vrijdag 5 november 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Spreeuw

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen




Spreeuw
Sturnus vulgaris – broedvogel



Zwart met witte stippen

De spreeuw is een gedrongen vogel. Met de spitse vleugels zwevende in de vlucht, lijkt hij een kleine deltavlieger. Het formaat (22 cm) is ongeveer gelijk aan de zanglijster en de koperwiek, maar kleiner dan de merel en de kramsvogel. Het verenkleed lijkt overwegend zwart. In detail zie je het bruin op de vleugels en de puntige stippen op het gehele lijf, die vooral op de borst van het mannetje wit zijn. De punten slijten af, waardoor het verenkleed in het voorjaar donkerder is. De snavel is geel en de poten zijn roze. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een witte vlek onder de snavel. De zang van de spreeuw is lang, gevarieerd en melodieus. Altijd klinken de typische krassende en raspende klanken er doorheen. Ook tijdens de vaak misleidende imitaties hoor je ergens geluid dat er niet bij hoort. Spreeuwen eten in het voorjaar en de zomer vooral insecten. Ze halen gezamenlijk – in grote groepen - wormen en larven van langpootmuggen uit graslanden. Dicht bij elkaar tasten ze de bodem af door steeds met de snavel in de grond te pikken. Daarnaast eten spreeuwen bessen, zaden en granen. Aanvallen van spreeuwen op kersenboomgaarden en andere fruitbomen zijn berucht.



De spreeuw, een sociaal levende vogel.



Afnemende dichtheden

Spreeuwen zijn holenbroeders en nestelen in natuurlijke holtes. Oudere bossen, bosranden en ook verwaarloosde aanplant van populieren kunnen massaal bezet worden. Indien er gelegenheid is, broeden spreeuwen met veel soortgenoten samen op een plek. In stedelijk gebied maken ze in gaten en spleten in huizen en andere bebouwingen hun nest. Ze bevolken de meest ondenkbare plaatsen. De in Nederland broedende spreeuwen gaan na het broedseizoen gewoonlijk naar Zuid-Frankrijk of Zuid-Engeland en soms wat verder weg. In de winter krijgen we in ons land bezoek van veel spreeuwen uit oostelijk en noordelijk gelegen streken (1.000.000-3.000.000 in de periode 2013-2015). Buiten het broedseizoen slapen ze gezamenlijk, in groepen oplopend tot duizenden. Aan het einde van de dag strijken ze massaal neer in bomen, rietvelden en hoogspanningsmasten. De aantallen spreeuwen gaan in heel West- en Noord-Europa achteruit. Ook in Nederland, vooral in het oosten en het zuiden, zijn afnames vastgesteld. In de periode 2013-2015 variƫren de aantallen van 450.000 tot 750.000. Doortrekkende spreeuwen worden geschat op meer dan 1.000.000 in de periode 2008-2012. (bron: sovon.nl)



     Figuur 139: alle waarnemingen (3808) van spreeuwen per jaar met het totaal boven de kolom.


Dongevallei: vooral foerageergebied voor de spreeuw

Dat de spreeuw in aantallen afneemt, is ook in de Dongevallei een vastgesteld feit. Zie figuur 139. De trend is duidelijk dalend. In het begin van de tellingenreeks zijn nog wel enkele uitschieters genoteerd. In 2006 is de waarneming van een groep van 250 spreeuwen de oorzaak van het hoge aantal. Grote groepen zijn typerend voor de spreeuw in de Dongevallei. Deze flinke groep bestaat uit ouders met jongen die rondtrekken om ze van voedsel te voorzien, een bekend en veel waargenomen beeld in het leefgebied van de spreeuw. De meeste spreeuwen in de Dongevallei komen van buiten het gebied. Veel spreeuwen pendelen in het broedseizoen op en neer naar hun nest ergens in of bij een woning in een van de aangrenzende woonwijken. Ze komen in de Dongevallei alleen naar voedsel zoeken. De meeste waarnemingen van spreeuwen in de Dongevallei vallen dan ook in mei, juni en juli. Zie figuur 140. Daarnaast lopen de aantallen op in het najaar, de periode dat spreeuwen op trek gaan.


    Figuur 140: alle waarnemingen van spreeuwen per maand met het totaal boven de kolom.


Weinig territoria

In de Dongevallei broedden maar een beperkt aantal spreeuwen gedurende de hele tellingenreeks. Alleen in 2005 (2), 2009 (3), 2011 (1) en 2018 (1) zijn territoria van spreeuwen vastgesteld.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl