zondag 14 april 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Boomklever







Ad Kolen




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 


 
 

Boomklever - Sitta europaea

 

Bonte evenwichtskunstenaar
Als een dartele kabouter rent de boomklever langs boomstammen en dikke takken op en neer. Ook aan het einde van twijgen en op de bodem kan deze behendige vogel uit de voeten. Hij vertrouwt op zijn sterke tenen met krachtige klauwtjes. Met even veel gemak gaat de looprichting naar boven, naar beneden of diagonaal. Balancerend op de poten, zonder gebruik van de staart, sjeest hij op en neer. Een kleurrijke vogel die vooral bij hoge dichtheden erg luidruchtig is. De roep van de boomklever klinkt helder, metaalachtig en fluitend. Ook het luide kloppen bij het open maken van noten is typerend. Een spleet in de schors van een oude boom of de wig van een tak wordt als aambeeld ingezet. De boomklever is geen trekvogel en gaat zelden ver van zijn geboorteplaats vandaan. Het is een niet te missen vogel, met zijn blauwgrijze bovendelen en zwarte oogstreep. De onderzijde is isabelkleurig en de flanken zijn roodbruin.
 

Aantallen in stroomversnelling
De verspreiding van boomklevers in Nederland werd sinds ongeveer 1975 veel ruimer. Op de zandgronden van Noordoost-Nederland en Noord-Brabant, waar de soort lange tijd schaars was, leverden de ouder en gevarieerder wordende bosgebieden goede mogelijkheden op om zich te vestigingen. De landelijke broedpopulatie is in het laatste kwart van de twintigste eeuw ruim verdubbeld. De boomklever begint zich ook langzamerhand wat meer te verspreiden over laaggelegen delen van ons land Vanaf het begin van dit millennium is de vermeerdering van het aantal boomklevers in een stroomversnelling geraakt. Voor de boomklever hoeft een bos of een park maar voor een deel uit oude bomen te bestaan om er zich te kunnen vestigen. Een ruim vijftig jaar oud parkje in Tilburg-Noord, met naaldhout en veel loofbomen van die leeftijd in de buurt, is al voldoende. Een paar jaar geleden verkoos een paar boomklevers daar een nestkast op een balkon in de omgeving als broedplaats. De huidige (2013-2015) broedvogelstand is 31.000-38.000 paren. In de eerste atlasperiode (1973-1977) was dat nog 5.000-6.000 broedparen (bron: Sovon.nl).


Standvastig
De boomklever is gebonden aan oude loofbomen en doet het in gemengde bossen ook goed. Hij is erg standvastig als het om zijn leefgebied gaat. In Europa is het een strikte standvogel. Eenmaal neergestreken in een territorium verlaat hij dat waarschijnlijk zijn hele leven niet meer. Het moet dan wel alles bevatten wat hij nodig heeft. Die plekken waren tot de jaren negentig van de vorige eeuw beperkt. De oude eiken aan de Bredaseweg en het Wilhelminapark zijn in het begin van de negentiger jaren nagenoeg de enige plekken in Tilburg waar boomklevers voorkomen. Aan het begin van dit millennium begint ook de opkomst van de soort in de delen van de Loonse en Drunense Duinen met oudere loofbomen. In Noord-Brabant nemen de aantallen broedende boomklevers sinds 1990 met 5% per jaar toe. Uit gegevens van Punt Transect Tellingen (PTT) blijkt dat de aantallen in de winter met 5% per jaar toenemen, een verdubbeling in 15 jaar. De winteraantallen zijn nu (2013-2015) 90.000-110.000.




 Figuur 1.


Van niets naar iets
In het Noorderbos zijn de aantallen boomklevers van nul in 2003 naar 32 stuks in 2017 gestegen. Zie figuur 1. Dit zijn niet eens heel veel waarnemingen, gezien de forse stijging in vele andere gebieden in de omgeving. Het Noorderbos is dan ook maar voor een deel geschikt voor deze boombewoner, die toch wel specifieke eisen aan de biotoop stelt. In de kerngebieden en de noordzijde van het Noorderbos komt de soort niet voor. De waarnemingen komen vooral voor aan de oude bosranden aan de Stokhasseltlaan, de Udenhoutseweg en aan de rand van het bosgebied, de Zandley genaamd. De eiken percelen, begin jaren negentig van de vorige eeuw geplant, zijn blijkbaar nog te jong! Wel zijn er waarnemingen van boomklevers in een populierenperceel, aangelegd in 1987. De soort is er meerdere malen aangetroffen maar er kon geen territorium worden vastgesteld. Dit perceel is overigens voor meer vogelsoorten van belang geweest. Verschillende vogelsoorten broedden er. De laatste hevige storm (2017) heeft er echter flink huisgehouden en het bos behoorlijk uitgedund.

 
 Figuur 2.



Het overzicht van de territoria van de boomklevers is nog een bescheiden lijstje. Zie figuur 2. Potentie heeft het Noorderbos voor de boomklever echter wel! Met de aanwezigheid van eikenbossen en veel ander (nog) jong en ook oud hout zit er de komende decennia volop groei in voor de boomkleverpopulatie. De meeste territoria concentreren zich tot nu toe op drie plekken aan de randen van oudere bospercelen. Zie figuur 3.

 

 


Figuur 3.



Reacties naar
adkolen@kpnmail.nl