woensdag 23 januari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Meerkoet







Ad Kolen

 


Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.  
 





Meerkoet - Fulica atra


 
Gelobde tenen
Het verenkleed van de meerkoet lijkt op afstand zwart, maar is in werkelijkheid grijs. Het bedekt het hele lichaam. De witte bles en snavel zijn typische kenmerken. Ook aan zijn gedrag is de meerkoet te herkennen, zoals aan het sprongetje voordat hij onder water duikt. Ook het moeizame opstijgen vanaf het water is typisch: hij heeft meters aanloop nodig om genoeg snelheid te krijgen. De groene poten zijn speciaal: ze eindigen in tenen met lobben eraan. De gelobde tenen zijn een tussenvorm van gewone tenen en zwemvliezen. Die tenen ontwikkelen zich al vroeg bij de jonge meerkoet en dit onderscheidt hem van het jonge waterhoen. Die kleine pootjes zie je echter niet vaak. Een duidelijker kenmerk zijn de gele donsveertjes op de kop van het meerkoetkuiken.


De meerkoet vertoont soms zeer uiteenlopend gedrag. Bij zacht weer verdedigt de lokale meerkoet tot in de winter zijn territorium tegen alles wat in de buurt durft te komen. Op hetzelfde moment grazen tientallen wintergasten uit het noordoosten vredig naast elkaar op de nabij gelegen dijk. Het mannetje draagt materiaal aan voor het nest dat door het vrouwtje wordt gebouwd. Samen broeden ze de eieren uit en verzorgen ze de jongen, waarbij elke ouder er enkele voor zijn rekening neemt. Oudere jongen helpen soms bij het voeden van jongere broertjes en zusjes als er nog een volgend broedsel is.


Enorme toename alle meerkoeten
Al tijdens het atlasproject van 1973-1977 sprak men van toename van de meerkoet door het voedselrijker worden van de wateren, de expansie van driehoeksmosselen en het zich aanpassen aan mensen. Alle wateren in bebouwde omgevingen worden door de soort gebruikt om te broeden en in de winter bezet om te overleven. De aantallen zijn fors gestegen van 50.000-80.000 broedparen toen naar 110.000-140.000 broedparen nu (2013-2015) en 350.000-370.000 exemplaren in de winter (bron: sovon.nl).








Figuur 1.                                                                   

Steeds aanwezig om de Noorderplas
De meerkoet is tijdens alle teljaren in het Noorderbos aanwezig (zie figuur 1): in totaal 2065 exemplaren. Ook bij alle maandelijkse tellingen is de soort bijna altijd gezien. Alleen in de tweede helft van het jaar ontbreekt de meerkoet wel eens. De presentie is lager vanaf augustus (zie figuur 2). Vooral in de winterse periodes aan het begin van het jaar stijgen de aantallen door gasten uit andere gebieden, waarschijnlijk ook vogels uit noordelijke streken die hier de winter doorbrengen. De aanwezigheid tijdens het broedseizoen is lager en vrij stabiel. Een piek in juli wordt veroorzaakt door jonge opgroeiende meerkoeten.
 




Figuur 2.  


Jaarlijks broeden meerkoeten in het gebied, voornamelijk aan de randen van de Noorderplas. Zie het overzicht in figuur 3 voor de aantallen. In de telperiode zijn in totaal 63 territoria van meerkoeten vastgesteld, waarvan 52 aan de plas en 11 aan de Zandley of een vertakking daarvan.

Bij de aanvang van de tellingreeks (2003) is het al enkele jaren rustig om de plas: de zandwinning is gestopt, de plantengroei komt op gang en wilgen en elzen vinden groeiplaatsen op de oevers. Gelegenheden om te nestelen nemen toe. Het aantal territoria vermeerdert langzaam. In 2008 zijn dat 4 broedparen die alle jonge meerkoeten voort brengen. De periodes van intensieve zandstortingen in de plas hebben invloed op het aantal broedparen en de resultaten: in 2012, 2013 en in 2017 zijn geen jonge meerkoeten geboren langs de Noorderplas. 



  



Figuur 3.

 Met het toenemen van de werkzaamheden op en rond de plas verplaatsen enkele paren hun broedplek naar een rustigere omgeving langs de Zandley. Vanaf 2015 zijn territoria vastgesteld langs de Zandley. In 2016 en 2017 zijn ook resultaten gezien, respectievelijk 2 en 3 jonge meerkoeten.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl