maandag 10 juni 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Appelvink






Ad Kolen




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.)
 





Appelvink - Coccothraustes coccothraustes

 

De appelvink is een grote vinkachtige vogel (19 cm) met een stevige kop en een forse kegelvormige snavel. Het verenkleed is vooral bruin met een grijze band in de nek. De vleugels zijn donker met een grote witte baan er dwars over. Aan het einde van de staart bevindt zich een brede witte band. Ook de onderstaart dekveren zijn wit. In de vlucht, vooral van onderen gezien, bevat het verenkleed van de appelvink nogal wat witte veren.

 Na uitbreiding van het verspreidingsgebied en toename van de aantallen (1975-2000) kent Nederland 12.000-15.000 broedparen appelvinken in de periode 2013-2015. In Noord-Brabant is de soort relatief schaars. De verspreiding valt merendeels samen met die van de grote bosgebieden. In oud gevarieerd loofbos en ook gemengd bos voelen ze zich thuis, zoals in Twente, de Achterhoek en delen van de Veluwe en Limburg. Flevoland kende waarschijnlijk tijdelijk de hoogste dichtheden. Onze broedvogels overwinteren hier of trekken weg naar het zuiden. In de winter komen de aantallen uit op 6.000-12.000 exemplaren. (bron: sovon.nl)


Alleen in 2014 zijn appelvinken in het Noorderbos waargenomen. Tweemaal in het begin van het jaar. Op zondag 19 januari strijken 12 appelvinken neer in de top van een hoge boom in de oude houtsingel parallel aan de Udenhoutseweg. Op zaterdag 5 april zijn het 6 appelvinken die zich goed laten bekijken in een van de dubbele eikenlanen in het noordelijke deel van het gebied.


 

 
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl