donderdag 8 juli 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Houtsnip




   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen






Houtsnip
Scolopax rusticola


Zo goed als onzichtbaar

Gewoonlijk komt de houtsnip pas in beeld als hij wordt opgeschrikt en met suizende vleugelslagen wegvliegt. Het rechtuit zonder wendingen uit beeld verdwijnen, onderscheidt hem van de watersnip. Bij goed zicht maken ook de grote ogen, het grotere formaat en de dwarsstrepen op de kop het verschil met de watersnip. De houtsnip is een gedrongen steltloper op korte poten met een zeer lange snavel en hij is groter dan een kievit. Er is enigszins een overeenkomst met deze soort wanneer je naar de brede afgeronde vleugels kijkt. Het verenkleed van de houtsnip is aan de bovenzijde roodbruin en aan de onderzijde beige met overal strepen en vlekken. Het biedt de vogel - zoals ook de watersnip - een volmaakte camouflage, maakt hem zo goed als onzichtbaar.







Houtsnippen zijn op deze en gelijkende locaties gezien, meestal aan de rand van begroeiingen.




Ook in de stad

De houtsnip broedt in bossen van behoorlijke afmetingen en met open plekken en een humusrijke, natte bodem. De droge bossen op de zandgronden zijn minder talrijk bezet. De Nederlandse broedvogels (2.200-3.500 broedparen) trekken waarschijnlijk weg naar Zuidwest-Europa of de Britse Eilanden. Houtsnippen uit o.a. het noorden en oosten van Nederland, Finland, Zweden, Wit-Rusland en Rusland overwinteren hier. Het aantal overwinteraars is moeilijk in te schatten omdat het afhankelijk is van de winterse omstandigheden in de broedgebieden en de daartussen liggende gebieden. De winteraantallen zijn toegenomen en bedragen tussen de 2.000 en 10.000 in de periode 2013-2015. Buiten het broedseizoen heeft de houtsnip in Nederland ook een voorkeur voor bossen, maar duikt hij soms op onverwachte plaatsen op, zoals in tuinen in de stad en in de Dongevallei. (bron: sovon.nl)

De houtsnip is in de totale tellingenreeks in de Dongevallei acht keer waargenomen, steeds solitaire exemplaren. Ze zijn allemaal binnen de winterperiode van begin november tot half februari aangetroffen. Geen vaak geziene gast maar door zijn plotselinge vlucht altijd wel een zeer memorabele.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl