dinsdag 20 april 2021

Hopbeuk & Anna Paulownaboom




Bomen en struiken in Tilburg-Noord


Ad Kolen



Elk nootje van de Europese hopbeuk is omsloten door een blaasachtige, dunne papierachtige dop. 
Deze doppen, schutbladeren eigenlijk, vormen samen kluwens die veel gelijkenis hebben met hopbellen, vandaar de naam.



Een reeks artikelen over de verschillende soorten bomen en 
struiken die groeien in Tilburg-Noord.


Er staan erg veel niet ’alledaagse’ boomsoorten in Tilburg-Noord. Met behulp van gemeentelijke digitale boomkaarten ben ik tot verrassende ontdekkingen gekomen. Zo zag ik in een hofje op de hoek van de Beerthovenlaan en de Strausslaan dertien bomen op een gazon staan met een iets gevlekte schors, een beetje zoals een plataan. Hoewel er nog wel blad aan de bomen stond waren veel kenmerken door de extreme droogte niet meer duidelijk. Uiteindelijk kwam ik er toch uit en determineerde een hier onverwachte boomsoort, de hopbeuk.


                                                    Jonge hopbeuk in een hofje in de Sibeliusstraat.


De hopbeuk heeft weinig weg van de gewone beuk. De schors is veel ruwer en breekt op in platen die wat van kleur verschillen. Vandaar de eerder gemaakte gelijkenis met de plataan. Verdere lijkt de Europese hopbeuk meer op de haagbeuk en wordt er soms mee verward. De verschillen komen dan vooral tot uitingen in zaden. Elk nootje van de Europese hopbeuk is omsloten door een blaasachtige, dunne papierachtige dop. Deze doppen, schutbladeren eigenlijk, vormen samen kluwens die veel gelijkenis hebben met hopbellen, vandaar de naam. Aanvankelijk zijn ze witachtig, later in de zomer verkleuren ze wat meer tegen bruin aan. Nog een gelijkenis met andere boomsoorten hebben de mannelijke katjes. Ze lopen al vroeg uit en hangen in de winter al aan de takken maar gaan pas later open zoals berken, elzen en hazelaars dat doen. Inmiddels zijn de hopbeuken niet meer kaal en het is zeker de moeite waard ze eens te gaan bekijken in het voorjaar en ook in de zomer. In een van de hofjes van de Sibeliusstraat staat ook één hopbeuk die aan het einde van het jaar prachtige ’hopbellen’ vormt.



Anna Paulownabomen in de Quirinustuinen.


Wat ook zeker de moeite waard is en me verraste zijn de Quirinustuinen. In eerste instantie is er weinig bijzonders aan. Een pril park met nog erg jonge bomen waar de vele, soms brede betonnen paden sterk overheersen. Alleen enkele oudere haagbeuken, uit het verleden, geven wat volume aan het groen. Bij nader onderzoek blijkt dit nog onooglijk stukje noord meer potentie heeft. Het zal echter nog tientallen jaren duren eer dat echt tot uiting komt. Ten eerste zijn er meerdere tientallen zomereiken aangeplant. Aan de randen van de brede ’sloten’, aangelegd om regen water op te vangen, zijn toepasselijk moerascipressen geplaatst. Deze loofverliezende coniferen kunnen wel 35 meter hoog worden. Ze zijn bestand tegen natte standplaatsen, vormen daarom kniewortels, ook wel luchtwortels genaamd. Moerascipressen doen het ook goed op onze droge zandgronden. Pas laat in het voorjaar worden zijn met jonge frisgroene naalden getooid. Aan het einde van de herfst worden ze eerst donker roodbruin en vallen dan geheel af.




Bladeren en onrijpe zaden van de Anna Paulownaboom.


Een recentelijke ontdekking is dat er in de Quirinustuinen, in het noordelijke deel, vanaf de van Anrooylaan nabij de Vlashoflaan Anna Paulownabomen staan. Ongeveer twintig, nog jonge exemplaren die door de grote brede bladeren te herkennen zijn. De bladeren worden wel 35 cm groot, zijn geheel wollig behaard met aan het einde een ’topspitsje’. De Anna Paulownaboom is inheems in China. Hij is aangeplant in Japan en langs wegen in Zuid-Europa en in tuinen en parken in heel Europa. Bij ons hebben beschutte plaatsen de voorkeur, hij gedijt niet in koudere gebieden. In het voorjaar bewonderde ik de monumentale Anna Paulownaboom uit 1921 in het Waldeckpark in Maastricht. Ooit zullen we in Tilburg-Noord ook van de massale prachtige bloemen en de bijzondere noten kunnen genieten.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl