zondag 30 juni 2019

Pelikanen boven Mila 23







Een overzichtskaart van de Donaudelta.


 

Een verslag van vijf dagen vogelen in de Donaudelta

 

 


Ad Kolen



Een eerder bezoek aan de Donaudelta in 2015 viel letterlijk in het water. Een tweedaagse tocht door dit uitgestrekte waterrijke gebied met rivierarmen, moerassen, kanalen, enorme rietvlakten en grote eilanden verregende toen totaal. Ondanks de slechte weersomstandigheden was het arsenaal aan vogels hoog in aantal en soorten. Een geweldige ervaring die ik graag onder betere omstandigheden wilde overdoen. Vandaar de boeking van deze reis bij Agro Natura, een kleine reisorganisatie die haar reizen minder milieubelastend probeert te organiseren. Samen met reisgenoot Stan Godschalk en zes andere landgenoten sluiten we op maandag 29 april 2019 in Boekarest aan bij een internationaal gezelschap, bestaande uit Duitsers, Fransen, Polen, een Belg en ook enkele dagen drie Roemenen. Een leuk gevarieerd gezelschap waarmee we gezamenlijk eten en in de dezelfde hotels en pensions overnachten. 



 



                                       Roze pelikanen.


We overnachten eerst in een hotel in Tulcea, een stad in de zuidoosthoek van de Donaudelta met ruim 100.000 inwoners. De volgende dag, dinsdag 30 april 2019, schepen we in voor de eigenlijke reis. Twee kajuitboten van circa 15 meter worden ingezet om ons door het gebied te loodsen. De Nederlanders met de Roemeense vogelgids Crsitian en een aparte schipper op de ene boot. De andere boot wordt bestuurd en begeleid door de Roemeense reisleider Mihai Baciu, een joviale druktemaker met een enorme kennis van de Donaudelta en de vogels. De begeleiders spreken vloeiend Engels, Frans en ook Duits. Slapen doen we in pensions in kleine dorpen de Delta.


Al kort na het vertrek ervaren we de enorme vogelrijkdom van het gebied. Varend door een smal kanaal met steile oevers en overhangende begroeiingen vliegen de ijsvogels ons als het ware om de oren. In minder dan een half uur zien we tientallen van deze kleurige vogels voor of langs de boot wegvliegen. Ik schat het aantal op ruim 25, anderen komen nog hoger uit. Soms blijven ze naast de boot zitten: een feest voor de vele fotografen in het gezelschap.


Twee aardige Roemeense dames (echtgenote van de reisleider en haar vriendin) verzorgen aan boord van het ’moederschip’ dagelijks een geweldige warme lunch, die kwalitatief vaak boven de maaltijden in de pensions uitsteekt. Terwijl we geruime tijd stilliggen aan de rand van een groot meer, maken we met een kleine boot uitstapjes naar een aalscholverkolonie. We varen onder tientallen aalscholvernesten met al flinke jongen door. Ook zien we nesten van blauwe reigers en die van een kwak.


Om half zeven in de avond wordt circa 50 km verderop langs het Sulinakanaal in het dorpje Crisan afgemeerd. Uit het rietveld achter het pension klinkt de zang van de sprinkhaanzanger en in de schemering laten boomkikkers en roodbuikvuurpadden zich massaal horen. Na een voor mij redelijke nachtrust verken ik - en met mij meerdere reisgenoten - al vroeg in de ochtend de omgeving. Aan deze kant van het kanaal is dat niet meer dan een lange zandweg tussen het kanaal en de erachter gelegen rietvlakte. Het kanaal is een al in 1859 gekanaliseerde Sulina- arm.


Woensdag 1 mei varen we vroeg weg. Een langzame tocht door rustige kanalen en langs grote en kleinere meren, met veel ruimte om de aanwezige vogelsoorten te bekijken. Het tweepersoonszitje op de punt van de boot is de meest ideale plek daarvoor. Hoger staande op het voor- of achterdek is er goed zicht op de uitgestrekte rietvelden. Daaruit klinkt soms het bescheiden karre-karrekiet van de kleine karekiet maar veel vaker de harde welluidende versie van de grote karekiet. Die laat zich diverse malen goed zien, tot vreugde van de fotografen. Een aantal vogelsoorten zijn zeer algemeen in de Donaudelta.


Naast de ijsvogel die we nagenoeg overal horen en zien, verschijnen ook vaak aalscholver, ralreiger, koekoek, kleine zilverreiger, dwergaalscholver, roodhalsfuut, witwangstern, bosruiter, zwarte ibis en grijskopspecht. Het doel van de tocht vandaag is Letea, een groot eiland noordelijk van Crisan tegen de grens met Oekraïne. Het Leteaforrest is al zo’n 100 jaar oud en bestaat uit naaldbomen, eiken, elzen en abeelen. Het meest verrassende is het aangrenzende half begroeide stuifzandgebied. Gelijkenis met de Loonse en Drunense Duinen is gauw bedacht. Het is een onverwachte ervaring om dit type landschap hier aan te treffen. Speciaal is ook de vorkstaartplevier, voor velen een nieuwe soort. Hij laat zich goed bekijken. Later aan boord wordt de nationale drank Pálinka (sterke vruchtenbrandewijn) geschonken om dit te vRoze pelikanen.


Op donderdag 2 mei is iedereen al voor het ontbijt actief: 2 roepende grijskopspechten en een op het pad voor het pension foeragerende zwartkopgors zie je niet iedere dag! Langzaam varende zien we later aan de zanderige oevers van een kanaal o.a. kemphaan, zwarte ruiter, tureluur, grutto en oeverloper. Het doel is vandaag het eiland ten zuiden van Crisan. Het eiland is met bomen beplant. Zover komen we echter niet. We stappen uit bij een oud en vervallen fabriekscomplex. De bijbehorende ondiepe plassen zijn het werkelijk doel. Ze zijn rijk aan vogels zoals kluut, steltkluut, kleine strandloper, oeverloper, bosruiter, grutto, zwarte ruiter, tureluur en groenpootruiter. Een mannetje roodpootvalk komt even bij op een bovengrondse leiding met een prooi in een klauw. Verder varende stapelen de mooie waarnemingen zich op. Zeearenden worden hier dagelijks gezien en vandaag zwermen er flinke aantallen huis- en oeverzwaluwen rondom een volwassen exemplaar. Op een groot meer zien we naast de eerder aangetroffen witwangstern ook witvleugel- en zwarte stern. Een verrassing is de ontdekking van een op het water dobberende reuzenzwartkopmeeuw. Een enorme vogel die maar iets kleiner is dan de grote mantelmeeuw.


    
 

                                                       
                        De reuzenzwartkopmeeuw.

 

De komende twee nachten slapen we in het dorp met de merkwaardige naam Mila 23. Het geeft de afstand aan - 23 mijl - vanaf dit punt van het Sulinakanaal naar de monding van de rivier. Al vele malen eerder deze week, maar ook nu vanuit het dorp, zien we zwermen pelikanen in de lucht. Vandaag, vrijdag 3 mei 2019, gaan we op zoek naar de roze pelikaan. Ruim 5 kilometer oostelijk van Mila, in het Lacul Radacinos, broedt een kolonie roze pelikanen. Dit broedgebied is afgesloten. Foerageren doen ze in de omgeving, zoals het aangrenzende Lacul Trei lezerne. Met een kleine boot kunnen we ze langzaam varende tot op korte afstand naderen en goed bekijken. Een deel van de honderden vogels vliegt uiteindelijk op, maar flinke aantallen komen weer tot rust en gaan door met foerageren. Op het meer bevinden zich naast de pelikanen ook grote hoeveelheden aalscholvers. Ook deze zijn op jacht naar vis. In Nederland heb ik vaker waargenomen dat aalscholvers in groepen op vis jagen. Op het Markermeer onder andere zag ik ze in linie achter vissen aangaan. Andere vogels, zoals meeuwen, pikten de ontsnappende vissen achter de linie op. Hier zien we de pelikanen profiteren van de vismethode van de aalscholvers. Soms ontstaan er conflicten tussen de pelikanen, als er een vis voor de bek van een andere pelikaan wordt weggekaapt. Het is een geweldige ervaring deze reusachtige vogels van dichtbij te kunnen bewonderen. De roze pelikaan is voornamelijk wit met een roze gloed. De Engels benaming is ‘white pelican’. In dit gezelschap zijn de vogels vaak in het Engels benoemd, een leerzame bijkomstigheid. De ‘Dalmatian pelican’ is de benaming voor de kroeskoppelikaan, een opvallende naam die echt wel blijft hangen. Die zagen we ook enkele malen in kleine aantallen. Op hetzelfde meer treffen we opnieuw de reuzenzwartkopmeeuw, nu in de - volgens de gidsen - ongekende hoeveelheid van tientallen exemplaren.


Op zaterdag 4 mei varen we terug naar Tulcea en doen we nog veel leuke waarnemingen onderweg, waaronder een nest met jonge zeearenden en tot tweemaal toe, op ver uiteen liggende locaties, een zwarte specht. De nog niet genoemde bonte kraai is een van de meest voorkomende vogels in de Delta en ook de ringmus is er vaak te zien. Niet te vergeten, de enige waargenomen kiekendief - de bruine - is met vele tientallen paren een vaste broedvogel in de Donaudelta.


De laatste hele dag in Roemenië is er een excursie per bus naar het Macingebergte en bezoeken we de Zwarte Zee. Een lange dag in een krappe bus maar wel met leuke waarnemingen. In een kloof in het gebergte zijn 3 scharrelaars en 4 verschillende soorten tapuiten een prachtige aanvulling. Een vervallen fabrieksterrein met opnieuw ondiepe plassen is goed voor meerdere niet alledaagse vogelsoorten zoals krombekstrandloper, kluut, steltkluut en een paar roodpootvalken bij een nest. De Zwarte Zee, met witte schuimkoppen en schelpstranden omzoomd met de witte bloemen van de zeekool, vormt een prachtig afsluitend plaatje van deze mooie vogelreis.





                                             Aan de Zwarte zee.

 



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl