In 2 gebieden waar ik jaartellingen en broedvogelinventarisaties uitvoer; het Noorderbos bij Tilburg Noord en de Dongevallei in de Reeshof, komen Oeverzwaluwen voor. Helaas liepen de broedperikelen op beide plaatsen in 2011 niet zo goed af. Hier onder meer daarover en hoe ze het in de voorgaande teljaren verging.
In zowel het Noorderbos als in de Dongevallei worden per maand 2 vogeltellingen uitgevoerd waarbij alle vogels en hun gedrag worden vastgelegd. Vanaf half maart tot de helft van juli worden ze uitgevoerd als broedvogelinventarisatie volgens het Broedvogel Monitoring Project van SOVON.
De wetenschappelijke naam van de Oeverzwaluw is Riparia riparia, met de betekenis oevervogel. De aanwezigheid van water is een belangrijke factor want vooral daarboven gaan ze op zoek naar insecten. De belangrijkste kenmerken van de Oeverzwaluw zijn het kleine formaat, de muisbruine bovendelen en de witte onderzijde met bruine borstband. De staart is enigszins gevorkt. Ze vliegen vooral boven water.
In 2009 werd de landelijke populatie Oeverzwaluwen geschat op 21.000 – 25.200 broedparen. De landelijke stand is in de jaren negentig verdrievoudigd naar een hoogtepunt rond de eeuwwisseling. Die toen binnen enkele jaren weer fors terug viel. Sinds 2004 schommelt die rond een niveau dat tweemaal zo hoog ligt als aan het begin van de jaren negentig. In 2009 nam het landelijk aantal weer met 14% af ten opzichte van 2008 met de bekende regionale differentiaties. Vogels die op bouwlocaties nestelden, deden het veel slechter(-18%) dan die in meer natuurlijke situaties. Dit ten gevolge van de creditcrisis waardoor er minder gebouwd wordt en dus minder zand nodig is. Los daarvan is het duidelijk dat de neerslag in de Sahel een duidelijke invloed uitoefent op het populatieverloop in heel Europa.
De Oeverzwaluwwand in het Noorderbos kort na de aanleg, mei 2003.
In het Noorderbos:
Een van de laatste handelingen tijdens de aanleg van het Noorderbos in het voorjaar van 2003 was het vervaardigen van een kleine kunstmatige Oeverzwaluwwand op een eilandje aan de zuidzijde van de Noorderplas. De goed vertikaal afgegraven hoop bestond uit verschillende soorten zand waaronder leem.
Een van de laatste handelingen tijdens de aanleg van het Noorderbos in het voorjaar van 2003 was het vervaardigen van een kleine kunstmatige Oeverzwaluwwand op een eilandje aan de zuidzijde van de Noorderplas. De goed vertikaal afgegraven hoop bestond uit verschillende soorten zand waaronder leem.
De goed bezette Oeverzwaluwwand in de Noorderplas in mei 2005.
Het resultaat was in de beginjaren overweldigend. Het 1e jaar werden 32 bewoonde nestgangen vastgesteld, het 2e jaar 42. In 2003 werden in totaal 98 Oeverzwaluwen gezien tijdens 4 tellingen, in 2004 waren dat er 122 tijdens 7 tellingen. Ondanks het opnieuw vertikaal maken van de wand blijven broedpogingen uit in 2005. Wel worden later, binnen de datagrenzen 5 bewoonde nestgangen vastgesteld aan de zuidzijde van de plas. Hier werd zand gestort ter versteviging van een instortende oever. Helaas verdween later, door de verdere uitvoering van de werkzaamheden, deze kleine kolonie onder het zand. In 2006 werd de wand opnieuw handmatige gerenoveerd maar slechts 1 paar maakte er gebruik van. Daarna was het enkele jaren op rij te hoog water in het voorjaar om de wand te herstellen. Verdere verruiging en begroeiing met wilgen maakte het eiland verder ongeschikt voor Oeverzwaluwen om te broeden.
In 2011:
De 10 eerder als bewoond vastgestelde nestgangen zijn genoteerd als 10 territoria.
Sorry, Oeverzwaluwen!
Soms worden kolonies niet of erg laat bezet. Deze populatieschommelingen worden voornamelijk veroorzaakt door overwinteringomstandigheden in Afrika. Natte of droge winters in bijvoorbeeld de Sahel in West-Afrika bepalen de aantallen Oeverzwaluwen die overleven, en dus wel of niet terugkeren naar de broedgebieden in Nederland en elders.
In de Dongevallei:
Ook in de Dongevallei is vanaf het begin van de tellingen in 2004 een kunstmatige Oeverzwaluwwand aanwezig. De wand, gelegen aan de rand van een flinke plas nabij de Reuverlaan, is meerdere tientallen meters lang.
Tot en met 2009 werd elk broedseizoen de wand door Oeverzwaluwen bezet. De nesten werden zowel aan de zuidkant, langs het water als aan de andere zijde, de noordkant gegraven. Tijdens meerdere jaren werd vastgesteld dat verschillende gangen niet werden afgemaakt. Ze waren vaak niet dieper dan 1 tot enkele decimeters. Mogelijk wijst dat op de ongeschiktheid van het materiaal, het zand is erg los waardoor snel instortingen plaats vinden aan de buitenkant maar ook in de nesten. Ook vervuiling in de vorm van stukken plastic en stenen vormen een belemmering bij het graven van de nesten.
Het beeld van de presentie van Oeverzwaluwen in de Dongevallei is in verhouding met de afmetingen van de wand erg laag en bovendien onregelmatig. Er zit geen echte lijn in. Na een stijging van de territoria van 3 in 2006 naar 13 in 2007 vallen die aantallen daarna weer terug. Dat is echter geen onbekend beeld en komt meer voor bij kunstmatige broedvoorzieningen voor Oeverzwaluwen. Ook in natuurlijke wanden komen schommelingen voor. De 1e waarneming in 2008 leek weer veelbelovend, 14 stuks werden gezien. Verder in het jaar waren de aantallen echter beperkt en konden maar 6 territoria worden vastgesteld. In 2009 lag dat aantal nog lager, 4 territoria werden bepaald. In 2010 liep het bestand terug tot de waarneming van 1 niet broedende Oeverzwaluw. De wand was zo ver afgetakeld dat de Oeverzwaluwen het niet meer als een geschikte broedlocatie zagen.
In 2011:
De herstelde Oeverzwaluwwand in de Dongevallei aan het einde van 2010.
In de voorbije winter werd de bestaande Oeverzwaluw in de Dongevallei aan zuidkant van de Reuverlaan opgeknapt. Aan de zijde van de plas werd machinaal een brede laag extra zand aangebracht. Vrij kort na deze restauratie werd echter al vastgesteld dat opnieuw ’laagwaardig’ zand werd aangewend. Al snel veroorzaakt het te ’losse’ zand weer instortingen.
Op de telling van 3 mei 2011 zagen we 16 bewoonde nesten, maar dat was voor de datumgrens. Op 2 juni 2011 werden 10 bewoonde nestgangen van Oeverzwaluwen in de wand vastgesteld. Zes minder dan 4 weken ervoor, ingestort? Op de telling van 18 juni 2011 bevinden zich grote gaten in de wand op de plaats van de nestgangen en zijn op één na alle Oeverzwaluwen verdwenen uit het gebied.
Het losse zand was verder verzakt en de wand was niet meer verticaal. Waarschijnlijk hebben konijnen zo de kans gezien hun woondeel in deze zandberg uit te breiden. Het aantal konijnen is talrijk in deze omgeving. Het is echter niet uitgesloten dat Zwarte kraaien de oorzaak van deze catastrofe waren en zij de nesten plunderden. Er bevond zich op het moment van deze telling een flinke groep van deze vogels in de omgeving en 2 exemplaren liepen op de wand. Ook de vos zou er de oorzaak van kunnen zijn. Ander vogelsoorten worden eveneens door deze rover belaagd. De hevige regenval deze en de vorige nacht wiste alle mogelijke sporen. Gezien het vroege tijdstip dat bewoonde nestgangen werd vastgesteld is het niet uitgesloten dat toch een aantal van de nesten konden uitvliegen. Jammer, erg jammer!
De 10 eerder als bewoond vastgestelde nestgangen zijn genoteerd als 10 territoria.
Nog meer tegenslag !
Boven de Noorderplas worden op 1 juni 2011 onverwacht 2 Oeverzwaluwen gezien. De 4 voorgaande teljaren werd de soort er niet gezien. Dus, die komen even kijken en dan zie je ze niet meer was de gedachte. De bij de opening van het Noorderbos aangelegde Oeverzwaluwwand is nu geheel overwoekerd en niet meer geschikt. Verder wordt sinds 2008 zand in de plas terug gestort wat met veel dynamiek te paard gaat en verstoringen te weeg brengt. Als er echter enkele weken rust heerst rond de plas vanwege afsluiting van de Stokhasseltlaan voor werkzaamheden grijpen de Oeverzwaluwen hun kans!
Op 3 juni verblijven tenminste 11 Oeverzwaluwen boven de plas. Er wordt volop genesteld. Aan de zuidkant van de wal (aan de westzijde van de plas) waarvan het zand in de plas wordt teruggestort zijn een tiental nestgangen gegraven waar vogels in en uit vliegen. Ook aan de binnenkant, op de wal zijn tenminste 5 nest gangen in aanbouw. Ook op de kop van de nieuwe wal in de noordkant zijn tenminste 5 nestgangen in aanbouw.
Dezelfde dag stuur ik nog een e-mail naar de betrokken aannemer 'de Firma Heijmans BV', met het verzoek om dat stuk te ontzien en de werkzaamheden daar stil te leggen.
Op 19 juni, de volgende telling zijn er nog steeds, de Oeverzwaluwen, het is moeilijk tellen maar het zijn er tenminste 20. De nestgangen aan de noordkant, de nieuwe stortwal, zijn met zand overstort. Deze gangen waren de vorige keer zo te zien nog in aanleg.
De nestgangen in de berg zand op wal aan de westkant van de plas zijn verlaten. Geen zwaluwen en geen sporen van betreding gezien. Aan de zuidkant van deze wal, juist boven het water is een stukje steile wand met bewoonde nesten. Pogingen om de nesten te tellen staak ik snel daar het zand verzakt. Ook aan de andere kant zak ik weg in het zand. het is erg los en vochtig.
Aan de overzijde van de plas(aan de achterzijde van de woning aan de Kalverstraat) is echter goed zicht op dit stuk wand. Geruime tijd kijkende constateer ik dat alle 14 nestengangen bezocht worden. Links, in een iets naar voorstaande rand, worden een viertal nesten erg druk bezocht. Mogelijk bevinden zich hier al jongen die gevoederd worden. Verder is de berg zand met rood-wit plastic op paaltjes afgezet (door de aannemer.) Het stuk met de bewoonde nesten echter niet. Naast een blauwe plastic zak heb ik er 2 stokken met wat van het lint erbij gezet. Het lijkt allemaal goed te gaan maar het blijft een kwetsbare zaak. Het beste is om nog eens contact op te nemen met de aannemer. (Wat er helaas niet van komt!)
19 Juni 2011, 14 bewoonde nestgangen worden druk bezocht!
Op 28 juni rij ik voor dat ik ga werken nog even langs de plas. De wand is nog intact. Er wordt volop door de Oeverzwaluwen in en uit de nestgangen gevlogen, mooi. De vrijdag er op, 1 juli is de volgende telling en wordt duidelijk dat het broedverhaal voor de Oeverzwaluwen in het Noorderbos is afgelopen. Nog 8 Oeverzwaluwen vliegen boven de plas en benaderen af en toe de restanten van de nestplaats. De uitloop van de stortwal boven de nesten is geëgaliseerd en de nestgangen zijn onder het zand verdwenen. Einde verhaal helaas. Oeverzwaluwen hebben een vrij korte broedcyclus daarom is het mogelijk dat van enkele nesten de jongen al waren uitgevlogen maar de meeste hebben de deze ramp waarschijnlijk niet overleefd, jammer!