zaterdag 13 november 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Sijs

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen





Sijs
Spinus spinus


Handige zaadeter

De sijs is een erg kleine vinkensoort (12 cm). Het verenkleed is groengeel met gele strepen op de vleugels. De vleugels zijn lang en de staart is kort. Het mannetje heeft een zwarte kruin en ook de kin is zwart. Het vrouwtje is wat minder opvallend gekleurd. Het is een handige zaadeter, die vaak ondersteboven aan elzenproppen en bij berkenzaden hangt. Als hij niet gestoord wordt, zoekt de sijs ook op de bodem naar zaden die onder elzen en berken liggen. De sijs heeft een snelle golvende vlucht. Een groep sijzen is te herkennen aan de bewegingen die de individuen in alle richtingen maken.


Vooral doortrekker en overwinteraar

Een beperkt aantal sijzen (300-500 paren) broedt in Nederland (2013-2015). De sijs komt niet als broedvogel voor in de Dongevallei. Hij broedt in grote sparrenbossen, voornamelijk op de Veluwe en in Drenthe. Als doortrekker en overwinteraar komt de sijs talrijk voor in Nederland: 100.000-300.000 exemplaren in de winter (2013-2015) en 50.000-200.000 als doortrekker (2008-2012). De aanwezigheid van de sijs in de winter wisselt sterk. Het toeval om juist wel of niet een groep sijzen te zien speelt daar ook een rol in. (bron: sovon.nl)














Figuur 152: alle waarnemingen (3385) van sijzen per jaar met het totaal boven de kolom.


Van stijgend naar onregelmatig

Die wisselvallige aanwezigheid van de sijs is goed terug te zien in het overzicht van alle waarnemingen per jaar in figuur 152. De aanvankelijk toenemende stijging van de aantallen is te danken aan het groeien van de bomen en de daarmee toenemende zaadvorming. In de tweede helft van de reeks zijn de aantallen veel onregelmatiger. De sijs is in de winterperiode erg mobiel. Hij doet ieder gedeelte van een geschikte biotoop aan, afhankelijk van rijpe zaden. De vorm en het formaat van de snavel zijn niet groot en sterk genoeg om zaden uit een gesloten kegel te halen. De waarnemingen van de sijs concentreren zich vooral op de eerste twee maanden van de verschillende jaren laat figuur 153 zien. In die periode is tweemaal een groep van ruim 200 sijzen gezien en op vrijdag 18 januari 2013 zelfs een groep van 340 exemplaren.











     Figuur 153: alle waarnemingen van sijzen per maand met het totaal boven de kolom.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl