woensdag 21 april 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019: De inleiding




   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl .



Ad Kolen



De Inleiding


Tilburg, 11 april 2021


Na het verwerken van de gegevens van de vogeltellingen in het Noorderbos en vervolgens het uitgeven van het verslag ’Het Noorderbos en de Vogels 2003-2017’ volgt het uitwerken en publiceren van de gegevens van de tellingenreeks in de Dongevallei van 2004 tot 2019 als de volgende stap. Later volgt een derde verslag van een – nog lopende - reeks vogeltellingen in het Quirijnstokpark. Hoewel er nogal wat verschillen bestaan tussen de drie gebieden, zijn de gegevens op exact gelijke wijze verzameld. Het idee daarachter is om in een later stadium van een aantal vogelsoorten het verloop van hun aanwezigheid in de Tilburgse omgeving te kunnen analyseren en te beschrijven.


Dit verslag is geschreven om de resultaten van 16 jaar vogels tellen in de Dongevallei vast te leggen. De verzamelde broedvogelgegevens worden gedeeld met Sovon voor het vaststellen van de aantalsontwikkelingen van alle Nederlandse broedvogelsoorten. Dit Broedvogel Monitoring Project (BMP) is een omvangrijk project waarin bijvoorbeeld in 2018 broedvogelgegevens werden verzameld in 2.189 gebieden in Nederland. Het is verder mijn opzet de verzamelde gegevens en conclusies met anderen te delen. Dat betreft zowel de gegevens van de broedseizoenen als de in de overige seizoenen van de verschillende jaren verzamelde informatie.



De tellingen zijn 16 jaar lang, het gehele jaar door, tweemaal per maand uitgevoerd via een vaste route. Op enkele uitzonderingen na werd er in de vroege ochtenduren geteld. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van Sovon. De meeste BMP-tellingen zijn handmatig uitgevoerd. Dat wil zeggen: ter plaatse de aanwezigheid en het gedrag van potentiële broedvogels intekenen op veldkaarten; thuis deze gegevens overzetten op soortkaarten en aan het einde van het broedseizoen de territoria berekenen. Dit alles aan de hand van strikte Sovon-voorschriften. Vanaf het broedseizoen 2019 zijn het tellen en het verwerken van de gegevens een stuk eenvoudiger geworden door het gebruik van de app ‘Avimap’ van Sovon. Het bureauwerk wordt daardoor flink ingekort.




De Dongevallei in zuidelijke richting vanaf de Reuverlaan – 31 mei 2003.


De tellingen in de Dongevallei zijn voornamelijk door mij uitgevoerd, evenals het verwerken en uitwerken van de gegevens en het maken van deze rapportage. Meerdere leden van de Vogelwerkgroep KNNV Tilburg hebben meegeteld of meegelopen. Door Jos Böke en mij zijn van 2004 tot en met 2007 een aanzienlijk deel van de broedvogeltellingen gezamenlijk uitgevoerd. Een klein deel van de broedvogeltellingen zijn door Jos zelfstandig gelopen, evenals een flink deel van de jaartellingen in die periode. Van 2008 tot midden 2012 zijn door Richard Smulders en mij de broedvogeltellingen merendeels gezamenlijk uitgevoerd. De overige tellingen van de jaren in die periode zijn om en om zelfstandig door Richard en mij uitgevoerd. Daarnaast hebben Stan Godschalk en Hetty Bosman vele tellingen tijdens meerdere jaren meegelopen. Tot op de dag van vandaag lopen enkele andere leden van de Vogelwerkgroep KNNV Tilburg af en toe een telling mee.



Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. Daarom is ook het voorkomen van de betreffende vogelsoorten op landelijk en soms ook op Europees niveau beschreven. Van sommige vogelsoorten zijn foto’s toegevoegd. Van alle vogelsoorten is het uiterlijk, het gedrag en de zang beschreven, vaak uitvoerig, soms kort en bondig.



Het geheel heeft me veel kennis en genoegen gebracht en ik wil dat graag door middel van dit verslag met anderen delen.


Veel leesplezier.


Ad Kolen     adkolen@kpnmail.nl

Alle foto’s en grafieken zijn van de auteur.
Met dank aan Hetty Bosman voor het doornemen van de teksten.




Het noordelijke teldeel - 5 september 2008 (watermunt).


                                    Reacties naar adkolen@kpnmail.nl