donderdag 29 november 2018

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Soepeend






















Een vrouwelijke soepeend met jongen.


 


Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 



 Soepeend - Anas platyrhynchos forma domestica



Verschillende tamme vormen
De soepeend is ontwikkeld uit in de natuur terecht gekomen gedomesticeerde wilde eenden. De wilde eend is in het verleden lang gebruikt als huisdier. Gedomesticeerde wilde eenden zijn eeuwenlang een voedselbron, zowel het vlees als ook de eieren. Ze werden gekweekt, gegeten en verhandeld op boerderijen in vooral waterrijke gebieden. Gefokte witte vormen leverden dons en veren (boereneend). Mengvormen van deze eenden lokten wilde eendensoorten in de vele honderden eendenkooien die ons land eeuwenlang rijk was. Daarnaast zijn talrijke tamme rassen gekweekt waarvan soms de herkomst nog maar nauwelijks te zien is.



Van tam naar verwilderd
Zijn afstamming van de wilde eend maakt het mogelijk dat de soepeend zich voortplant met wilde soortgenoten. Ook vermenging met andere soorten eenden komt voor. Naast de soms afwijkende vorm is de soepeend te onderscheiden van de wilde eend door het afwijkende verenkleed. Vaak heeft hij witte veren op het lijf. Ook andere kleurafwijkingen en minder opvallende verschillen met de wilde eend komen voor. De regel is dat alle opvallende verschillen met een wilde eend hem tot een soepeend maken. Als van tenminste één eend van een paar het verenkleed afwijkt, is het een paar soepeenden. Pullen van wilde eenden zijn allemaal exact gelijk getekend. Van een nest jonge soepeenden is een deel licht en een deel donker. Soepeenden zijn standvogels en verplaatsen zich alleen bij strenge vorst, en dan over beperkte afstanden. Vanaf 1998-2000 is het broedgedrag van soepeenden voor het eerst geregistreerd. Een schatting uit die tijd komt op 60.000 broedparen uit. De laatste 10 jaar neemt het aantal broedparen licht af met 5% per jaar (bron: Sovon.nl).

 

 














Figuur 1.
 
Weinig broedsels
Soepeenden en wilde eenden vertonen overeenkomstig gedrag en trekken samen op. Ze verblijven in elkaars gezelschap, vormen paren en krijgen nakomelingen. Het gedrag is gelijk, alleen het uiterlijk van soepeenden wijkt af van wilde eenden. In totaal zijn 1.009 soepeenden geteld over de gehele telperiode in het Noorderbos. Zie het overzicht in de grafiek, figuur 1. Dat is gelijk aan ruim 5 % van het totaal aantal aangetroffen wilde eenden. Per jaar, per keer zelfs, verschilt het percentage nogal. Zoals bij wilde eenden wisselt ook het aantal soepeenden sterk per telling. Het aantal broedende soepeenden is laag zoals ook bij de wilde eenden is vastgesteld. Slechts in 2008 en 2015 is er sprake van één broedgeval van de soepeend.

   

Reacties naar
adkolen@kpnmail.nl