dinsdag 6 juli 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Kievit

 

   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen




Kievit
Vanellus vanellus - broedvogel


’’De kievit is er weer!’’

Naast stadsvogels als de merel en de huismus is de kievit voor velen een bekende vogelsoort. Wie kent hem niet, met zijn prachtige uiterlijk en sierlijke baltsvluchten. Het is een middelgrote vogel met een lengte van 31 centimeter. Hij is vooral herkenbaar aan de sterk verlengde veren op het achterhoofd die een puntige gespleten kuif vormen. De korte snavel is zwart en zo ook de keel en de borst. De bovendelen iriseren groen- en purperachtig waardoor het geheel metalliek aandoet. Het wit op de wang- en de oorstreek komt ook aan de onderkant en in de staartpennen terug. Bij het horen van de ruisende veren tijdens de baltsvluchten en de aanhoudende kie-wiet kie-wiet roep laaien de voorjaarsgevoelens op. Met in het vizier de brede vleugels en een wapperende kuif zal iedereen roepen: ’’De kievit is er weer!’’


Dalende landelijke broedpopulatie

Met de kievit, eens onze ’nationale vogel’ volgens Rinke Tolman (in: De kievit - Een monografie over onze nationale vogel, 1977), gaat het niet goed. Deze van oorsprong op de steppen levende vogel heeft zich aangepast aan de uitgestrekte graslanden van ons landschap en elders in West-Europa. Daarin is ondertussen veel veranderd. Rond de eeuwwisseling zijn op de zandgronden in het oosten en zuiden van ons land de landbouwgebieden de belangrijkste broedgebieden geworden. In de broedvogelatlas met gegevens uit 1998-2000 staat dat in die periode ongeveer de helft van de Nederlandse kieviten op landbouwgrond broedt. De broedpopulatie van ons land, in die periode 200.000-300.000 broedparen, is inmiddels (2013-2015) gedaald naar 110.000-160.000 (bron: sovon.nl). De enorme veranderingen in het landschap en het agrarische gebruik daarvan zijn de basisoorzaak van de teruggang van de kievit en andere vogelsoorten van het boerenland. Vele ‘gedane zaken’ terugdraaien kan mogelijk het tij keren.



                    


Van broed- naar rustgebied

De eerste twee jaren van de tellingenreeks behoort de kievit tot de broedvogels van de Dongevallei. Op het schiereiland in de plas zuidelijk van de Reuverlaan broedde in zowel 2004 als in 2005 één paar kieviten. In 2005 is een jonge kievit gezien op dit kale, door water omgeven stuk grond. Naast een kortstondige periode als broedvogel is de kievit in de Dongevallei vooral uit op rust, samen met verzamelde soortgenoten. Na het broedseizoen komen ze in flinke groepen bijeen en trekken ze rond op zoek naar voedsel en rust. In verschillende jaren komen ze zo - vooral in augustus en september - in de Dongevallei terecht.



Figuur 56: alle waarnemingen van kieviten per maand met het totaal boven de kolom.


Kansen blijven liggen

De zwervende groepen kievieten bepalen de aantallen per maand en ook per jaar. Zie de figuren 56 en 57. Sinds 2007 is de kievit nog nauwelijks in het voorjaar waargenomen. De meeste waarnemingen vallen in het tweede deel van het jaar. De winterwaarnemingen zijn na 2007 ook laag geworden. Het patroon van de tijdelijk verblijvende kievit is grillig. In sommige jaren lopen de aantallen hoog op zoals in 2004, 2005, 2013 en 2015. In andere jaren zijn ze super laag zoals in 2008, 2009, 2017, 2018 en 2019. De oorzaken van deze sterke wisselingen zijn onbekend. In de gebiedsdelen waar de kievit tijdelijk verblijft, is niets gewijzigd. De terugkeer en het behoud van de kievit als broedvogel in de Dongevallei zijn te sturen. Het schiereiland als schraal grasland inrichten zou de broedkansen van de soort zeker gunstig beïnvloeden. Met zanderige delen en vochtige randen erbij kunnen bijvoorbeeld ook de kleine plevier en de watersnip ervan profiteren. Zeker na het vergroten van de plas in 2008 biedt dit deel mogelijkheden voor soorten die van nature in een laaglandbeekdal thuis horen. Adviezen betreffende het beheer uit een eenzijdige hoek houden deze en andere reële kansen tegen. Een soort als de kievit staat in heel West-Europa onder druk en kan zeker een steuntje in de rug gebruiken.



Figuur 57: alle waarnemingen (3.321) van kieviten per jaar met het totaal boven de kolom.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl