zaterdag 18 september 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Boompieper

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen




Boompieper
Anthus trivialis



De boompieper is een onopvallende vogel van dezelfde afmetingen als de graspieper. Verschillen zijn er wel, zij het minimaal. Zoals alle piepers zijn ze op zicht niet eenvoudig uit elkaar te houden, ook niet voor kenners. De boompieper heeft een iets langere staart en langere smalle vleugels. De snavel is wat krachtiger en de borst geler. Het vlekkerige streeppatroon is naar onderen toe (de flanken) wat dunner dan bij de graspieper. De poten en de snavelbasis zijn roze. De bovendelen zijn bruin maar in detail gezien is het een fijn patroon van zwarte vlekjes, bruine streepjes en fijne witte lijntjes. Het beste zijn deze op elkaar lijkende soorten te onderscheiden door de zang. Boompiepers broeden voornamelijk op hoge zandgronden, in hoogveengebieden, op de heide en in open bosgebieden. Langs bosranden en ook in agrarische gebieden met houtwallen, bomenrijen en bosjes bouwen ze hun nest. In lagere aantallen zijn de andere zandgronden in ons land en de halfopen duingebieden bezet. Boompiepers arriveren meestal in april in de broedgebieden en brengen een of twee broedsels groot. Ze zoeken voornamelijk op de bodem hun voedsel, dat bestaat uit kleine insecten, slakjes en zaden. Er broeden 50.000-80.000 paren (2013-2015) boompiepers in Nederland. (bron: sovon.nl)


Slechts tweemaal gedurende de tellingenreeks is een boompieper in de Dongevallei aangetroffen. Eenmaal vrij vroeg, op 12 maart 2004, en een terugtrekker op 3 juli 2005. Het gebied is te open en waarschijnlijk ook te smal voor de soort.



Reacties naar: adkolen@kpnmail.nl