zaterdag 10 december 2011

Bloeiende Gaspeldoorn




Ad Kolen

Enkele bloeiende bloemen aan een Gaspeldoorn (Ulex europaeus )in de winter zijn niet uitzonderlijk. Een paar van die prachtige warm gele vlinderbloemige zie je ieder jaar wel rond kerstmis. Ook met sneeuw en ijzel erop is geen zeldzaamheid. Drie weken geleden bloeide er een struik nagenoeg geheel langs de Burgermeester Bechtweg in het Noorderbos. Een week later meldde Richard Smulders een volop bloeiend exemplaar vanuit de Dongevallei in de Reeshof aan de andere zijde van Tilburg. Vandaag trof ik naast de vele struiken met enkele bloemen, meerdere hele struiken vol met bloemen op verschillende plaatsen in het Noorderbos aan. De volledige bloei valt gewoonlijk van april tot in juni.


Uitzonderlijke waarnemingen kun je wel zeggen. Maar die waren er meer de 2e helft van dit jaar. Zo zag ik 2e bloei bij het krentenboompje, bij de Amerikaanse vogelkers en ook het fluitenkruid toonde voor de 2e maal massaal hun witte bloemschermen.

We kennen van de zomereik het Sint Jansschot in  juni. In september stonden echter aan vele wat jongere zomereiken in het Noorderbos jonge twijgen met frisgroen blad. Het was dit jaar dan ook uitzonderlijk gesteld met het weer. Na een koele natte zomer bleef het langdurig behoorlijk warm waarop blijkbaar veel planten nog reageerden.

De gaspeldoorn is een vrij zeldzame doornstruik van droge zandgronden, heide en de binnenduinen langs de hele Atlantische kust van Europa. Plaatselijk kunnen ze echter algemeen voorkomen. Mogelijk zijn ze in het zuiden van ons land hier en daar oorspronkelijk wild. In het Noorderbos is de soort talrijk. Na de aanleg van dit recreatiebos en de Tilburgse randweg daar doorheen is de gaspeldoorn massaal te voorschijn gekomen. De soort komt er echter al lang voor volgens Peter van Ruth. In de ’Atlas van de Noord-Brantse Flora’’(J.M.A Cools-1989) staat; Zeer zeldzaam, gewoonlijk lokaal en slechts op een enkele plaats met veel exemplaren(nabij Tilburg.) Kwam voor 1950 meer voor maar is sterk achteruitgegaan, op bermen van wegen, paden, spoorwegen en aan randen van loof- en naaldbossen(voornamelijk grove dennen- en eikenberkenbossen.) Kwam vroeger ook voor in struikheidevelden, ondermeer nabij Prinsenbeek. In de Reeshof, langs de Moerse dreef bijvoorbeeld, werden massaal Gaspeldoornstruiken aangeplant. In de Dongevallei zouden het dus weleens verwilderde planten van deze aanplanten kunnen zijn!



De Gaspeldoorn is een struik met veel vertakte doorns met een hoogt van 60 tot 200 cm. De zijtakken zijn afstaand behaard en staan schuin afstaand omhoog. De bloemen staan in de oksel van de bladdoorns. De bladeren zijn priemvormig, stijf met een stekelpunt.