vrijdag 3 februari 2012

Staartmees met korte staart


Ad Kolen

Vanmorgen, kort voor dat ook Brabant met een deken van sneeuw werd bedekt, een vogelrondje door het Quirijnstokpark in Tilburg Noord gemaakt.

Tekening van een Staartmees bij zijn nest door Rein Stuurman uit 'Buiten bij de vogels'.


Mijn rondje lopende valt het geluid van een Staartmees (Aegithalos caudatus) op, het bekende tsjirr-tsjirr. Het vogeltjes foerageert hangende aan de dunne takken van een struik. Iets verderop zoekt nog een vogeltje naar voedsel. Geen Staartmees, het silhouet is anders, geen lange staart. Als het beestje nadert en beter belicht wordt is het tot mijn verbazing toch een Staartmees maar zonder lange staart. De tekeningen en de rest van het verenkleed zijn gelijk aan die van de andere vogel. De staartpennen zijn kort en rijken niet veel verder dan de punten van de vleugels. De uiteinden van de staartveren zijn niet gelijk. Het is duidelijk dat de staart nog aan het groeien is.

De vogel heeft waarschijnlijk tijdens een aanval van een roofvogel of een andere predator zijn staart verloren. Die groeit vanzelf weer aan, maar daar gaan enkele weken over heen. Last ondervindt de vogel er blijkbaar niet van, de bewegingen zijn gelijk aan die van de andere Staartmees.

De in Nederland broedende ondersoort europaeus is hier standvogel. De vogel komt voor in alle type bos en overige landschappen met voldoende bomen en struiken. De optimale broedhabitat kent een gevarieerde struiklaag met veel structuur en heeft een rijkelijke afwisseling tussen dekking en open ruimte. Buiten het broedseizoen leven Staartmezen in familiegroepjes van enkele tot meer dan 20 exemplaren. Die groepjes zwerven rond binnen een vast gebied van zo’n 20 tot 25 ha en verdedigen dat als hun voedselterritorium tegen andere groepjes.

Staartmezen hebben een onmiskenbaar zwart, wit en roze verenkleed met een staart die tweemaal zo lang is als het lichaam.