vrijdag 21 december 2012

Kerstmijmering; Ut vèrke





Ad Kolen

Naar mijn idee ben ik wel een mens van deze tijd, met een blik op wat komen gaat, de toekomst. Toch is het blijkbaar onvermijdelijk dat je af en toe terug kijkt naar wat geweest is als je niet meer zo ’piep’ bent. Korte dagen, lange nachten schijnen die gevoelens op te wekken. Onvermijdelijk komt dan kerst in beeld.

Konijn en varkensrollade
Het ’Kerstgevoel’ dateert uit mijn prille jeugdjaren en staat voor een sfeervol gebeuren, iets met gezelligheid, zorg en samenhorigheid als gezin. Maar ook de nachtmis en steeds een kerststal en een geurende fijnspar in een hoek van de kamer horen bij dat beeld. Geboren in het midden van de vorige eeuw in een gezin met 7 kinderen en een vader die bij het ’Spoor’ werkte had ik een onbezorgde jeugd. We hadden het goed met zijn negenen, maar luxe ontbrak, het woord kende we niet eens. Je was (meestal) tevreden met wat je had! De creativiteit van mijn vader, samen met de zorgzaamheid van mijn moeder, maakte van ’kerst’ een hoogtepunt tot in mijn verste herinneringen. Gebraden konijn was jarenlang de climax van het kerstmaal. Later, toen er meer ’mee-eters’ aanschoven werd varkensrollade de traditie.

Zelfvoorzienend
Mijn jeugdjaren overdenkende komen er talloze herinneringen en gedachte naar boven. Waarschijnlijk is mijn interesse in alles wat leeft, groeit en bloeit thuis ontstaan. Mijn vader, een boerenzoon kon tot zijn grote spijt niet verder ‘boeren’ daar hij niet in de gebruikelijke lijn van opvolging viel. Terugblikkend besef ik dat hij wel een heel goed alternatief daarvoor bij zijn woning gecreëerd had. Naast zijn werk op de kopergieterij van de NS-werkplaats was hij thuis deels zelfvoorziende wat eten en zo betreft. Voor veel ouders met grote gezinnen gebruikelijk in die tijd. Daarin groeide ik op met mijn broers en zussen.

Kelder en weckkast
We woonden in de buurt van de ’werkplaats’ in een huis uit het begin van 1900 met een grote tuin. De voorkamer was door kasten en deuren met glas in lood gescheiden van de kamer. Stookplaatsen; de kolenkachels waren er alleen in de keuken en de kamer. In de voorkamer kwamen we nauwelijks. Het huis was echt gericht op die tijd. Onder de opkamer, die aan de keuken grensde, lag een kelder. Jaarlijks werd daar, in de nazomer een grote partij aardappelen opgeslagen waarvan wij heel de winter van aten. Op de schappen bij de ingang van de kelder werden ook allerlei andere etenswaren bewaard. Vaag kan ik me nog de weckkast herinneren aan de zijkant van de kamer, grenzende aan de keuken. Op stevige, mooi gelakte planken stonden potten met pruimen, kersen en sperziebonen. Dagen achtereen bonen eten, omdat een aantal bokalen niet goed waren afgesloten, hoort ook bij die herinnering.

Het schoor
De al snel in onbruik geraakte weckketel, inclusief bodemrooster en pijp heeft jaren ergens onder 'het schoor’ gelegen. Naast deze opbergplek boven de keuken, voor allerlei ongebruikte rommel, bevonden zich inpandige 2 duivenhokken. Die lagen gedeelte boven de keuken en het schop met in- en uitvliegopeningen in het dak. Het 'schop' was de plek waar gewassen werd. Al op zondagavond werd die ’opgezet’. Het duurde vele uren voor dat de grote ketel kookte en deze kon worden overgegoten in een prehistorische voorganger van de huidige wasmachines. Het was een grote houten kuip op poten waarin een blad draaide, dat door een elektromotor in beweging werd gebracht.

Duiven
De duiven boven het schop, gehouden als liefhebberij, werden ook gegeten; gebraden of in soep verwerkt. De loods, een open opslag van golfplaten grensde aan de tuin. De afmetingen van de tuin weet ik niet exact meer, maar die was groot volgens mijn herinnering. Een fiks deel van ’den hof’ was een soort boomgaard waar kippen liepen. Er stonden 2 appelbomen, 1 perzikboom en een boom met heel zure morellen. Tussen de appelbomen stond een kleine bolronde ’knoezelboom’ (kruisbes.) De zoete bessen, met ruwe schil en de talrijke scherpe doornen aan het boompje, zal ik nooit vergeten.




Ut vèrke
In een degelijk stenen onderkomen huisde de kippen, die gegeten werden en voor verse eieren zorgden. Konijnen werden gehouden, boerenkool en spruiten groeiden naast het oude varkenskot.  Als ik heel ver terug ga in mijn gedachte kan ik me nog iets van ’ut vèrke’ herinneren. Maar vooral van de verhalen weet ik dat er jaarlijks een varken vetgemest werd in de vijftiger jaren. In november werd het beest naar het nabij gelegen abattoir afgevoerd voor de slacht.

Sensatie
Eens ging het fout! Op een maandagochtend dreef mijn vader met behulp van ’Ome Jaon’ het varken door de tuin en via de overdekte poort naar de gereedstaande vrachtwagen. Het beest voelde nattigheid, was ze te slim af en schoot langs de laadklep de straat op. ”Daor gaot ut vèrke” riep pa verbaast! Het was even voor half negen, veel kinderen uit de buurt waren op weg naar school. Dat gaf sensatie; een joelende en krijsende massa schoolkinderen ging achter het beest aan! Het begin van weer een saaie schoolweek, werd even uitgesteld! Hoe het precies is afgelopen weet ik niet meer maar het was nog lang onrustig in de buurt, met name op de lagere school.

Een kort beeld uit een tijd met mooie herinneringen en vergeten ongemakken die in sterk contrast staat met ons huidige leven!



Fijne en tevreden feestdagen voor iedereen en een gezond 2013 !!


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl

Kijk ook eens op mijn weblog over vogels en andere natuurbelevenissen in het Quirijnstokpark in Tilburg Noord: vogelsenzo-quirijnstokpark    
                             http://vogelsenzo-quirijnstokpark.blogspot.com/ .