woensdag 25 januari 2012

’Gaai’


Ad Kolen

Al meer dan 15 jaar is volgens ”De lijst van de Nederlandse vogels”, de officiële naam ’Gaai’. Toch hebben veel mensen het nog steeds over de ’Vlaamse gaai’ als ze deze kleurrijke vogel bedoelen.

In het Vlaams gaai
Waarom stond er Vlaamse voor de naam? De naam zou ontstaan zijn uit de woorden ’in het Vlaams gaai’. In België werd de vogel namelijk voor het eerst beschreven in het Franstalige Wallonië onder de naam Gay. Volgens andere doelt Vlaamse op het roodbruine in het verenkleed van de Gaai. Het zou ontleend zijn aan het Franse flambant, wat wil zeggen vlammend.

Bosbouwer
De wetenschappelijke naam, Garrulus glandarius, betekent voordurend krassende eikelzoeker. In het najaar zie je ze steeds met eikels in de weer. Ze leggen voorraden aan in de bodem voor slechtere tijden in de naderende winter. Soms is er genoeg ander voedsel, worden ze niet terug gevonden of overlijdt een vogel. Er is dan ook vastgesteld dat mede door de verstopactiviteiten van Gaaien nieuw eikenbomen opgroeien. Hij wordt ook wel bosbouwer genoemd. In verschillende dialectnamen komt deze eigenschap naar voren zoals in het Achterhoeks; Eikelpotter en in het Gelders; Eikelekster. Naast eikels eten ze in de herfst en de winter, hetzij in mindere mate, ook wel hazelnoten en beukennootjes.

Gaai                                                Foto: Jan Wolfs.

Van oorsprong bosvogel
In het voorjaar en de zomer bestaat het menu meer uit insecten, rupsen, bessen en zaden waaronder granen en maïs en ook uit muizen en eieren en jongen van zangvogels. Van oorsprong is de Gaai een bosvogel maar vanaf de 1e helft van de vorige eeuw zijn ze ook steeds meer in andere gebieden gaan broeden. Tegenwoordig brengen ze jongen groot in parken en stedelijke gebieden met veel groen. Tot in de centra van grote steden worden ze gezien, de aanwezigheid van eiken is dan een voorwaarde.

Algemene broedvogel
In heel Europa broeden zeker 5 miljoen paren Gaaien, in Nederland ongeveer zo’n 50.000. Op de Groningse en Friese kleigronden zijn ze schaars maar zelfs op de Waddeneilanden komt de soort tot broeden. Het nest wordt meestal op enkele meters hoogte in opgaande jonge beplanting gebouwd. Alleen het vrouwtje zit op de eieren, zo’n 17 à 19 dagen. De in mei uitgekomen jongen verblijven nog 3 weken op het nest. Daarna wordt dit enige legsel per jaar, nog eens 3 weken gevoederd door de beide ouders.

Verwant aan de kraaien
Niet dat ze echt schuw zijn maar gaaien leven wel min of meer verborgen. Ze zijn meestal eerder te horen dan te zien. Als je ze eens een keer goed kunt bekijken zal de schoonheid van het bonte verenkleed je verwonderen. Dan zou je niet zeggen dat ze nauw verwant zijn aan Kauw, Zwarte kraai en Roek. Pas als je naar de meer dan 40 andere gaaien kijkt die verspreidt over de wereld voorkomen zie je waarin ze passen. De Violetgaai (Cyanocorax violaceus) uit Noord- en Zuid-Amerika heeft een prachtig verenkleed in verschillende nuances paars met een zwarte kop. Helemaal een prachtig plaatje is de Incagaai (Cyanocorax yncas) die voorkomt in de vallei van Rio Grande tot Bolivia. Met een gele borst, zwarte hals, groene vleugels en blauw op de kop en staart is de vogel een zeer kleurrijke verschijning.

Kleurrijk verenkleed
Onze gaai(Garrulus glandarius), de enige hier voorkomende gaai is evenzo een prachtige vogel. Naast kleurrijk; wit, zwart en bruin en blauw in verschillende sterktes zijn de brede vleugels, de ronde kop en de soms opgerichte kruin typerende voor deze vogelsoort. Ook de vlucht is kenmerkend. Aan de manier van vliegen is de Gaai meestal te herkennen op enige afstand. De Gaai vliegt onregelmatig met korte series vleugelslagen, met een diepe slag tot onder het lichaam. Maar altijd in een rechte lijn, zonder golven.

Niet alleen standvogel
Gaaien zijn in Nederland standvogels. Dat wil zeggen dat ze hier zowel broeden als in de winter verblijven. Dat zijn dat ook vaak dezelfde vogels. Er komen echter ook Gaaien uit streken ten oosten en ten noorden van ons land hier overwinteren. Soms, zoals dit jaar is er sprake van een invasie. Dan trekken er grote aantallen vogels van een soort naar en door ons land. Dat is gewoonlijk het gevolg van zeer goede broedresultaten elders, veroorzaakt door een hoog voedsel aanbod.