maandag 5 juli 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Kleine plevier

 



   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen




Kleine plevier
Charadrius dubius - broedvogel



Vage vleugelstreep

De kleine plevier is een steltloper van geringe afmetingen. Zijn kop is rond met een donkere kruin. De rug is bruin en de onderdelen zijn wit. In Nederland verblijft en broedt hij vooral in het binnenland. De erg op hem lijkende bontbekplevier kan in de trekperiode ook in het binnenland gezien worden. Gewoonlijk ligt zíjn biotoop aan de kust. Zowel van dichtbij als op afstand zijn beide soorten goed te onderscheiden. De kleine plevier heeft een duidelijke gele ring om het oog en slechts een vage nauwelijks zichtbare vleugelstreep. De bontbekplevier is in de vlucht goed te herkennen aan de duidelijke witte streep in de lengte van de vleugel. Vanaf het einde van de zomer tot september trekt de kleine plevier via Frankrijk en Spanje weg om in Noord-Afrika te overwinteren. In maart-april keert hij terug naar de broedgebieden. Kleine plevier.


Hoopgevende kansen

De kleine plevier is tijdens de tellingen voor de eerste broedvogelatlas (1973-1977) een vrij schaarse broedvogel in ons land. De aantallen zijn sindsdien licht gestegen. Wel is de verspreiding over het land gewijzigd. West-Friesland, zuidelijk Flevoland en een deel van het rivierengebied zijn verlaten en andere delen zijn bezet. Deze wisselingen zijn inherent aan zijn levenswijze. De open gebieden die hij als biotoop verkiest, groeien gewoonlijk na enkele jaren weer dicht en worden ongeschikt. Op grinddaken broeden (soms in kolonies met de visdief en de kokmeeuw) is een nieuwe ontwikkeling. Dat biedt, samen met het beleid rondom de rivieren om nevengeulen en dergelijke te graven, de kleine plevier hoopgevende kansen voor de toekomst. (bron: sovon.nl)


Pionier

De kleine plevier is een pionier: hij foerageert en broedt op zand- en grindbanken die door natuurlijk stromende beken en rivieren ontstaan. Deze dynamische biotoop kan zomaar ontstaan en weer verdwijnen. Zijn voedsel bestaat uit een grote verscheidenheid aan kleine ongewervelde dieren. Broeden doet hij in een ondiep nestkuiltje in de bodem, waardoor hij erg gevoelig is voor predatie. De kleine plevier kan ook leven in door mensen ontwikkelde biotopen, zoals opgespoten terreinen, grindgroeves en grote bouwprojecten. De invloed daarvan is mede bepalend voor de ontwikkeling van de Nederlandse kleine plevieren. De populatie verloopt van 800-1.300 broedparen (1973-1975) via een licht gedaalde tussenstand van 750-1.100 (1989-2000) in een stijgende lijn naar 1.200-1.500 broedparen tijdens de laatste atlasperiode (2013-2015). (bron: sovon.nl)


Doorslaggevende reden

Het voorkomen van deze kleine pientere steltloper is voor mij een doorslaggevende reden geweest om de vogels in de Dongevallei nader te gaan onderzoeken. De toen nog Dongezone genoemde strook door de Reeshof was net aangelegd en vooral het zuidelijke deel was nog kaal en zanderig. Tijdens verkennende tochten is de pionier - de kleine plevier - meerdere malen aangetroffen. In 2003 is hij als broedvogel met nakomelingen gezien. Nieuw aangelegde natuurgebieden worden snel door de kleine plevier bezet als foerageer- en broedgebied. Even snel worden ze ook weer verlaten als de natuurlijke toenemende begroeiingen volgen.


Geen juveniele gezien

Al enkele jaren na de aanleg raakt ook het zuidelijk deel van de Dongevallei snel begroeid. Dit stuk, als laatste (1999-2000) aangelegd vanaf de Reuverlaan tot aan de spoorlijn, wordt door de snel opkomende begroeiingen al gauw ongeschikt voor deze voortrekker. In het eerste teljaar 2004 is één territorium vastgesteld in het zuidelijke teldeel. Na 2004 nemen de aantallen snel af en wordt de soort van 2006 tot en met 2009 niet meer gezien. In 2010 is de flat aan de Reuverlaan gebouwd en is het gebied, inclusief de plas, uitgebreid. Dat bood weer mogelijkheden voor de soort. In 2011 en 2012 zijn er voldoende geldige waarnemingen om in beide jaren één territorium vast te stellen. Beheersmaatregelen in 2013 leidden tot een korte opleving van de soort en het vaststellen van één territorium. Nieuwe maatregelen (het frasen van de bovenste zandlaag) in 2015 leidden opnieuw tot het verschijnen van kleine plevieren. De maatregelen zijn helaas onvoldoende uitgevoerd waardoor de waarnemingen beperkt blijven en geen territorium kan worden vastgesteld. 


     Figuur 55: alle waarnemingen (49) van kleine plevieren per jaar met het totaal boven de kolom.


Tijdens vier teljaren is dus steeds één territorium vastgesteld. Er zijn geen jongen gezien, wat niet met zekerheid willen zeggen dat er in het gebied geen geboren zijn. De tellingen worden langs een vaste route uitgevoerd. Vele hoekjes, met soms kleine plassen, worden niet van dichtbij bekeken. Ook schijnt de kleine plevier in toenemende mate op platte daken te broeden. De jongen zijn daardoor lang onzichtbaar. Alle waarnemingen van de kleine plevier in de Dongevallei staan verzameld in figuur 55.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl