donderdag 18 november 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Rietgors

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen



Rietgors
Emberiza schoeniclus - broedvogel


De baardstrepen – wit bij de rietgorsman en beige bij de vrouw - zijn typerend voor gorzen. Baardstrepen zijn smal en lopen van de snavel schuin naar beneden. De rug van de rietgors heeft zwarte en bruine strepen in de lengte. De onderzijde is wit met op de borst donkere vlekken. De buitenste veren van de vrij lange staart zijn wit. Het mannetje heeft in het broedkleed een zwarte kop en een witte halsband. Het lichaam van de rietgors is langgerekt met een totale lengte van 15 cm. Het is een broedvogel van waterrijke gebieden met riet, struiken en ruigtes. Buiten het broedseizoen is hij ook op onverwachte plekken te vinden, zoals op stoppelvelden en op de heide.




Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is de populatie rietgorzen duidelijk toegenomen en stabiliseert zich de laatste tien jaar. Volgens de Vogelatlas uit 2018, waarvoor de gegevens van 2013 tot 2015 verzameld werden, bestaat het broedvogelbestand uit 60.000-110.000 paren. In de winter zijn er 20.000-40.000 rietgorzen in Nederland. (bron: sovon.nl)









Figuur 156: alle waarnemingen (102) van rietgorzen per jaar met het totaal boven de kolom.


Waarom geen rietgorzen meer in de Dongevallei?

Hoewel er in de Dongevallei nooit flinke rietvelden zijn geweest, vinden we er nog steeds rietkragen. Er groeit nu minder riet dan in verleden. Wisselende natte vegetatie met riet, graspollen, biezen, lisdodde en veel pitrus was er volop in de eerste helft van de tellingenreeks. Meer opgaande begroeiingen hebben deze vegetatie verdreven. De grafiek in figuur 156 laat zien dat de rietgors in kleine aantallen aanwezig is tot ongeveer de helft van de tellingenreeks. Na 2012 is het nagenoeg afgelopen. Ook de broedvogels zijn vanaf 2012 verdwenen. Zie figuur 157. De geheel door stuwen en pompen gereguleerde waterhuishouding in de Dongevallei garandeert permanent vochtige delen, vaak plas-dras situaties. Daarnaast kan de rietgors zich ook aanpassen aan drogere biotopen om te broeden. Het is niet echt duidelijk waarom de rietgors niet meer in de Dongevallei wordt aangetroffen. Het gebied is sterk veranderd. Mogelijk is het huidige karakter van het gebied minder ideaal voor de soort. De Dongevallei is over de gehele lengte vrij smal en staat bijna overal in contact met woonomgevingen.












Figuur 157: alle vastgestelde (14) territoria van rietgorzen per jaar met het totaal boven de kolom.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl




Foto 12 maart 2004: Aanvankelijk is er voldoende leefgebied voor de rietgors, natte ruigtes met riet.