maandag 1 oktober 2018

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Knobbelzwaan





  

Ad Kolen

 
 

 Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken worden het totaal aantal waargenomen vogels per jaar of per maand uitgebeeld. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 
 

 
Knobbelzwaan -   Cygnus olor
 
 
Je hoort ze vliegen
De knobbelzwaan is de grootste hier voorkomende zwanensoort. De andere twee soorten witte zwanen die in ons land voorkomen, de wilde en de kleine zwaan, zijn hier voornamelijk overwinteraars. Zijn naam dankt de knobbelzwaan aan de zwarte knobbel boven de oranjerode snavel. Bij de mannelijke exemplaren is deze het meest opvallend. Naast de snorkende, snuivende en sissende geluiden in bedreigende situaties is de knobbelzwaan vrij stil. Wel is de knobbelzwaan de enige van de drie die bij het vliegen geluid maakt. Tijdens de vlucht produceren de vleugels een gonzend geluid dat, vooral als het meer vogels betreft, al op flinke afstand te horen is. Het menu bestaat uit waterplanten en soms enkele lagere diersoorten. In de winter schakelt hij vaak over op grassen.



Veel overwinteraars uit het oosten
Vanouds werd de knobbelzwaan in ons land in grote aantallen in gevangenschap gehouden en gefokt, vooral voor het dons. Vaak in ‘zwanendriften’ in weidegebieden. De Nederlandse populatie knobbelzwanen bestaat grotendeels uit nazaten van ontsnapte of losgelaten tamme exemplaren. Door gebrek aan informatie uit vorige eeuwen is onduidelijk in hoeverre in West-Europa nog wilde knobbelzwanen voorkwamen en of ze zich vermengden met gefokte vogels. De Nederlandse knobbelzwanen zijn voornamelijk standvogels, in de winter aangevuld met vogels uit het oosten. In het midden van de winter verblijven minstens 40.000 knobbelzwanen in Nederland. De landelijke aantallen knobbelzwanen namen lange tijd toe met het groeien van de eigen broedpopulatie. Sinds 2000 stabiliseren de aantallen zich. (bron: Sovon.nl)



 

Figuur 1.


 Één broedgeval met goed gevolg
Knobbelzwanen zijn vaak een toevallige verschijning in het Noorderbos. Ze zijn zelfs enkele jaren in het geheel niet waargenomen (zie figuur 1). Soms vliegen ze tijdens de telling alweer weg. Naast op de Noorderplas worden ze ook vaak op de Zandley, parallel aan de Kalverstraat gezien. In de maand juli werden in geen van alle teljaren ooit knobbelzwanen waargenomen.

De waarnemingen betreffen vaak onvolwassen vogels of soms paren op zoek naar een territorium. Knobbelzwanen zijn pas vanaf het 3e of 4e jaar geslachtsrijp. Gezien de lage aantallen zijn er nauwelijks periodes vast te stellen dat ze vaker gezien werden. Slechts in enkele jaren zijn er wat meer waarnemingen in de winter, voornamelijk aan het begin van het jaar.


In 2015 waren er meer waarnemingen, 40 in totaal, vanaf het vroege voorjaar. Dat was het gevolg van een broedgeval, het enige in de gehele telperiode. De telroute doorkruist het hele Noorderbos. Er is echter niet op alle gebiedsdelen goed zicht. Het Noordelijk gelegen deel van de Zandley, parallel aan de Udenhoutse weg, valt buiten het gezichtsveld. Ergens aan de oevers van deze stroom had het paar een nest, met de 4 jongen knobbelzwanen worden ze nog enkele malen gezien op de Zandley. Na de zomer verdwijnen ze definitief uit het gebied.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl