vrijdag 2 november 2018

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Grauwe gans








Grauwe ganzen vliegen ook regelmatig over het Noorderbos .




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 
 

 
Ad Kolen
 

Grauwe gans - Anser anser
 


De grootste
De grauwe gans is de grootste van de ’grauwe ganzen’. Deze familie (anser) bestaat verder uit kolgans, dwerggans en de verschillende rietganzen. De grauwe gans is met ten hoogste 90 cm net iets kleiner dan de grote Canadese gans (Branta Canadensis). Het verenkleed van de grauwe gans is grijsbruin met ook nogal wat wit in de onderste delen. De dikke nek vertoont donkere verticale lijnen en groeven in de veren. De forse snavel is oranje en de poten zijn oranje roze. Het gakkende geluid is gelijk aan dat van de tamme gans, waar de grauwe gans de voorvader van is. Naast het formaat en het geluid zijn de lichte voorvleugels een goed determineerkenmerk in de vlucht. Oude grauwe ganzen hebben enkele donkere dwarsstrepen op de borst, zoals kolganzen.



  
Landelijk stormachtige uitbreiding
De grauwe gans is van oudsher een broedvogel van de ’lage landen’. Door het droogleggen van veel geschikte broedgebieden en de jacht is de soort in de eerste helft van de vorige eeuw als broedvogel zo goed als verdwenen uit Nederland. Door uitzetten en aanvulling van wilde vogels broeden grauwe ganzen na 1950 opnieuw in ons land. Volgens de Avifauna van Nederland (1962) is de grauwe gans in die tijd een zeer zeldzame broedvogel. In het noordwesten van Noord-Brabant is het dan een doortrekker en wintergast in grote aantallen. Een tijd van stormachtige uitbreiding volgt. Grote delen van Nederland worden bevolkt met uitzondering van droge en bosrijke streken. Het aantal broedparen neemt toe van hooguit 150 in 1977 tot bijna 9000 in het jaar 2000 en een veelvoud daarvan erna. Na 1975 stijgt ook het aantal grauwe ganzen in de rest van het jaar vanwege de in Noordwest-Europa toenemende broedpopulaties. Met verdere aanvulling uit Noord- en Oost-Europa verblijven er in de winter de laatste jaren meer dan een half miljoen grauwe ganzen in Nederland (bron: Sovon.nl).

 


Figuur 1.

Één territorium
Gedurende de 15 getelde jaren zijn in totaal slechts 84 grauwe ganzen waargenomen in het Noorderbos. In het gebied zijn een zestal percelen met grasland. Daarvan is de afmeting, een ha of iets groter, te klein voor ganzen om zich veilig te voelen om te foerageren. Alle grauwe ganzen worden dan ook op de Noorderplas gezien. Het eerste teljaar is een paar grauwe ganzen gezien tijdens de 2e telling in februari. Verder ontbreekt de soort tot en met 2007. Vanaf 2008, gelijk aan verdere toename van grauwe ganzen in ons land, worden ze jaarlijks aangetroffen. Steeds in lage aantallen. Het hoogste aantal gezamenlijk waargenomen grauwe ganzen is 20 op de laatste telling van 2009. Lichte concentraties zijn te zien in het voorjaar en in de winterperiode aan het einde van het jaar. In het vroege voorjaar van 2014 is meermalen een paar grauwe ganzen aangetroffen. Deze waarnemingen zijn voldoende voor het vaststellen van een territorium volgens de Sovon BMP-normen. 






 
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl