vrijdag 16 december 2011

’Het Kerststallenbos’


Dit (kerst)verhaal is eerder gepubliceerd in december 2009.


Ad Kolen

Komende uit een arbeidersgezin met 7 kinderen, herinner ik me ’kerst’ uit mijn jeugd vooral als een sfeervol gebeuren. Iets met gezelligheid, zorg maar ook samenhorigheid als gezin. Geboren precies in het midden van de vorige eeuw(1950) was het geen ’vetpot’ zoals men placht te zeggen. We hadden het goed met zijn negenen, maar luxe, het woord kende we niet eens. Creatief als mijn vader was, samen met de zorgzaamheid van mijn moeder, was ’kerst’ een hoogtepunt tot in mijn verste herinneringen.

’De kerststal’
Een rode draad daarin was ’de kerststal’. Het bouwsel, een eigen creatie van mijn vader, was van een flink formaat. Wel een halve meter hoog. Berkenstammetjes met meerdere dwarsverbindingen droegen een echt strooien dak. Het was roggestro, wat toen nog verbouwd werd. Misschien kwam het wel van Ome Sjaak, zijn broer die boerde, waar hij vaak ging helpen. De beelden, ook groot, waren tevens speciaal. De os en de ezel achterin en de kameel stond met de vele schaapjes en herders om de stal. De zwarte koning, Balthazar zie ik nog zo staan, met een gouden kist hoog voor zich uit dragende. Een kleurig geheel gegoten in gips. In onbewaakte momenten, als moeder het niet zag, speelden we er graag mee. We lieten ze in gedachte door de kamer draven door ze steeds op te pakken. Dat ging nog al eens fout, waarbij soms een kop rolde. Met schoenlijm werd die er weer op geplakt. De fracturen bleven zichtbaar, de kameel had er wel 3 op het laatst!

Het zilveren vogeltje
De kerstboom was ook een verhaal op zich. Niet weken van te voren maar de dag voor kerstavond werd er pas over gesproken. Uit een familiebos nabij het Wandelbos kwam een flinke fijnspar en werd op kerstavond opgetuigd. Ik kan me een jaar herinneren dat de boom de dag erop al weer weg was. Met een zwaai vloog de brandende spar ’de plaots’ op. Vanaf toen geen echte kaarsjes meer! De Fijnspar, was, is en blijft: ’De kerstboom’, met zijn voor- en zijn nadelen. In mijn herinnering verspreidde de prachtig aangeklede boom een heerlijke frisse geur van hars. Iedere keer als je binnen kwam rook je dat. Een nadeel was dat hij tegen de tijd dat hij werd opgeruimd, bijna kaal was. Vaak was, van de weer uitgeklede boom, niet veel meer over dan een stam met kale takken. De meeste naalden waren er afgevallen. Ook het zilverkleurige vogeltje met een staart van dikke nylondraad en de zilveren klokjes met glitter op de rode vlakken staan diep in mijn herinnering gegrift. ’De kerstboom’ werd en wordt nog volop gekweekt en komt nu echt niet meer uit de bossen. De Gewone fijnspar (Picea abies) vindt zijn oorsprong niet in ons land. De soort is inheems in berggebieden vanaf Scandinavië tot noordwest Rusland en Centraal Europa.

De nachtmis
De nachtmis hoorde er ook zeker bij. Mijn ouders waren niet fanatiek katholiek (mijn moeder wat meer dan mijn vader) maar ze ’geloofden mee’ zoals ik dat zag, later vooral! Dus wij ook, iedereen deed dat in onze omgeving, zo ging dat toen nog. Echt in het midden van de nacht anderhalf uur blauwbekken in een ijskoude kerk vergeet je niet. Maar met de chocolademelk, warme worstenbroodjes, en in betere tijden gebraden konijn, in het verschiet bleef je in gedachten warm. Je beleefde het gewoon! Vele jaren later, bij het uitruimen van het ouderlijke huis, komen we ’De kerststal’ tegen. Een gammel ding, bijna al het stro is van het dak en de berkenstammetjes waren gespleten, door de veel te grote spijkers die pa gebruikt had. Toch was hij nog mooi! ”Die mag niet weg” werd er geroepen! Ik heb die herinneringen dus niet alleen.

Kerstgevoel in mei
Tijdens een van mijn vele vogelreizen had ik enkele jaren terug een bijzondere ervaring. Het was in de Prypjatmoerassen in het zuiden van Wit-Rusland. Een tocht door een 15 km. breed hoogveengebied bracht ons door stukken met massale opslag van berken. Duizenden hagelwitte berkenstammetje stonden naast elkaar in het water. Door de wisselende, soms hoge waterstanden waren ze afgestorven. ”Net een potlodenbos”. Riep iemand, ”Nee” was mijn reactie; ”Het is een kerststallenbos”. Toen, midden in het voorjaar, begreep niemand mijn plotselinge link naar kerstmis. Mooie witte, gave, rechte stammetjes, grandioos materiaal voor vele duizenden schitterende kerststallen! Onverwacht was de kerststal thuis en het bijbehorende gevoel, bij me opgekomen. Dit ’Kerststallenbos’ had ik mijn vader willen laten zien!

Sfeer vasthouden
Kerst is voor mij nog steeds een intiem familiegebeuren. Met vrouw, uitgevlogen zoon en mijn ijzersterke schoonmoeder (die wel honderd jaar wordt!) zetten we de traditie voort van thuis, gezelligheid en wat eten. We proberen op een eenvoudige manier, in contrast met de weelderige overdaad van vandaag; ’kerst’, de sfeer uit het verleden, vast te houden!