maandag 15 november 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Barmsijs

 

   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen



Barmsijs
Acantis flammea


De barmsijs, een kleine vinkachtige (13 cm), is altijd te herkennen aan het rode voorhoofd en de zwarte kin. Het verenkleed is gestreept, van boven grijsbruin en van onderen licht. De borst en keel van het mannetje zijn in het voorjaar en de zomer rozerood. Barmsijzen komen in Nederland in twee soorten voor. De kleine (Acanthis flammea cabaret) en de grote barmsijs (Acanthis flammea flammea) worden soms als verschillende soorten beschouwd; anderen houden het op ondersoorten. De twee soorten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. De door mij waargenomen vogels zijn als barmsijzen genoteerd.

Barmsijzen zijn vooral wintergasten en soms invasievogels die zich door wisselend aanbod van voedsel (berken- en fijnsparzaden) in de taiga naar het westen verplaatsen (bron: Vogelscherming.nl). Kleine barmsijzen komen in lage aantallen tot broeden in Nederland. Met het nodige voorbehoud is de populatie in de periode 2013-2015 op 100-170 broedparen geschat. De winterpopulatie in die periode is geschat op 1.000-5.000 kleine barmsijzen en 500-3.000 grote barmsijzen. (bron: sovon.nl)










Figuur 155: alle waarnemingen (161) van barmsijzen per jaar met het totaal boven de kolom.


Tijdens zes teljaren zijn in totaal 161 barmsijzen in de Dongevallei waargenomen. Zie figuur 155. In sommige jaren verblijft een groep enige tijd in het gebied. In januari, februari en maart van 2006 zijn 3 waarnemingen van achtereenvolgens 22, 20 en 20 barmsijzen gedaan. Het aantal van 4 waargenomen barmsijzen in 2017 bestaat uit 2 x 2 barmsijzen tijdens de tellingen in december. Alle overige waarnemingen bestaan uit groepen.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl