zaterdag 20 april 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Kauw






 


Ad Kolen




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 


 


 Kauw - Corvus monedula




Kleinste ’zwarte’ kraai
De kauw is de kleinste van de vier in Nederland voorkomende ’zwarte’ kraaiachtigen. Met een lengte van 33 cm is er nogal wat verschil met de 47 cm lange roek en de even grote zwarte kraai. En met de recentelijk in de omgeving van Tilburg verschenen raaf, met 64 cm is het verschil wel héél opvallend. Een gedetailleerde blik op de kauw wijst uit dat hij niet helemaal zwart is, zoals de drie andere soorten. De kauw is grijs in de nek, hals en wangen. Ook de flanken zijn wat lichter getekend. De lichte ogen met een zwarte kern vallen op naast de geheel zwarte ogen van de andere drie soorten. De kauw is een sociale vogel die altijd in de buurt van soortgenoten is. Kauwen vormen paren voor het leven en ook in het grote geheel van een groep zijn ze onafscheidelijk. In de winter kunnen in Nederland slaapplaatsen bevolkt worden door duizenden kauwen. Nederlandse broedvogels blijven in ons land en worden aangevuld met gasten uit het noorden en het oosten. De huidige winterpopulatie (2013-2015) bestaat uit 300.000-500.000 exemplaren. De kauw is een holenbroeder. Bij het ontbreken van natuurlijke holten broedt hij vaak in schoorstenen, luchtkanalen en nestkasten. De huidige broedpopulatie in Nederland is sinds de eerste broedvogelatlas (1973-1977) flink gestegen van 50.000-100.000 naar 100.000-150.000 broedparen in 2013-2015. (bron: sovon.nl)

  

 Figuur 1.


De kauw is in Tilburg-Noord een talrijke vogel. Hij broedt er en in de winter zijn er grote slaapplaatsen. Het Noorderbos is blijkbaar voor geen van deze activiteiten geschikt voor de kauw. Hij broedt er niet en de hoogspanningsmasten worden niet, zoals elders in de omgeving, gebruikt om gezamenlijk de nacht door te brengen. Foeragerende kauwen worden in kleine aantallen in het Noorderbos aangetroffen. Gewoonlijk is dat aan de noordrand, grenzend aan open graslanden en enkele boerderijen. De aantallen per jaar wisselen sterk, zoals de grafiek in figuur 1 aangeeft.


 

 Figuur 2.

De grafiek met aantallen per maand (zie figuur 2) geeft de daadwerkelijke presentie aan over de vijftien teljaren. Tijdens het broedseizoen wordt het Noorderbos veelal gemeden door kauwen. In april, mei, juni en juli worden ze nauwelijks gezien. In mei zijn de aantallen wat verhoogd door twee groepen (37 & 48) zwervers, bestaande uit ongepaarde vogels, in respectievelijk 2016 en 2017. Verder gaat het om rondzwervende groepen van de diverse slaapplaatsen in de buurt op zoek naar voedsel. De aantallen daarvan wisselen sterk per maand en per jaar, zie figuur 1 en 2. De winteraantallen variëren van enkele exemplaren tot groepen van bijvoorbeeld 185 (februari 2005), 180 (maart 2013), 111 (november 2007) en 210 (november 2009).

 


Reacties naar
adkolen@kpnmail.nl