Ad Kolen
Bladpootwants - Leptoglossus occidentalis
Vanmorgen trekt een insect mijn aandacht op de overloop van onze woning. Deze onverwachte gast is wel bijna 2 centimeter groot en loopt wat moeilijk over de vloerbedekking. Het is dan ook niet zijn gebruikelijke leefomgeving. Waarschijnlijk is het beest, nu met het wat warmere weer, een openstaande raam binnengevlogen. Zijn bewegingen nog erg traag. Mogelijk is hij al eerder hier in huis terecht gekomen en heeft er de winter doorgebracht. Het blijkt dat ze dat meer doen. Om het beest buiten te kunnen zetten schuif ik hem op een stuk papier. De bijzondere vormen en kleuren zijn opmerkelijk. De dekschilden zijn verdeeld in meest rechthoekige vlakken, die ingekleurd zijn met bruin in verschillende nuances. Het donkere driehoekige vlak op het achterlijf doet me aan een wants denken. De lange voelsprieten, met 4 segmenten, weerhouden me even om het zo met zekerheid te kunnen vaststellen. Met mijn basis insectenkennis en internet ben ik er snel achter dat het om de bladpootwants gaat. De Nederlandse naam is te begrijpen. De achterschenen zijn afgeplat en breed en lijken wel op een blaad.
De bladpootwants (Leptoglossus occidentalis) is een opvallende nieuwe soort die sinds 2007 in Nederland verblijft. Inmiddels is het een algemene soort geworden en is in iedere provincie aangetroffen. Hij is afkomstig uit Noord- en Midden-Amerika en op onbekende wijze in 1999 in Italië terecht gekomen. Van daaruit heeft hij zich in korte tijd over een groot deel van Europa verspreidt. Het is dan ook een goede vlieger. Met planten en hout meeliften is ook een optie.
De bladpootwants leeft van zaden van naaldbomen, niet alleen van dennen en sparren, maar ook op allerlei soorten sierconiferen. De volwassen dieren overwinteren op allerlei beschutte plaatsen. Ze worden dan ook vaak in de herfst in en rond woningen aangetroffen. Ze beschikken bovendien over een aggregatieferomoon, zodat ze in aantal bij elkaar kunnen komen op gunstige overwinteringplekjes. In ons land is de soort echter nog niet zo talrijk, dat dit al is waargenomen (bron: Eis kenniscentrum insecten.)
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl
