maandag 9 augustus 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Kuifleeuwerik

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen





Kuifleeuwerik
Galerida cristata – broedvogel 



Rechtopstaande kuif

De kuifleeuwerik is een redelijk grote leeuwerik. Hij is iets groter dan de veldleeuwerik en heeft een meestal rechtopstaande kuif en een spitse snavel. De kuif van de kuifleeuwerik is steeds zichtbaar, ook platgedrukt op het achterhoofd. De korte kuif van de veldleeuwerik is dat niet. De rug van de kuifleeuwerik is bruingrijs gestreept, de onderdelen zijn grijswit met beige. De flanken zijn licht gestreept. Van de staart zijn de buitenste veren roze, in tegenstelling tot de witte van de veldleeuwerik. In de vlucht worden kenmerken als de rossige ondervleugels en de vrijwel streeploze grijze stuit zichtbaar. Hij vindt zijn leefgebied in stedelijke gebieden, braakliggende gronden en industrieterreinen, spoorbermen, duinen en soms weide- en akkerranden. Na de neergang van de kuifleeuwerik trachtte de laatste restpopulaties zich in aanbouw zijnde woonwijken te handhaven.


Uitgestorven

In ”Nederlandsche Vogelen 1770-1829” (Nozeman & Sepp) staat de kuifleeuwerik samen met de boomleeuwerik nog als zeer zeldzaam vermeld. Vanaf het midden van de 19e eeuw maakte de kuifleeuwerik in Nederland een indrukwekkende opmars. Vanaf circa 1970 ging de populatie echter ernstig achteruit. De Nederlandse broedpopulatie nam af van 3.000-5.000 paren in 1973-1977 naar 60-80 paren in 1998-2000 en minder dan 10 vanaf 2009. In de recent gepubliceerde broedvogelgegevens (2018) staan de laatste broedende kuifleeuweriken vermeld. Dat was in de periode 2013-2015 in Venlo en het laatste broedgeval was in de Haverleij bij Den Bosch. Daarna is hij hoogstwaarschijnlijk uitgestorven in Nederland. De precieze oorzaak van het verdwijnen van deze typische vogel is niet helemaal duidelijk. Als een van de verklaringen wordt de veranderende stedenbouw gezien (bron: sovon.nl). Bebouwingen zijn dichter geworden en woonwijken worden sneller opgeleverd. Langdurig braakliggende gronden komen bijna niet meer voor. Ook op industrieterreinen nemen open terreinen af of ze worden ingezaaid. Gelukkig komen er nog miljoenen kuifleeuweriken voor in het zuiden en oosten van Europa. Wie weet?


Reeshof, het laatste Tilburgse bolwerk

De Tilburgse natuuronderzoeker Harry Vercruijse deed 10 jaar lang (1978-1988) onderzoek naar de kuifleeuwerik in onze stad. Naast het noteren van waarnemingen keek hij ook naar bijzonderheden. Afwijkingen door (mogelijk) insecticiden en een overschot aan mannetjes kwamen aan het licht, misschien omdat vrouwtjes meer kwetsbaar zijn door het broeden en verzorgen van de jongen op de bodem. Meer mensen, honden en katten (verstoringen) en verdere verzuring van de bodem noemt hij ook als oorzaken van de achteruitgang. In 1987 zijn in de hele stad 44 territoria van kuifleeuweriken vastgesteld. In 1986 waren er dat nog 13, waarvan een deel in de Reeshof. (bron: Lezing voor VWG KNNV door Harry Vercruijse op 18 februari 2005).

























Een stuk van deze nog nagenoeg kale omgeving maakte in 2005 deel uit van het laatste territorium van de kuifleeuwerik in Tilburg.



Binnen de grenzen van de Dongevallei is op 15 maart 2005 een paar kuifleeuweriken waargenomen. Het was op een open en kaal terrein in het meest zuidelijke teldeel. De waarneming was voldoende voor het vaststellen van een territorium in de Dongevallei. In de volgende jaren 2006-2008 zijn kuifleeuweriken waargenomen in de in aanleg zijnde wijk Koolhoven, zuidelijk van de Spoorlijn Tilburg-Breda. Eigen waarnemingen bevestigen daar 2 en later 1 territorium. Daarna werd het stil rondom de kuifleeuwerik in Tilburg.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl