dinsdag 2 november 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Kauw



   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen




Kauw
Coloeus monedula – broedvogel


Paren voor het leven

De kauw is de kleinste van de vier in Nederland voorkomende ’zwarte’ kraaiachtigen. Met een lengte van 33 cm is er nogal wat verschil met de 47 cm lange roek en de even grote zwarte kraai. Met de recentelijk in de omgeving van Tilburg verschenen raaf van 64 cm is het verschil wel héél opvallend. Een gedetailleerde blik op de kauw wijst uit dat hij niet helemaal zwart is, zoals de drie andere soorten. De kauw is grijs in de nek, hals en wangen. Ook de flanken zijn wat lichter getekend. De lichte ogen met een zwarte kern vallen op naast de geheel zwarte ogen van de zwarte kraai, de roek en de raaf. De kauw is een sociale vogel die altijd in de buurt van soortgenoten is. Kauwen vormen paren voor het leven en ook in het grote geheel van een groep zijn ze onafscheidelijk.


Flinke stijging Nederlandse broedvogels

In de winter worden in Nederland slaapplaatsen bevolkt door duizenden kauwen. Nederlandse broedvogels blijven in ons land en

worden aangevuld met gasten uit het noorden en het oosten. De huidige winterpopulatie (2013-2015) bestaat uit 300.000-500.000 exemplaren. De kauw is een holenbroeder. Bij het ontbreken van natuurlijke holten broedt hij vaak in schoorstenen, luchtkanalen en nestkasten. De huidige broedpopulatie in Nederland is sinds de eerste broedvogelatlas (1973-1977) flink gestegen van 50.000-100.000 naar 100.000-150.000 broedparen in 2013-2015. De doortrek varieert van 200.000 tot 1.000.000 exemplaren in de periode 2008-2012. (bron: sovon.nl)










Figuur 134: alle waarnemingen (7018) van kauwen per jaar met het totaal boven de kolom.


Meest getelde stadsvogel

In steden is de kauw de meest getelde vogel, blijkt uit het Meetnet Urbane Soorten (MUS-Sovon). Dat komt deels ook omdat het om een opvallende vogelsoort gaat die in groepen optreedt. In de Dongevallei zijn in alle teljaren, tijdens bijna 93% van het totaal aantal gelopen telrondes (384), kauwen waargenomen, 7018 exemplaren in totaal. De hoogtes van het aantal waarnemingen lopen per jaar sterk uiteen, tussen de 196 en 637 exemplaren per jaar. De trendlijn is nauwelijks te ontdekken. De rode lijn in figuur 134 laat echter zien aan dat het gemiddelde aangeeft dat de soort in licht toenemende aantallen wordt waargenomen.


Broeden in nestkasten

Het waarnemen van grote groepen kauwen bepaalt de sterke schommelingen in de aantallen. De wintermaanden november en december scoren hoog. Ook in september, oktober en zelfs in het broedseizoen lopen soms de aantallen hoog op. Vooral in de tweede helft van de reeks. Dit wordt allemaal veroorzaakt door grote groepen die tijdens één telling zijn waargenomen. De grootste groepen zijn genoteerd in januari (116), juni (178), september (404), oktober (107), november (220) en december (315). Kauwen rusten, foerageren en broeden ook in de Dongenvallei. Het laatste vastgestelde broedgeval dateert van 2012 (1). Verder zijn er territoria vastgesteld in 2007 (1), 2008 (1) en 2009 (2). De kauw is een holenbroeder. In de Dongevallei ontbreken holen en andere mogelijkheden om te broeden. Er zijn/waren alleen nestkasten voor andere vogelsoorten. Kauwen broedden driemaal in een nestkast voor torenvalken en tweemaal in een steenuilennestkast.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl