vrijdag 18 januari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Fazant



Vrouwelijke fazant in een meer bescheiden verenkleed.
 
 
 
Ad Kolen
 
 
 

Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 




Fazant - Phasianus colchicus

 
Oorspronkelijk uit Azië
De uit Azië afkomstige fazant werd al zo’n 2000 jaar geleden door de Romeinen naar West-Europa gebracht. Zijn oorspronkelijke woongebieden waren de oevers van de Phacis. Deze rivier stroomde door de Kaukasus en de landstreek Colchis naar de Zwarte Zee. Zo is men aan de wetenschappelijke naam Phasianus cholchicus gekomen. Als gevolg van oorlogen en herverdelingen van de gebieden tijdens de laatste twee eeuwen zijn de vroegere namen veranderd. Zo is de streek Colchis het huidige Georgië en de naam van de rivier Phacis is veranderd in de Rioni. Vermoedelijk tussen de jaren 500 en 800 is de fazant in Nederland ingevoerd. Hij werd toen voornamelijk als siervogel gehouden. Pas vanaf de 18e eeuw is men begonnen met het invoeren van de Oost-Chinese Phasianus cholchicus torquates voor de jacht. Deze is vaak nog herkenbaar aan de witte halsband. De huidige fazantenpopulatie in Nederland bestaat uit een mengelmoes van ondersoorten uit de oorspronkelijke verspreidingsgebieden. Hoewel de fazant van nature vaak een schuwe en waakzame vogel is, komt men ook wel tamme vogels tegen. Sinds 1993 is het verboden gekweekte fazanten uit te zetten, maar het gebeurt nog wel in Zeeland en West-Brabant. In Zeeland werden vorig jaar plaatselijk nog ’onnatuurlijk’ hoge dichtheden aangetroffen. In West-Brabant lijkt het af te nemen.


Lichte ondervleugels
De mannelijke fazant is een kleurrijke vogel met een lange staart. De kop is donkergroen met een flinke plek rode washuid om het oog. Vaak is een witte halsring zichtbaar. Een soms voorkomende kleurvariatie is donkergroen op de borst en heeft lichter groen op de vleugels. Het vrouwtje is bruin gevlekt met een iets kortere staart. De fazant is geen snelle vlieger. Met veel kabaal stijgt hij op, niet heel hoog, om met slag- en glijvluchten enkele honderden meters te overbruggen. Van beide geslachten zijn de ondervleugels licht gekleurd, nagenoeg wit. Daar fazanten weinig vliegen en zelden hoog, valt dat nauwelijks op. Het vrouwtje leeft verborgen in de maanden na het broeden en is dan alleen bezig met het opvoeden van haar kuikens. De mannelijk fazant bemoeit zich niet met het broedsel. De belangstelling voor het territorium ebt weg en hij begint in juni aan de rui.


Afbouwen uitzetbeleid
Broedende fazanten nemen landelijk sinds 1990 met 5% per jaar af. De jaarrond waarnemingen doen dat ook sinds 1983 met 5% per jaar. Stedelijke gebieden en bosrijke omgevingen zijn niet favoriet bij fazanten. Het talrijkst zijn ze in agrarische gebieden op kleigronden in het zuidwesten en noordoosten van Nederland. De verdwijning uit de bosachtige gebieden waar ze rond 1975 wijdverspreid voorkwamen, zoals de Veluwe, is het gevolg van het geleidelijk afbouwen van het uitzetbeleid. Ook de sterke afname op vele andere plaatsen is het gevolg daarvan. De onnatuurlijk hoge dichtheden van de fazant, door het voortdurend uitzetten voor de jacht, verdwenen op veel plaatsen. Predatie door vos en havik en enkele strenge winters waren de oorzaken. Volgens Sovon komen illegale uitzettingen nog steeds voor.
 
 
Dergelijke praktijken zijn voor het Noorderbos en omgeving ook niet ondenkbaar. Vooral de laatste jaren neemt de populatie in het Noorderbos sterk af. Dalende aantallen per jaar en de aantallen territoria zijn in de figuren 1 & 2 te zien. De pieken en plotselinge dalingen kunnen verklaard worden uit grote uitzetacties of het ontbreken daarvan. Verder kijkende naar de feiten zijn er wellicht ook andere oorzaken.



 Figuur 1 . 

 
Lage reproductie
De waarnemingen van fazanten concentreren zich vooral op de maanden maart tot en met juni, het broedseizoen! Door de luidruchtige afbakening van het territorium in april en mei die al in maart aanvangt, zijn de waarnemingen hoog in die periode. Het luide ”kok-k kok-k” geroep met het fladderen van de vleugels is niet te missen. De rest van het jaar is de soort minder opvallend, maar toch niet gauw over het hoofd te zien door het bijzondere uiterlijk. Het Noorderbos blijkt een aantrekkelijke omgeving voor fazanten in het broedseizoen, gezien het aantal vastgestelde territoria. In 2 teljaren werden zelfs 8 territoria vastgesteld. Het waarnemen van jonge fazanten is een toevalstreffer. Het uitvoeren van maar 2 tellingen per maand beperkt de trefkansen. In de gehele telperiode is maar eenmaal een uitgekomen broedsel gezien: 6 jonge fazanten in juni 2006. Dit zegt wel iets over de werkelijke reproductie in het gebied. De vele los lopende honden veroorzaken verstoringen van deze en andere bodembroeders. Slachtoffers vallen er ongetwijfeld onder de kwetsbare jonge vogels. Oude jachtinstincten zijn niet te onderdrukken bij deze viervoeters. Ook de plaatselijke vossenpopulatie kan een oorzaak zijn.


 




Figuur 2 .

 
Direct na het broedseizoen daalt het aantal fazanten in het Noorderbos. In november is gewoonlijk een zwakke stijging te zien. Buiten het broedseizoen is het Noorderbos niet aantrekkelijk voor de soort, wijzen de cijfers uit. Zie figuur 3. Ze verspreiden zich dan vooral in de omgeving naar mogelijk betere foerageergebieden! Hoewel fazanten landelijk afnemen, heeft de terugval gedurende de laatste 3 teljaren in het Noorderbos mogelijk een plaatselijke oorzaak. De daling loopt parallel aan het stoppen van het begrazingsproject. Daarbij worden de open delen schaarser door toenemende begroeiing. De komende jaren wordt een (lichte) stijging van het aantal fazanten verwacht in het Noorderbos. Het opnieuw maaien van de graslandjes en het vergroten van de boomloze delen gaan daar aan bijdragen!

 


 Figuur 3 .


Hoewel er gejaagd wordt in het Noorderbos is de fazant geen soort waarop de lokale wildbeheerseenheid schiet! Fazanten worden sinds 1997 niet meer uitgezet in het Noorderbos volgens een jager.


 














Mannelijk fazant in zijn mooiste kleed. 


 


Reacties naar adkolen@kpnmail.nl