgende lijn.


Oude bekende
Vele jaren voordat het Noorderbos officieel werd geopend is de dodaars al een bewoner van het gebied. Vooral buiten het broedseizoen worden ze vaak foeragerend aangetroffen op de Zandley. Parallel aan het fietspad aan het Moleneind jaagden ze - nu ook nog af en toe - op visjes. Door soms harde stromingen is het daar een stuk dieper en daarom een verzamelplaats voor vis. Hoewel er geen vergelijkbare gegevens van voor 2003 beschikbaar zijn, lijkt het erop dat de aantallen in de Zandley foeragerende dodaars afnemen. Aangenomen wordt dat de toenemende zachte winters daar een rol in spelen. Zie onderstaande grafiek.





Figuur 1.


Gedurende alle jaren wordt de dodaars op de Noorderplas aangetroffen. Enkele malen op de Zandley aan het Moleneind. En bij uitzondering op de Zandley die parallel stroomt aan de asfaltweg vanaf de hoofdingang. Op de Zandley zijn het steeds winterwaarnemingen. Van schommelingen in de aantallen, zoals landelijke en provinciale gegevens aangeven, is in het Noorderbos geen sprake. Hier spelen lokale omstandigheden een rol. Een vrij snelle stijging naar een topjaar in 2008 wordt binnen enkele jaren weer afgebroken. Zie figuur.
 




Figuur 2.

De aanwezigheid van dodaars op de Noorderplas hing en hangt nog steeds sterk af van de activiteiten op en rond de plas. Het is een diep uitgegraven zandwinput. In de eerste jaren na de aanleg worden verstevigingen aangebracht door zandstortingen in de oeverzones. De minder diepe bodems aan de randen bieden foerageermogelijkheden voor o.a. de dodaars. Vanaf 2005 nemen de aantallen toe. In 2006 wordt een broedgeval vastgesteld. Ook in het opvolgend jaar wordt een territorium gevestigd. De aan de plas grenzende Zandley en het noordelijk gelegen afzonderlijke plasje behoren daartoe. Dodaars broeden en leven verborgen. De biotoop is dan ook erg onoverzichtelijk. Toch wordt in 2007 een broedsel gezien: 4 jonge dodaars. In 2008 worden 4 territoria vastgesteld, verspreid over de gehele plas en een deel van de aangrenzende Zandley. Zie de aantallen vastgestelde territoria in figuur 2.





Vanaf 2008 beginnen de grootschalige terugstortingen van zand in de plas. Aanvankelijk vanaf de oevers, maar al snel worden wallen aangelegd om het zand verder in de plas te kunnen verspreiden. Van bouwprojecten uit heel Brabant wordt laagwaardig zand aangevoerd. De opzet is om het niveau van de plas terug te brengen naar 4 meter onder de waterlijn. Het project is ’kostenneutraal’ volgens de projectleider! De conclusie van mijn waarnemingen: een weegbrug en verschillende personeelsleden doen een meer commerciële opzet vermoeden. De stortingen gaan nog steeds door. Resten van bouwafval en planten worden oppervlakkig uit het zand verwijderd. Na de storting drijft er nog van alles op het water, ook kunststoffen. Het water is daarna langdurig troebel.



De Noorderplas met wallen waar vanaf het zand wordt gestort.


Tijdens het topjaar 2008 worden tijdens alle tellingen, op één na in december, steeds dodaars waargenomen.

 



In de nieuwsbrief ’vogelsenzo’ staan de artikelen uitgebreider.

 Abonneer je door een e-mail te sturen aan: adkolen@kpnmail.nl